Naar inhoud springen

Gebruiker:Fonsois/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Klaas Pijlman

[bewerken | brontekst bewerken]

Beeldend kunstenaar, kunstschilder, tekenleraar, graficus, dichter en zanger, geboren in Amsterdam op 5 januari 1917, overleden in Amsterdam op 18 juli 2007

Over de Amsterdamse kunstschilder en leraar Klaas Pijlman is tot 2018 her en der op internet wel iets te vinden. Het gaat dan over zijn werk als christelijk kunstenaar. Dat beeld klopt in grote lijnen als het gaat om illustratie- en reclamewerk in opdracht vervaardigd, maar doet op geen enkele wijze recht aan zijn veelzijdigheid als vrij beeldend kunstenaar, zanger en leraar. Bij het grote publiek is hij tot 2018 nauwelijks bekend omdat hij geen commerciële belangstelling had en ook niet over verkoopvaardigheden beschikte. Zijn bijna onwerkelijk aandoende productiviteit gedurende ruim 55 jaar blijft slechts bij intimi bekend, totdat in augustus 2018 zijn woning door een bekende opkoper in Amsterdam is ontruimd. Pas 10 jaar na zijn dood komen zeer veel van zijn beeldende creaties in omloop. Het gaat om maar liefst -in totaal- ruim 20.000 (!) olieverfschilderijen, pentekeningen, aquarellen, tempera's, krijttekeningen en keramieke sculpturen. Het gerucht dat hij tijdens zijn lange leven nooit iets van zijn schilderijen en tekeningen en sculpturen wilde verkopen berust niet op feiten, maar lijkt inmiddels hardnekkig. Tijd voor een overzicht van zijn leven en zijn werk.


Jeugd

Klaas Pijlman is de op één na jongste zoon uit een muzikaal en kunstzinnig gereformeerd gezin met negen kinderen. Hij blijkt een multi-talent te zijn, dat zich al jong weet uit te drukken in tekeningen die hij maakt van alles wat hij als echte waarnemer opmerkt en opmerkelijk vindt. Ook schrijft hij als jonge jongen al over alles wat hem opvalt in zijn omgeving. Zijn karakter wordt gevormd door een strenge en sterke vader, Fetze Pijlman, en een zachtaardige moeder, Maria Johanna Stoffels. Zijn vader was aanvankelijk letterzetter bij Drukkerij Van Tetterode in Amsterdam, later bij DE Standaard (voorloper van Trouw), eveneens in Amsterdam waar hij het vak van drukker leerde. Dat beroep kwam hem later goed van pas toen hij besloten had van zijn passie -de muziek- zijn beroep te maken en zich als muziekleraar en componist/dirigent/organist vestigde en zijn eigen muziek ging drukken en uitgeven. Klaas' moeder stelde zich dienstbaar op, maar droeg als telg uit een kunstzinnig geslacht (kunstschilders, tekenaars, ontwerpers) ontegenzeggelijk bij aan de talenten van haar zoon.

Klaas Pijlman is een gevoelig, fysiek niet sterk kind, dat zichzelf uitstekend op de vierkante meter kan vermaken met tekenen en schrijven. Dat wordt ook opgemerkt door de firma Hille, koek- en beschuitfabriek: hij doet mee met een tekenwedstrijd en wint een fiets, een in die tijd grote en kostbare prijs waarvoor zijn vader de firma uitdrukkelijk bedankt. Op z'n elfde krijgt hij tbc en moet daardoor gedurende ruim een jaar in het toenmalige sanatorium Zonnestraal in Hilversum verblijven. Ook hier tekent hij alles wat los en vast zit getuige de briefjes aan zijn ouders, broers en zusters met belevenissen en praktische vragen (een tandenborstel! Postpapier!) die bewaard zijn gebleven. Maar de eenzaamheid die hij daar ervaart, tekent zijn leven: hij ontwikkelt een emotionele teruggetrokkenheid, een sterke binnenwereld die in z'n onmiskenbare tekentalent een uitweg vindt. Pas later, na zijn opleiding tot tekenleraar, steekt een andere behoefte, om als persoon gezien en gehoord te worden, fiks de kop op.

