Gebruiker:Ecritures/klad1

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Overdekte passages in Parijs (Frans: Passages couverts) zijn winkelpassages die veelal in de achttiende en negentiende eeuw in de Franse hoofdstad werden gebouwd. De meeste van deze passages zijn inmiddels afgebroken. Enkele bekende passages die nu nog te bezoeken zijn, zijn Galerie Vivienne, Galerie Vero-Dodat en Le passage des Panoramas.

Winkelpassage[bewerken | brontekst bewerken]

De belangrijkste kenmerken van een overdekte passage zijn de (vaak korte) straat vormt een verbinding tussen twee grotere wegen en is alleen toegankelijk voor voetgangers, de passage is overdekt met glas, er is kunstmatig licht aanwezig (eerst gas, later elektriciteit), er zitten winkels en andere etablissementen op de begane grond, de winkelpassages zijn weelderig versierd met luxueuze materialen.[1]

Ontstaan van de passages[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het eind van de 18e eeuw werd voor het eerst een straat waaraan winkels gelegen waren overdekt. Louis Philippe Joseph d’Orléans was gedwongen na een grote brand in zijn Palais-Royal grote delen van het paleis opnieuw te bouwen. Omdat hij weinig geld had, besloot hij naast een theater en woonvertrekken ook een winkelgalerij, de "Galeries des Bois" rondom de tuin te bouwen. Door de winkels te verhuren slaagde hij erin inkomsten te genereren. Dit was de allereerste keer dat de Parijzenaars de mogelijkheid hadden om overdekt, beschermd tegen de weersinvloeden én de vieze straten, winkels te bezoeken. Deze nieuwe vorm van architectuur vond een eeuw lang grote navolging in de Franse hoofdstad.

Zie ook:

  1. Burlington arcade

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. (fr) de Moncan, Patrice (2003). Les passages couverts de Paris. Les éditions du Mécène. ISBN 2-907970-23-2. Geraadpleegd op 6 september 2016.