Gebruiker:Ewoutdejonckere/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De BISTEL-zaak uit 1988 is de eerste Belgische rechtszaak die handelt over inbraak in een computersysteem. ‘BISTEL’ is de afkorting voor ‘Belgian Information System By Telephone’, een elektronisch informatiesysteem van de Belgische overheid. Twee jongeren, Bart Halewyck, een ex-medewerker van het kabinet van de Eerste Minister, en zijn vriend Luc Panckoucke, journalist van het dagblad ‘de Standaard,’ gebruikten de paswoorden om in het systeem in te breken en zichzelf toegang te verlenen tot gevoelige informatie van de overheid. Deze rechtszaak toonde aan dat er een dringende nood was tot het opstellen van een aangepaste wetgeving rond de beveiliging van computersystemen.

Wat is het BISTEL-netwerk?[bewerken | brontekst bewerken]

Het ‘Belgian Information System By Telephone’ was een elektronisch informatiesysteem dat op initiatief van toenmalig Eerste Minister Wilfried Martens in 1986 werd ingevoerd. Dit informatiesysteem moest er voor zorgen dat de uitwisseling of elektronische transmissie van berichten tussen de verschillende ministers en kabinetten goed, veilig en gemakkelijk zou verlopen. Er werd gebruik gemaakt van ‘Videotex’, een systeem dat via een modem en een Tv-scherm data in twee richtingen kon uitwisselen. Het systeem is te vergelijken met het aanverwante ‘Teletekst’ waar info gecodeerd in een televisiesignaal de mogelijkheid biedt tot communicatie in één richting. ‘BISTEL’ verschafte toegang tot databanken en vergemakkelijkte de communicatie tussen de verschillende kabinetten van de Belgische federale overheid. Door het systeem te kraken of te ‘hacken’ kreeg men dus inzage in vertrouwelijke informatie die toebehoorde aan de Belgische staat. Alsook tot de persoonlijke mailbox van de Ministers waardoor men kennis kreeg van bv de agenda van de Ministerraad die in België als geheim en vertrouwelijk behandeld wordt.

De feiten[bewerken | brontekst bewerken]

Halewyck en Panckoucke verschaften zich in de periode van 1 augustus 1988 tot 21 oktober 1988 verscheidene keren toegang tot het BISTEL-netwerk. De manier waarop was vrij simpel en mogelijk gemaakt door de onoplettendheid en slechte computerveiligheid van de Wetstraat. Twee jaar voor de feiten werkte Halewyck als gedetacheerd milicien op het kabinet van de Eerste Minister in de Wetstraat. Hierdoor werd hij in kennis gesteld van het paswoord van premier Martens : “W.M. Wetstraat”. Onbegrijpelijk en in tegenstelling met elk elementair begrip in de computerveiligheid stelde Halewyck vast dat dit wachtwoord nog steeds van toepassing was om tot het BISTEL-netwerk toe te treden. Daarbij is het naar veiligheidsnormen niet verantwoord om gebruik te maken van een zo voor de hand liggend wachtwoord. Halewyck informeerde hierover zijn vriend, toenmalig journalist bij het dagblad ‘de Standaard’. In de periode dat beide personen het systeem ‘kraakten’ werden alle gegevens gelezen en uitgeprint ten huize van een van de beklaagden. Ook werden de paswoorden van kabinetsmedewerkers aangepast zodat het voor hen onmogelijk werd om met hun paswoord in te loggen. De zaak kwam aan het daglicht omdat de 2 vrienden zelf hun heldendaad aan de pers bekend maakten. Ze konden hun daden ook bewijzen door meteen de agenda van de Ministerraad door te spelen aan de krant. Het doel van hun bekendmaking was een bijdrage te leveren tot het verbeteren van de beveiliging van het systeem.

De rechtszaak[bewerken | brontekst bewerken]

De rechtszaak was geen gemakkelijke opgave vooral omdat enerzijds de druk om te penaliseren groot was maar anderzijds er onvoldoende strafrechtelijke argumenten voorhanden waren. De druk om te straffen werd voornamelijk opgelegd door toenmalig Eerste Minister Martens die het BISTEL-systeem als zijn ‘troetelkind’ beschouwde en de rechtszaak hoog opnam. Ook in de media werd de zaak buiten proportie opgeklopt. In de Rechtbank van eerste aanleg werden beiden veroordeeld aan de hand van volgende 3 gepleegde feiten:

  1. Valsheid in geschrifte : voor het gebruik van een paswoord dat hen niet toebehoorde waardoor beiden zich ten onrechte hadden voorgesteld als rechtmatige gebruikers van het BISTEL-systeem. Zodoende werd een paswoord als een geschrift aanzien.
  2. Diefstal van computerenergie : het onrechtmatig gebruik van valse sleutels (paswoorden en toegangscode) tijdens het oproepen van computergegevens.
  3. Het onderscheppen van aan de [[R.T.T. ( [Regie voor Telegraaf en Telefoon)]] toevertrouwde informatie.

De Correctionele Rechtbank gaf hen dan ook een geldboete van 9000fr (€223.10) en 3 maand voorwaardelijk. Beide personen tekenden beroep aan omdat ze bestraft werden voor feiten gebaseerd op het ‘opzettelijk’ schaden wat geenszins hun intentie was. In beroep werd het grootste deel van deze beschuldigingen ongedaan gemaakt:

  1. De beschuldiging van valsheid in geschrifte werd ongedaan gemaakt door artikel 193 die zegt dat een paswoord geen geschrift is.
  2. De beschuldiging van diefstal van computerenergie verviel ook omdat het hof van beroep besliste dat de beklaagden niet de bedoeling hadden om computerenergie te stelen.
  3. De beklaagden werden enkel nog gestraft omwille overtreding van de RTT-wet van 1930.

Beide beklaagden moesten een morele schadevergoeding van één symbolische frank betalen aan dhr. Martens en er werd een gevangenisstraf van drie maand voorwaardelijk opgelegd.

Gevolg[bewerken | brontekst bewerken]

De Rechtbank van Eerste Aanleg aanvaardde te gemakkelijk de bestaande strafbaarheidstellingen op computerinbraak. Ze werd dan ook terecht door het Hof van Beroep teruggefloten. De BISTEL-zaak was de aanzet tot het pleiten voor de invoeging van een specifieke strafbepaling voor computerdelicten. De zaak bracht aan het licht dat de Belgische wetgeving niet was aangepast aan computergerelateerde misdrijven.

{{Appendix|2=

  1. lichtere straf voor krakers Bistel-systeem
  2. Wikipedia Leo Tindemans
  3. PISA
  4. Wikipedia RTT-schandaal
  5. Wikipedia Bart Halewyck
  6. Criminaliteit in virtuele wereld