Opleiding

Na vier jaar mulo-onderwijs gevolgd te hebben, zakt hij voor het eindexamen, met onder andere een 3 voor Frans. Maar hij heeft wèl een tien voor Nederlands en voor Teekenen (sic). Het gewone onderwijs is niet aan hem besteed, z'n passie voor beeldende expressie is veel sterker dan de discipline die schoolwerk vereist. Klaas doet op eigen initiatief toelatingsexamen bij het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in de Hobbemastraat bij het Rijksmuseum in Amsterdam (de latere Rijksacademie voor Beeldende Kunst). Ook doet hij toelatingsexamen voor het Amsterdamse Conservatorium. Hij wil daar zang en piano studeren. Thuis is hem de muziek met de paplepel ingegoten en heeft hij zichzelf piano leren spelen. Op beide opleidingen wordt hij op 16-jarige leeftijd (in 1933) toegelaten, dus zonder te voldoen aan de vereiste vooropleiding maar op basis van zijn getoonde talenten. Hij kiest na enig wikken en wegen voor de kunstopleiding, omdat deze het hem mogelijk maakt zonodig als tekenleraar de kost te verdienen als het niet zou lukken om van de opbrengst van zijn kunst te leven. Het blijkt later een gelukkige keuze te zijn geweest omdat hem het leraarschap op het lijf geschreven blijkt. Hij studeert in 1937 af (MO-A , N IXa,) en in 1939 behaalt hij de akte MO-B). In juli 1940 haalt hij ook z'n MO handvaardigheid.

Loopbaan

(under construction) ansichtkaarten portretten Verpakkingen (Carl Denig)

Herinneringsschildjes

Kunstwerk Johannes Postschool Amstelveen Kunstwerk ...kerk Tilburg Voorzitter sectie Beeldende Kunst van de Bond van Christelijke Kunsenaars (jaren50/60)

