Gebruiker:Elinyamador/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Setting[bewerken | brontekst bewerken]

Geboorteland[bewerken | brontekst bewerken]

De lezer leert de ik-figuur kennen als jong kind op het Nederlands-Indisch eiland Java voor en tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, die in 1945 begon. Met een verteltijd van 88 pagina's[1] en een vertelde tijd van twintig tot dertig jaar zijn er heel wat versnellingen en ellipsen in de roman. Op het einde van de roman bijvoorbeeld gaat de ik-figuur in minder dan een pagina naar Europa, studeert er af en keert uiteindelijk terug naar zijn geboorteland om er te werken. Ondertussen werden op diezelfde pagina de studies van de ik-figuur onderbroken door de Tweede Wereldoorlog en de Japanse capitulatie van Nederlands-Indië.

Het fictieve meer Telega Hideung is gebaseerd op dit meer in Indonesië: Telaga Warna.

De natuur[bewerken | brontekst bewerken]

Haasse neemt vaak pauzes om aandacht te geven aan de beschrijving van het landschap van haar geboorteland. Die ruimte is vaak functioneel en vervult een symbolische rol: De scène waarin Deppoh, de vader van Oeroeg, verdrinkt in het mysterieuze Zwarte Meer of Telaga Hideung, speelt zich bijvoorbeeld af in het holst van de nacht, met nachtdieren op de achtergrond die de sfeer scheppen en de lezer voorbereiden op wat er te gebeuren staat. De boze geesten die in de inheemse Nederlands-Indische cultuur een grote rol spelen, onderstrepen in de scène ook de nare verwachtingen die de lezer heeft:

"Ik staarde naar de zwarte oever aan de overkant van het meer, waar het gebladerte de wateroppervlakte raakte. Zonder moeite kon ik me voorstellen dat daar de boze geesten zich verscholen hielden, gereed tot de aanval."[2]

Heimwee[bewerken | brontekst bewerken]

Haasse groeide zelf ook op in Java en bouwde het verhaal op uit een groot aantal waarnemingen en ervaringen uit haar eigen jeugd.[3] De ik-figuur en Oeroeg gaan eerst samen op internaat in Batavia, de geboortestad van Haasse. Oeroeg gaat later naar een school in Soerabaja, de stad waar Haasse ook naar school ging.[4] In haar autobiografie uit 1967 zei Haasse dat haar roman vooral een uiting van heimwee is waarin de natuurindrukken een grote rol spelen:

"het is, in de vorm van een verbeelding, een “statement” van heimwee en genegenheid ten aanzien van het land waar ik geboren en opgegroeid ben, en daarachter, daaronder, van een verlangen de donkere helft van mijzelf, de helft in de schaduw, die ik niet ken, te ontraadselen."[5]

Stijl en taal[bewerken | brontekst bewerken]

Stijl[bewerken | brontekst bewerken]

Haasse heeft zichzelf nooit bij een bepaalde stijlstroming gerekend omdat ze vanuit haar voorkeur voor geschiedenis en psychologie een geheel eigen stijl heeft onwtikkeld.[6] Qua stijl vertoont Oeroeg veel overeenkomsten met Haasses derde historische roman, Een nieuwer testament. Haasse hanteert in Oeroeg namelijk ook een epische verteltrant en heeft aandacht voor niet altijd even relevant lijkende details. Er valt weinig te raden of te reconstrueren als Haasse de lezer bij de hand houdt en meevoert naar verschillende locaties.[7] Hella's heldere taalgebruik[8] dat in Oeroeg voorkomt, spreekt een groot lezerspubliek aan, waaronder ook jongeren. De roman neemt al jaren een plaats in op de literatuurlijsten van middelbare scholieren in Nederland.[9]

Taal[bewerken | brontekst bewerken]

Haasse verwerkt een aantal elementen van de Indonesische cultuur in de roman om het realiteitsgehalte hoog houden. Er komen zowelSoendanese eigennamen voor, zoals Deppoh of Sidris als Soendanese woorden, bijvoorbeeld het woord "djongos", een Indische huisbediende.[10] Haasse doorbreekt de lineaire, chronologische opeenvolging van gebeurtenissen door de tijd stil te zetten en te associëren met beelden die iets essentieels uitdrukken.[11] Ze heeft een voorkeur voor de beschrijvingen van de zichtbare werkelijkheid, meestal een magisch decor zoals dat van Nederlands-Indië.[12] Geïnspireerd door de terugkeer naar haar geboorteland komt haar kenmerkende, meeslepende stijl naar boven als Haasse pauzes inlast om de Nederlands-Indische natuur minutieus te beschrijven:

"Naarmate wij verder reden werd ook het geklater van neerstortend water duidelijker hoorbaar. Tussen de bemoste stenen van de aan één zijde steil omhoog rijzende bergwand schitterden stroompjes, die zich langs de weg tot een beek verenigden. De lucht was bijna koud, en er hing op deze hoogte een geur van vochtige grond en rottend blad. Bij een bocht van de weg begon het oerwoud, en wij reden onder gelach en plagerijen de duisternis in."[13]

  1. Haasse, Hella S. (Hélène Serafia), 1918-2011.. Oeroeg, Amsterdam. ISBN 9789021455433.
  2. Haasse, Hella S. (Hélène Serafia), 1918-2011., Nijholt, Willem (Willem Adrianus), 1934- (2009). Oeroeg : roman. Stichting CPNB, [Amsterdam], p. 24. ISBN 9789059651005.
  3. DBNL, Indische Letteren. Jaargang 13 · dbnl. DBNL pp. 3-6. Geraadpleegd op 24 november 2018.
  4. DBNL, Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse · dbnl. DBNL p. 121. Geraadpleegd op 24 november 2018.
  5. DBNL, Indische Letteren. Jaargang 13 · dbnl. DBNL p. 6. Geraadpleegd op 20 november 2018.
  6. DBNL, Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 14 · dbnl. DBNL p. 27. Geraadpleegd op 26 november 2018.
  7. DBNL, Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse · dbnl. DBNL p. 78. Geraadpleegd op 26 november 2018.
  8. Omroep NTR, Wie was Hella Haasse?. NPO Focus. Geraadpleegd op 30 december 2018.
  9. Lees Magazine bol.com. Lees Magazine bol.com. Geraadpleegd op 30 december 2018.
  10. Zoekresutaten. www.etymologiebank.nl. Geraadpleegd op 30 december 2018.
  11. Cookies op de Volkskrant. www.volkskrant.nl. Geraadpleegd op 30 december 2018.
  12. DBNL, De Nederlandse en Vlaamse auteurs · dbnl. DBNL p. 244. Geraadpleegd op 20 november 2018.
  13. Haasse, Hella S. (Hélène Serafia), 1918-2011., Nijholt, Willem (Willem Adrianus), 1934- (2009). Oeroeg : roman. Stichting CPNB, [Amsterdam], pp. 21, 22. ISBN 9789059651005.