Gebruiker:Emmavanloock/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Context en ontstaansgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Felix Timmermans begon aan zijn Pallieter nadat hij enkele dagen in coma had gelegen na een mislukte operatie. Voor die operatie was Timmermans vooral gefascineerd door het occulte.[1] Zijn debuut als prozaïst, Schemeringen van den dood, sluit daar volledig bij aan. Er valt duidelijk in te lezen hoe Timmermans verlamd wordt door levensangst.[2] Eenmaal ontwaakt uit zijn coma, zou hij een hele andere weg opgaan. Voortaan zou hij enkel nog schrijven over de schoonheid van het leven en de natuur.[3]

Meer dan drie jaar lang werkte Timmermans aan Pallieter. Hij stuurde zijn hoofdstukken op naar Willem Kloos, die ze publiceerde in het tijdschrift De Nieuwe Gids. Het eerste hoofdstuk werd al in augustus 1912 gepubliceerd, het laatste hoofdstuk verscheen in september 1914. Enkel het tweede hoofdstuk, 'Het tweegevecht', waarin Pallieter het in een schunnig gevecht opneemt tegen een jonge graaf, vond Kloos te ordinair om te publiceren.[4] Op het einde van het hoofdstuk laat Pallieter namelijk een grote wind in het gezicht van de graaf.

In juli 1914 begon Timmermans te onderhandelen met de in Amsterdam gevestigde uitgever Van Kampen en Zoon. Op het einde van de maand bereikten ze een principeakkoord.[5] De publicatie van Pallieter werd echter uitgesteld door het uitbreken van Wereldoorlog I. Lier werd gebombardeerd door de Duitsers en Timmermans vluchtte met zijn familie naar Kortrijk. Het handschrift van Pallieter pakte hij voorzichtig in en hij knoopte het met een touw om zijn schouders.[6]

Pas in de zomer van 1915 zou Timmermans opnieuw contact zoeken met Van Kampen & Zoon. Dat contact verliep echter stroef omdat België nog steeds bezet werd door de Duitsers. Op 26 augustus 1915 ontving Van Kampen eindelijk het volledige handschrift. In juni 1916 werd de roman in boekvorm gepubliceerd.[7] Deze boekpublicatie verschilde enigszins van de tijdschriftversie uit De Nieuwe Gids. In katholieke milieus was het boek een heus schandaal: het werd als godslastering beschouwd. Daarom werd er in 1933 een zestiende, gekuiste druk gepubliceerd. In 1966 werd de oorspronkelijke tekst dan weer hersteld.[8]

Bij de publicatie in 1916 is Pallieter een enorm succes. Dat succes is gedeeltelijk te verklaren door het feit dat de roman in volle oorlogsperiode werd uitgebracht. Een boek vol levensvreugde en blijmoedigheid werd met open armen ontvangen in deze donkere tijden. Ook was 1916 een enorm belangrijk jaar in de Nederlandse literatuur. Enerzijds werden de eerste kenmerken van de avant-garde al zichtbaar.[9] Anderzijds was er ook de totaal andere tendens waarin we Timmermans, Ernest Claes, Jozef Arras en Antoon Thiry kunnen situeren. Zij schreven heimatliteratuur, een literaire stroming met als voornaamste kenmerk de voorliefde voor miniatuur en anekdote.[10] Timmermans, Claes en anderen zouden met hun boerenroman een vaste waarde worden tijdens het interbellum.[11]

  1. Absillis 2016, p.229
  2. Lissens 1973, p.151
  3. Absillis 2016, p. 229
  4. Janssens 1989a, p.1
  5. Absillis 2016, p.230
  6. Absillis 2016, p. 231
  7. Absillis 2016, pp.232-233
  8. Janssens 1989a, p.1
  9. Bel 2015, p.429
  10. Rutten & Weisgerber 1988, p.447
  11. Rutten & Weisgerber 1988, p. 441


Synopsis[bewerken | brontekst bewerken]

Pallieter is een verhaal met weinig dramatische spanning. De jonge levensgenieter Pallieter woont samen met zijn huishoudster Charlot op een boerderij in Lier. Ter gelegenheid van de jaarlijkse kermis nodigt Pallieter Charlots familie uit voor een groot feest. Tijdens dit uitbundige eetfestijn ontmoet Pallieter Marieke, het petekind van Charlot. Pallieter wordt verliefd op haar en niet veel later verloven ze zich. Op 21 september trouwt Pallieter met Marieke. Hun huwelijksnacht beleven ze op een bootje op de Nete. Na hun bruiloft ontdekt Pallieter dat de Nete zal worden rechtgetrokken. Pallieter besluit dat hij niet in Lier wil blijven wonen. Negen maanden later bevalt Marieke van een drieling, en het jonge gezin trekt samen met hun huishoudster Charlot de wijde wereld in.


Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Pallieter is een streekroman van de Vlaamse schrijver en dichter Felix Timmermans, gepubliceerd in 1916. De roman is vernoemd naar zijn hoofdpersonage Pallieter, een levensgenieter die leeft onder het motto ‘pluk de dag’.

Het boek vertelt het verhaal van de levenslustige Pallieter die met zijn huishoudster Charlot in het idyllische Lier woont. Dag in dag uit begeeft hij zich in de Netevallei waar hij zorgeloos geniet van het paradijselijke landschap. Zowel in Vlaanderen als in Nederland werd Pallieter gigantisch populair. Dat de roman zo succesvol werd onthaald, had deels te maken met het feit dat het boek in volle oorlogsperiode uitkwam. In deze omstandigheden werd een roman vol levensvreugde en genot met open armen onthaald. In de loop van de jaren 20 begon Timmermans’ succes bij de meer verfijnde literaire kringen af te nemen. In Vlaanderen was het Paul van Ostaijen die de auteur als een van de eersten hekelde. In Nederland kwam de kritiek vooral uit de hoek van het tijdschrift Forum[1]. Pallieter werd in 1920 ook door de katholieke kerk verboden omdat Timmermans erin zou spotten met het katholieke geloof. Vandaag wordt Pallieter vooral als ‘bravige heimatliteratuur’[2] bestempeld, waarbij de verheelijking van de eigen bodem centraal staat. In deze context wordt de roman vaak gelinkt aan het Vlaamse nationalisme.

  1. Absillis 2016, p.272
  2. Absillis 2016, p.222-223