Eerste schreden als zelfstandig kunstenaar

Na z'n afstuderen -hij woont nog bij z'n ouders in de Eerste Helmersstraat 94 te Amsterdam, gaat hij aan de slag als kunstenaar. Hij tekent in opdracht diverse reclamefolders voor winkeliers, briefhoofden voor firma's, kerkfolders, omslagen voor bladmuziek, ex-librissen et cetera, en neemt opdrachten aan voor het tekenen en schilderen van portretten. Hij schildert kleine olieverfwerkjes van het uitzicht uit z'n zolderkamer nabij het Wilhelmina Gasthuis in de Helmersstraat, gaat naar buiten om vaarten, rivieren en dorpsgezichten voornamelijk ten zuiden van Amsterdam in olieverf vast te leggen. Met z'n broer Evert-Jan, die een kunstwinkeltje in Amstelveen drijft, maakt hij houten broches die Oranjegezinde mensen in de oorlog achter hun revers dragen, als stil protest tegen de Duitse bezetters. Na de oorlog zet hij deze samenwerking voort, onder meer met he maken van honderden handbeschilderde herinneringsschildjes van hout (rond, diameter 10 cm), met de tekst 'Mei 1954. Ter Herinnering aan de Bevrijding van Amsterdam' met symbolen als de Amerikaanse en Engelse vlag (niet de Canadese...), de Westertoren en grachtenhuizen als sihouet en een fel opkomende zon met stralenkrans. Het is tegenwoordig een gezocht item. Voor verzetsgroepen vervalst hij persoonsbewijzen, geboorteaktes en later distributie-voedselbonnen. Hij richt een vriendengroep (....) op waarvan kunstenaars en leraren trouwe leden zijn die over kunst, cultuur en politiek discussiëren. Die vriendschappen blijven tot eind jaren vijftig hecht als zich een tragedie afspeelt in het nog jonge gezin. In 1941 gaat hij gedurende korte perioden aan de slag als inval-leraar tekenen aan diverse scholen in Amsterdam (MULO,ULO,Vakschool Winkelpersoneel). Daarna wordt dat werk als jonge man te gevaarlijk omdat de bezetter aast op goedkope arbeidskrachten die in Duitsland te werk gesteld kunnen worden. Hij gaat verder als zelfstandig tekenaar en schilder. Om aan de Arbeitseinsatz te ontsnappen, laat hij een flinke baard staan en vervalst hij z'n persoonsbewijs, waarop vanaf dat moment staat dat hij 45 jaar oud is. Bij een contrôle begin 1944 door Duitse soldaten, bekijken ze dit identiteitsdocument argwanend, kijken hem aan en zeggen ze : 'Als jij je baard afscheert, ben je 27 jaar!' Hij mag doorlopen. Intussen zingt hij in het koor van zijn vader. Daar ontmoet hij begin 1943 zijn toekomstige vrouw, Gré van der Weijden, dan 22 jaar oud. Zij heeft als gevolg van langdurige zorg voor haar moeder en een veel jonger zusje en broertje alléén de huishoudschool af kunnen maken. Na die moeilijke periode gaat ze als coupeuse aan de slag bij Kledingmagazijn De Waal aan de Prinsengracht. In haar vrije tijd neemt zij orgel- piano- en vioolles en gaat ze op een turnvereniging. Haar artistieke, muzikale talenten en haar vrolijke uitbundigheid maken indruk op Klaas. Al na een halfjaar trouwen zie, op 24 november 1943, in de Keizersgrachtkerk in Amsterdam en na een tip van studiegenoot/collega Ringrose vestigen zij zich in het hartje van Amsterdam op de marnixstraat 362 drie hoog. In de achterkamer creëert Klaas z'n eerste eigen atelier. het gezin blijft daar tot 1960 wonen. Vlak voor de hongerwinter van 1944 wordt hun eerste zoon geboren, Peter Ireen. Die laatste naam heeft bij de burgerlijke stand heel wat voeten in de aarde, immers hij bestaat niet volgens de ambtenaar van de burgerlijke stand. Maar Klaas en Gré vinden die naam belangrijk als uiting van hun snakken naar vrede. Later worden Mirjam (1947), Jeroen Klaas (1951 en Jolande Maria (1954) geboren. Het gezin lijkt compleet... . Gedurende de oorlog schildert hij aanvankelijk veel landschappen in de natuur die hij ruilt voor voedsel. Ook een firma als de Amsterdamse brandstoffenhandelaar Mons ('Koud en guur? Mons in 't vuur') ruilt eierkolen, later antraciet, voor schilderijen. In de ijskoude hongerwinter schildert hij vanuit de woonkamer in de Marnixstraat het uitzicht op het Raamplein waar dan nog de laatste paardenhoefsmederij (later van Gebr. Schous) staat en tekent hij ook de straat zelf, richting Leidscheplein. Het blijven, naast enkele opdrachten voor tekeningen van de Prinsengracht met de Westertoren en na de oorlog in opdracht het Damrak achter de Beurs van Berlage met het kantoorgebouwtje van de Amsterdamse Sleepboten Maatschappij, de weinige werken die hij maakte van z'n woonplaats. Direct na de oorlog worden op advies van de huisarts de zomers doorgebracht aan het strand (Zandvoort, Bergen, Egmond, Castricum en Wijk aan Zee). Vele aquarellen en tekeningen, en olieverfschilderijen van strand- en duinlandschappen zijn daar de stille getuigen van. Later komen er vakanties in Dwingeloo en op Terschelling bij, waar Klaas ook altijd in de natuur aan het schilderen slaat. Regelmatig werkt hij thuis schetsen uit tot grotere olieverfschilderijen en nieuwe aquarellen of pentekeningen (boeren en hun boerderijen, duinlandschappen, haven van West-Terschelling). Al dat werk wordt aan intimi getoond -uit zichzelf aan vrienden, en alleen op verzoek aan familie, met uitzondering van zijn kinderen en echtgenote die veel van zijn werk in het atelier aan huis zagen groeien-, maar het is vrijwel nooit publiekelijk tentoongesteld. Dat heeft een simpele en curieuze reden. Hij heeft nooit tijd willen besteden aan het leggen van contacten om dat mogelijk te maken. Als hem wordt gevraagd een expositie te houden en hij stemde toe, vond hij achteraf de daaraan bestede tijd maar ten koste gaan van zijn tomeloze creatieve drang. Het scheppen is voor Klaas Pijlman altijd prioriteit gebleven. Het verkopen gebeurde alleen op uitdrukkelijk verzoek... . De losse opdrachten die hij intussen krijgt zijn echter niet meer genoeg om een gezin van man-vrouw-en-vier-kinderen te onderhouden. Daarom gaat zijn vrouw Gré naast de huishoudelijke taken privé orgel- en pianoles geven bij mensen thuis, voornamelijk in Haarlem en Castricum. Gré maakte vrijwel al haar eigen kleren en de kleren van haar kinderen zelf. Ze pakt haar beroep als coupeuze op en begint met het 'keren' van de costuums van haar man, om vervolgens ook kleding te maken voor klanten in de buurt en vriendenkring. Direct na de oorlog worden op advies van de huisarts de zomers doorgebracht aan het strand (Zandvoort, Bergen, Egmond, Castricum en Wijk aan Zee). Vele aquarellen en tekeningen, en olieverfschilderijen van strand- en duinlandschappen zijn daar de stille getuigen van. Later komen er vakanties in Dwingeloo en Terschelling bij, waar Klaas ook altijd in de natuur aan het schilderen slaat. Regelmatig werkt hij thuis schetsen uit tot grotere olieverfschilderijen en nieuwe aquarellen of pentekeningen (boeren en hun boerderijen, duinlandschappen, haven van West-Terschelling). Al dat werk wordt aan intimi getoond -uit zichzelf aan vrienden, en alleen op verzoek aan familie, met uitzondering van zijn kinderen en echtgenote die veel van zijn werk in het atelier aan huis zagen groeien-, maar het is vrijwel nooit publiekelijk tentoongesteld. Dat heeft een simpele en curieuze reden. Hij heeft nooit tijd willen besteden aan het leggen van contacten om dat mogelijk te maken. En de weinige keren dat hem gevraagd werd een expositie te houden vond hij achteraf de daaraan bestede tijd maar ten koste gaan van zijn tomeloze creatieve drang. Het scheppen is voor Klaas Pijlman altijd prioriteit gebleven. Het verkopen gebeurde alleen op uitdrukkelijk verzoek... . De losse opdrachten die hij intussen krijgt zijn echter niet meer genoeg om een gezin van man-vrouw-en-vier-kinderen te onderhouden. Daarom gaat zijn vrouw Gré naast de huishoudelijke taken privé orgel- en pianoles geven bij mensen thuis, voornamelijk in Haarlem en Castricum. Gré maakte vrijwel al haar eigen kleren en de kleren van haar kinderen zelf. Ze pakt haar beroep als coupeuze op en begint met het 'keren' van de costuums van haar man, om vervolgens ook kleding te maken voor klanten in de buurt en vriendenkring.

