Gebruiker:Charlotteopsomer/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Dwaallicht (Engels: Will-o-the Wisp) is een film die uitkwam in 1973 en werd geregisseerd door Frans Buyens. Het is een verfilming van de gelijknamige roman van Willem Elsschot. De film is in kleur en duurt 108 minuten[1].

De avant-première en eveneens de wereldpremière vond plaats op 9 mei in zaal Rubens te Antwerpen. De film werd ook door de Selectiecommissie bij het Ministerie van Nederlandse Cultuur geselecteerd voor het Filmfestival in Cannes[2].

3. Productie[bewerken | brontekst bewerken]

3.1 Context[bewerken | brontekst bewerken]

3.2 Filmlocaties[bewerken | brontekst bewerken]

De film werd opgenomen in de straten rond de Grote Markt in Antwerpen en in een oud burgerhuis in de Hoogstraat. Oorspronkelijk wou men ook in Bombay gaan filmen, maar dit ging niet door omdat het te duur zou zijn[1] .

Adressen[2]

-         Suikerrui

-         Oude koornmarkt

-         Kammenstraat

-         Gierstraat

-         Steenhouwersvest

-         Nationalestraat

-         St. - Andriesstraat

-         Hoogstraat 34 (bovenetage en vliering)

-         Kronenburgstraat

-         Wolstraat

-         Kleine Pieter Potstraat

-         Grote Pieter Potstraat

-         Vlasmarkt

-         Stadsbibliotheek

-         Groenplaats

-         Oever

-         Zand

-         Sandersstraatje

-         Munsttraat

-         Rijke Beukelaerstraat

-         Plantinkaai

-         Lange Ridderstraat

-         Korte Ridderstraat

-         Noorderlaan, nummer 188 aan de dokken

3.3 Muziek[bewerken | brontekst bewerken]

Henri Morelle en Lees Linthorst zorgden voor het geluid van de film. De muziek werd verzorgd door Arsène Souffriau[1].

3.4 Montage[bewerken | brontekst bewerken]

De montage gebeurde door Arsène Souffriau, Klaus Jürgen Kramer en Dirk Van den Eynden[1].

4. Context en ontstaansgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Voor Buyens' film uitkwam in 1973, was hij al lang bezig met Elsschots werk. Eigenlijk wou Buyens de film al in 1960 publiceren, maar achteraf zegt hij daarover dat hij het te "pretentieus" van zichzelf vond en dat dat hem nooit gelukt zou zijn.[3] Hoewel Buyens de film al eerder wou opnemen, ging dit niet doordat de rechten bij de familie van Elsschot lagen, en zij die eerst niet aan hem wilden geven.[1]Daarbij diende hij enkele filmprojecten in bij de selectiecommissie van het Ministerie van Nederlandse Cultuur, maar die wou ze niet subsidiëren. Uiteindelijk kwam Het Dwaallicht dan wel in aanmerking om verfilmd te worden. Buyens schreef voor de film zelf alle dialogen en het scenario, en hij was ook de regisseur.[4]

Buyens kende Elsschot ook persoonlijk. Hij bewonderde hem en dat is een van de redenen waarom hij zijn roman wou verfilmen. Buyens vond vooral de les van menselijke solidariteit uit de roman belangrijk: de man blijft meegaan met de zwartjes terwijl hij er zelf geen voordeel uit kan halen. Buyens benoemt Elsschot als iemand die de lezer actief wou laten nadenken, en bij zijn verfilming wil hij Elsschot nadoen en het zo filmen "dat iedereen in de zaal mee moet, niet passief, gaan zoeken"[3].

6. Ontvangst[bewerken | brontekst bewerken]

Het Dwaallicht kwam ongeveer gelijktijdig in de zalen als de films Turks Fruit en Angela, ook een Vlaams-Nederlandse coproductie. Bij zowel Angela als Het Dwaallicht wordt het burgerlijke milieu vol frustraties, angst en egoïsme getoond. Beide doen ze dit niet met veel woorden en harde sex, maar net met weinig sex en rustige beelden.[5] Nochtans toonde Het Dwaallicht aan dat zelfs blote borsten op beeld “geen garantie bood op een publiek succes”.[6] Het Dwaallicht kreeg ook veel kritiek omdat de film zo’n traag ritme heeft. De film kreeg wel veel aandacht in de media doordat de hoofdrolspeler Romain Deconinck een gekend acteur was en ook Elsschot bij velen een belletje deed rinkelen[6].

6.1 Recensies[bewerken | brontekst bewerken]

In het Haarlems Dagblad over de Filmweek in Arnhem spreekt men over Het Dwaallicht als een mislukking.[7] Hoewel Romain Deconinck Laarmans goed vertolkt, wordt de rest volgens de journalist "goedkoop en voor de handliggend in beeld gebracht"[7]. Daarnaast schrijft de recensent dat je de bedoelingen van Buyens om de bedoelingen van Elsschot te verfilmen merkte, maar dat hij hierin gefaald was. Ook De Groene Amsterdammer schrijft dat de roman van Elsschot vol melancholie en sfeer zit, maar "er zit geen film in".[8] De fantasieën worden getoond in de film in plaats van dat de lezer ze zelf inbeeldt. Daardoor wordt de handeling telkens stop gezet om de gedachtenwereld van Laarmans te tonen, wat een trage film oplevert[8]. De meeste kranten zijn het hierover eens. Onder andere Het Leidsch Dagblad schrijft het zelfs in zijn titel: "Het Dwaallicht bleek geen filmverhaal".[9]

  1. a b c d e M. Thijs (1999), De Belgische Film. Het Koninklijk Belgisch Filmarchief, pp. 522.
  2. a b Rijksarchief voor film en media Antwerpen - Beveren
  3. a b Geens, P. (1986), Naslagwerk over de Vlaamse Film ('Het Leentje'). Poot n.v., pp. 327-329.
  4. Janssens, M. (1996), De verfilming van Het Dwaallicht, pp. 293-296.
  5. Volkskrant, Amsterdam, "Twee films over de teuterigheid van het burgerlijk bestaan", 1973. Geraadpleegd op 25/11/2018.
  6. a b Debosschere, F., De vertolking van Laarmans. Een personagestudie van Laarmans in de verfilmingen van Elsschots Lijmen/Het Been, Kaas en Het Dwaallicht. (2007). Geraadpleegd op 20 oktober 2018.
  7. a b onbekend, onbekend (1979). Filmweek Arnhem kan beter worden. Haarlems Dagblad  ?
  8. a b onbekend, obekend (1973). Dwaallicht geen verfilmbaar verhaal. De Groene Amsterdammer  ?
  9. onbekend, onbekend (1973). Dwaallicht geen verfilmbaar verhaal. Leidsch Dagblad  ?