Leraarschap

In september 1950 -z'n derde kind Jeroen is dan op komst en de onregelmatige inkomsten worden een risico- neemt hij z'n eerste voltijdse benoeming aan als tekenleraar, aan het Christelijk Lyceum in Sneek gedurende vijf dagen per week. Het advies van zijn vader om de opleiding tot tekenleraar af te maken, gaat zich uitbetalen. En meer dan dat. Hij verblijft doordeweeks bij een slagersfamilie, alwaar hij ook in de avonduren het tekenen en schilderen niet kan laten. Van de slager krijgt hij een uitgekookte stierenschedel die hij tekent en later meeneemt naar de Kweekschool om door de leerlingen/studenten te laten natekenen. Vervolgens gaat hij in september 1952 aan de slag op het Christelijk Lyceum in Amersfoort, totdat hij m.i.v. september 1957 een aanstelling krijgt aan de Kweekschool in Bloemendaal en de Gereformeerde Kweekschool in Amsterdam. Enkele jaren later wordt hij fulltime docent tekenen en Cultuur aan de laatste school. Hij blijft dat tot zijn pensionering in 1982. Naar eigen zeggen heeft hij dit werk met hart en ziel gedaan. Ook al zou je denken dat dit ten koste moet zijn gegaan van z'n creativiteit als beeldend kunstenaar. Naar later zal blijken is niets minder waar... . Een passie als didacticus vertaalt zich in veelal enthousiaste studenten. Hij stelt dat talent het belangrijkste is om goed te kunnen tekenen, maar dat volharding en inzet bij de minder getalenteerden beloond moeten worden. Niemand krijgt ooit een onvoldoende bij hem, behalve als de inzet aantoonbaar achterwege blijft. En dat is bij zijn lessen tekenen voor zover bekend nooit het geval geweest. Na zijn dood worden gebonden mappen met zorgvuldig uitgewerkte en geïllustreerde lessen Kunst en Cultuur gevonden, die het eigenlijk verdienen uitgegeven te worden.

Vrije werk naast full-time leraarschap

In de periode na de oorlog tot zijn aanstelling als docent op de beide genoemde Kweekscholen (Later: Pedagogische academies) krijgt hij veel opdrachten. Die komen aanvankelijk van vooral van protestantse kerken voor hun wijkbladen en speciale bijeenkomsten. Apart is ook een folder van de Bijbel Kiosk Vereniging met de 'opwekking' om vooral de bijeenkomst van de Amerikaanse evangelist Billy Graham in het Olympisch Stadion bij te wonen. Verder tekent hij illustraties bij korte verhalen in het weekblad De Spiegel, vaak met dramatische scènes die hij expressief op papier zet. Het zijn de opmaten naar een grote opdracht om een bijbel te illustreren met maar liefst 250 tekeningen (zie later).

Illustraties

In de jaren vijftig krijgt hij de opdracht om enkele kinderboeken te illustreren voor uitgeverij Mulder & Zoon, bekend van ondermeer de Gouden Boekjes. Het zijn dierenboekjes voor de jongste kinderen. Bij dezelfde uitgeverij tekent hij een Dieren-ABC-boek, dat van vierregelige gedichtjes is voorzien door Clinge Doorenbos en dat heden ten dage een gezocht item is. Het succes van deze illustraties levert meer boekenillustratiewerk op, onder meer van boeken van K.Norel (In en uit Siberië, Coasters varen uit, De Watersnoodramp). Ook de NCRV benadert hem voor tekeningen in de omroepbode. Dat brengt hem op het idee om ook zèlf kinderboekjes te schrijven en te illustreren. Op internet is nog af en toe 'Adjes luchtreis' te vinden, waarin een droom van z'n oudste zoon is beschreven en het kind ook zelf terug is te zien in de krullekop Adje. Ook op internet verschijnt af en toe zijn boekje 'Bij de Negerkoning' met een heel uitgesproken, vriendelijk hoofd van de koning op de kaft, en waarin z'n dochter Mirjam met één van haar popjes is te zien. Het is ook uitgegeven bij Mulder & Zoon Zo zijn er meerdere boekjes, waaronder een stripboekje met als hoofdfiguur Saalk Namlijp (sic!), helaas al lange tijd onvindbaar. Het onbekendste kinderboek van Klaas' hand is misschien wel 'Peterke en de Bosman', helemaal in groot liggend formaat getekend met kleurpotloden en voorzien van eigen teksten, handgebonden en.... nooit uitgegeven. Achterin staat 'uitdrukkelijk' vermeld: mag niet worden uitgegeven zonder uitdrukkelijke toestemming! Het is in het bezit van z'n oudste zoon Peter. Al dat werk verhindert niet dat hij vele portretten tekent van zijn vrouw en kinderen, en ook nog tijd vindt om fantasiewerk met een sterk compositorische en stilerende inslag te maken, naast stillevens van talloze voorwerpen die hij verzamelde, en tenslotte niet te vergeten talloze naaktstudies, soms naar model, meestal uit het hoofd. Hij experimenteert nadrukkelijk met diverse stijlen, zonder zich ooit dogmatisch tot één stijl te bekeren. Dat hij in die periode ook nog eens een familyman was, is wonderbaarlijk en moet toe te schrijven zijn aan zijn vrouw die alle huishoudelijke taken op zich nam. Althans, tot omstreeks 1958... . Een heel andere vorm van illustreren komt aan bod in de vele jaren omspannende opdracht van de Graf- en Steenhouwerij Botterman en De Ruig aan de Weteringschans te Amsterdam. Om kopers van een grafmonument een idee te geven van hoe een steen of groter monument eruit komt te zien, ontwerpt Pijlman tientallen grafmonumenten, afgebeeld in hun toekomstige omgeving. Het zijn aquarellen met détails in zwarte pen op A5 formaat, die helaas naar het schijnt allemaal door de nieuwe eigenaren van de firma zijn vernietigd. Op de begraafplaats Zorgvliet aan de Amstel zijn ongetwijfeld zijn creaties nog aanwezig. Tenslotte moeten niet onvermeld blijven de illustraties die hij maakt bij korte verhalen in het tijdschrift De Spiegel, veelal bij dramatische episodes in het verhaal.

Muziek

Tussen 1950 en 1960 neemt hij en passant en zeer plichtsgetrouw vele jaren privé zangles bij de Amsterdamse zangpedagoge(...). Als bas-bariton zingt hij dan nog steeds in het koor van zijn vader dat dan het 'Christelijk Gemengd koor Sweelinck' heet. Z'n vader brengt eigen composities ten gehore en verder werken van (...). Klaas zingt als solist samen met de sopranen Christina Deutekom en Jo Vincent en de alt Kathleen Ferrier samen met het koor onder leiding van zijn vader in de Bachzaal en het Concertgebouw van Amsterdam, De koorbewerkingen van psalmen maken vader Fetze bekend in protestantse kringen omdat hij ze zelf drukt en uitgeeft met z'n eigen uitgeverij 'De Harp'. De omslagen worden steevast getekend door Klaas. Bekend zijn de sterk grafisch vormgegeven schallende trompetten, engelen en orgelpijpen. Het samen musiceren en zingen bepaalt een groot deel van de sfeer in het gezin van Klaas en Gré. Op de zaterdagavonden en zondagmiddagen zingt Klaas onder pianobegeleiding van zijn vrouw liederen van onder andere Schubert. De kinderen luisteren of zingen de meer profane liedjes mee. Ook op avonden met vrienden wordt gemusiceerd. Tijdens zijn werk op de Pedagogische Academies maakt hij musicals, soms met eigen gecomponeerde liedjes, die worden uigevoerd door studenten op de bijeenkomst ter afsluiting van een studiejaar. Franse chansons spelen daar (ondanks z'n 3 voor Frans, zie eerder!) een grote rol in. Dat komt zo. In 1955 krijgt hij samen met z'n collega, vriend en studiegenoot Wim van Amstel (ook Amsterdam, later docent aan de Kunstacademie in Rotterdam) een stipendium om gedurende een maand in Parijs te schilderen en tekenen. Zijn productie is groot: tientallen aquarellen en pentekeningen. De indruk die Parijs en het franse joie de vivre hebben gemaakt, slaat over op zijn vrouw Gré en ze maken het jaar daarop samen hun eerste reis naar die stad, zonder de kinderen. Ook dan ontstaan veel penschetsen van straattafrelen, terrasjes en bekende en minder bekende gebouwen en pleinen in de stad. Ter plaatse maar ook later thuis worden aquarellen uitgewerkt en soms verlevendigd en gedetailleerd met zwarte penlijnen. In 1957 reizen ze samen naar Oostenrijk, maar dat land komt er qua productie wat bekaaid af door de vrijwel permanente regen. De muzikale kanten van Klaas Pijlman komen rijkelijk aan bod tijdens Kerst- en Paasdiensten als hij als solist gaat zingen en declameren. de teksten maakt hij zelf, gebruikmakend van bestaande en zelfgemaakte gedichten.Met muzikale en kunstzinnige studenten van de Kweekscholen is hij dan gedurende de weken voor de kerkelijke feestdagen op pad, van Castricum, Zaandam, Edam, Monnickendam,Den Ilp tot Weesp en Amstelveen maakt hij een -zouden we nu zeggen- roadtrip met zang, declamatie en lichtbeelden van religieuze kunstwerken uit de kunsthistorie en van hemzelf. Op deze manier brengt hij z'n emoties en gevoelens naar buiten. Zijn in zijn jeugd gefnuikte behoefte aan aandacht (één na laatste kind van negen en hospitalisatie gedurende ruim een jaar. Zie eerder) wordt zo rijkelijk gecompenseerd. Hij houdt deze optredens vol tot in de jaren negentig. Daarnaast zingt hij in het kerkkoor van de Agneskerk op het Haarlemmermeercircuit hoek Amstelveenseweg. Hij bekwaamt zich op latere leeftijd nog in het zingen van gregoriaanse composities en zingt daarin vele solopartijen, totdat z'n stem op z'n 85ste levensjaar wat minder wordt en hij zelf besluit te stoppen. Voor zijn verdiensten als zanger in de kerk krijgt hij in 2002 een pauselijke onderscheiding. Als gereformeerd opgevoed man is hij daar aan het eind van zijn leven trots op, ook al moet hij niks hebben van het kerkelijk gezag. Hem spreken -z'n hele leven overigens- de symbolen en rituelen aan, niet alleen van de westerse kerken maar in de hele wereld. Dat komt in vele werken tot uiting.


De grote Bijbelopdracht

Klaas Pijlman krijgt eind jaren vijftig het verzoek van de Bijbel Kiosk Vereniging om de door Mej. Ingwersen geschreven 'Bijbel in vertelling en beeld' te illusteren. Hij had dan al de kleine kinderbijbel van mevrouw Ingwersen van enkele illustraties voorzien. Voor een bedrag van FL.800,00 ineens en zonder verdere rechten tekent en schildert hij 250 aquarellen en zwartwit tekeningen voor de kloeke bijbel voor volwassenen. Hij is er maanden mee bezig, schetst en probeert, maar wat vooral opvalt is het enorm hoge tempo waarin hij werkt. In een half jaar tijd zijn alle tekeningen en aquarellen gereed voor druk. De tekeningen zijn, al naar gelang het onderwerp waar ze bij horen, lieflijk, vaak dramatisch, altijd zeer expressief en soms strak en sober als waren het uitgeknipte silhouetten. De Bijbel is voor de uitgever een groot succes en beleeft talloze herdrukken. Bovendien wordt hij in vele talen en landen uitgegeven, onder meer in Roemenië, Hongarije, Canada (...) en zelfs in China, telkens met dezelfde illustraties van Klaas Pijlman. Hij weet daar overigens niks van. De originele pentekeningen en kleurige aquarellen zijn samen met het archief van de Bijbel Kiosk Vereniging ondergebracht in de religieuze bibliotheek van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Klaas krijgt midden jaren negentig een kleine extra vergoeding (FL.250,00!) bovenop de eerdere 800 gulden nadat zijn oudste zoon daarover een balletje had opgegooid.... . Dat hij daar zelf nooit achteraan is gegaan, tekent Klaas Pijlman: totaal niet zakelijk, niet commercieel en te bescheiden. Deze bijbelillustraties maken hem definitief bekend als Christelijk kunstenaar. Tot op de dag van vandaag komt op internet deze kwalificatie terug, iets wat maar zeer ten dele met de werkelijkheid van zijn kunstenaarschap strookt, zo zal later blijken. Het werk aan deze bijbel levert hem naamsbekendheid op en resulteert in nog een opdracht om een bijbel te illustreren, de door U. van Houten geschreven Friese bijbel, 'De Hillige Histoarje, forteld foar it Fryske Folk', uitgegeven door Wever in Franeker. Hij maakte 14 pentekeningen op paginaformaat, verdeeld over twee kloeke delen. Deze bijbel is later in het Nederlands vertaald opnieuw uitgegeven met dezelfde illustraties. In 2017 kwamen 7 van de 14 originelen van de illustraties uit deze bijbel op Marktplaats te koop (de uitgeverij was overgenomen en de inboedel is verkocht).

Amerika lonkt... niet!

Een treffend bewijs voor zijn niet-commerciële inborst is de volgende anecdote. Medio 1958 komt een kunsthandelaar uit de Verenigde Staten (USA) en koopt in één keer 15 schilderijen, waaronder een groot (1.30m x 1.30m) berglandschap uit de Dolomieten. Het is feest in huize Pijlman, de kinderen krijgen nieuwe kleren en fietsen. Na veertien dagen al belt de handelaar met de enthousiaste mededeling dat alle schilderijen verkocht zijn. En met daarop direct de vraag of Pijlman nog 10 schilderijen van een bepaald onderwerp, en nog 20 van zus en nog 50 (sic!) van die grote schilderijen wil maken. Afname gegarandeerd en als het kan binnen een halfjaar leveren! Ijzig weigert Klaas en legt de hoorn op de haak. Als z'n kinderen en echtgenote tekst en uitleg krijgen, knikt z'n vrouw direct instemmend, en z'n kinderen begrijpen dat er voorlopig geen nieuwe cadeauronde zal zijn. Vanaf dat moment besluit Klaas alleen nog maar voor eigen plezier te werken, als docent op de academie en in z'n eigen tijd als vrij kunstenaar. Hij weet zich gesteund door z'n vrouw; de kinderen begrijpen het later.

De breuk

in de zomer van 1958 verstrekt Klaas voor een maand naar de Dolomieten in Italië en werkt daar vanuit Alba di Canazei aan tientallen aquarellen van dorps= en berggezichten en aan pentekeningen van het dagelijks leven van de bewoners en toeristen. Ook maakt hij -om z'n verblijfskosten te drukken- op de gevel van het pension een grote fresco, geheel met de oude technieken die hij op de academie had leren kennen. De schildering verdwijnt pas na een grote verbouwing in de jaren tachtig. Het is een oer-traditioneel tafreel met een man en vrouw zittend op een bergweide en turend in de verte, maar het penseel van Pijlman is duidelijk aanwezig. Ook z'n bezoek aan Venezië legt hij in -gecombineerde- technieken vast. Eenmaal weer thuis, boordevol indrukken, schildert hij met name meerdere berglandschappen (Pordoi, Sella, Marmolada) in oliverf. Het zijn vooral die schilderijen die door de eerder genoemde Amerikaanse handelaren worden gekocht. In 1959 sterft plotseling z'n vrouw Gré. In de loop van 1958 ontwikkelde ze allerlei onbestemde klachten. Ze valt flauw, heeft heftige hoofdpijnen en geeft regelmatig over. Het wordt door de huisarts aan oververmoeidheid geweten. Dat is niet zo gek want het drukke sociale leven dat het echtpaar leidt wordt nog eens versterkt door de gastvrijheid die zij verlenen aan collega's van Klaas die tijdelijk onderdak missen en steun behoeven. In die periode kan Klaas het niet laten z'n vrouw in allerlei poses te schilderen. Snelle pentekeningen leggen onbedoeld haar naderende dood vast. In elkaar gekrompen, het hoofd ondersteunend probeert ze de pijnen te verdragen. Het zijn treffende portretjes van een zieke vrouw, ook al beseft niemand op dat moment hoe ernstig de zaken er voor staan. In het jaar daarop wordt ze onwel tijdens bezoek aan vrienden. Eénmaal opgenomen in het ziekenhuis, ontdekt men pas na vele onderzoeken een fatale hersentumor. Vrijwel direct na de (naar later blijkt zinloze) operatie sterft ze, net 38 jaar oud. Het is een drama in het gezin van Klaas: hij blijft achter met vier kinderen in de leeftijd van 5 tot 14 jaar. Deze gebeurtenis zal naar later blijkt een enorme impact hebben, niet alleen voor het gezinsleven, ook voor zijn kunstenaarschap. Veel later, vertelt de kunstenaar dat hij het moeilijk vond haar expressieve gelaatstrekken vast te leggen, maar haar door hem getekende houdingen en silhouetten zijn voor kennissen en familie treffend en herkenbaar. En toch blijken er na zijn eigen dood fraaie, ragfijn getekende potloodprenten van Gré te zijn gemaakt. De begrafenis van Gré wordt ongekend druk bezocht door de vele vrienden, de grote familiekring, de koorleden, de collega's, leerlingen en studenten en vele, vele straat- en buurtgenoten. De aula van Begraafplaats Zorgvliet aan de Amstel is veel te klein en enkele honderden mensen moeten buiten luisteren naa wat er binnen gezegd en gezongen wordt. Haar graf is simpel en wordt door Botterman en De Ruig, klant van Klaas, na aandringen van z'n oudste zoon voorzien van een fraaie, door Klaas ontworpen lichtbeige staande steen.

De wanhoop die zich daarna in het gezin manifesteert is zowel bij de vier jonge kinderen als de vader groot. De full-time werkende man krijgt spontane hulp van leerlingen van de Vormschool voor Kleuterleidster waar hij in de avonduren tekenles geeft en ook leerlingen van de Academie houden het gezin een jaar lang aan de praat. Aan vrij tekenen en schilderen komt hij niet meer toe. De dood van zijn jonge vrouw vormt een tragische breuk voor het gezin als geheel en voor zijn werk als scheppend kunsenaar.


(Under construction) kunst en techniek experimenteren, Cobra-tijdgenoten stijlen mentale ontwikkeling interesses lijst van onderwerpen tentoonstellingen collega-tijdgenoten, kunstenaars

niet commercieel, niet zakelijk
bescheiden, ondanks hang naar aandacht
Inboedel opgekocht ('wilde tijdens zijn leven niet verkopen'haha!)