Gebruiker:Gouda27/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Heren van Wezemaal (1229 - 1380)

Omdat Wambeek op de grens lag van het Graafschap Vlaanderen en het Hertogdom Brabant stuurde de Hertog van Brabant in 1229 de Heren van Wezemaal erheen om zijn leenman te worden in deze streek. Ze bouwden een wachttoren om het Hertogdom te beschermen tegen aanvallen uit Vlaanderen. Dit deden ze in het noorden van Wambeek, de plek waar nu Ternat ligt.

Door de bouw van deze wachttoren kwamen er ook mensen wonen en hierdoor ontstond in 1268 de parochie de Nath, de latere gemeente Ternat. Rond 1350 bouwden de Heren van Wezemaal hun wachttoren om tot een versterkt waterslot. In de plaats van een toren werd het een echte burcht, volledig omringd door een brede slotgracht met water.

Everaert ’t Serclaes (1380 - 1562)

In 1380 wordt Kruikenburg door geldtekort verkocht aan Ridder en Schepen van Brussel, Everaert ’t Serclaes. Hij was eerste Schepen van Brussel en werd een echte held omdat het Vlaamse Leger in 1356 uit Brussel verjaagd werd onder zijn leiding. Hij kocht Kruikenburg en iet het verbouwen tot een versterkt woonkasteel, waarschijnlijk om Brussel te beschermen tegen aanvallen uit Vlaanderen.

Samen met deze verbouwingen liet hij ook een ijsgrot aanleggen in de buurt van het kasteel. Deze diende om het eten te bewaren met behulp van ijsblokken, die in de winter uit de gracht van het kasteel werden gehaald. Daarnaast liet ’t Serclaes ook een geheime ondergrondse gang bouwen tussen het kasteel en de kerk van Ternat. Deze gang bestaat nog, maar doet nu dienst als wijnkelder. De ingang van deze oude, geheime gang is nog altijd zichtbaar in het kasteel.[1]

Ridder ’t Serclaes was slechts 8 jaar kasteelheer van Kruikenburg, wanneer hij in 1388 overvallen, gemarteld en vermoord werd door twee handlangers van zijn grote vijand, de Heer van Gaasbeek. De Brusselaars waren hierdoor zo kwaad dat ze besloten om met hun leger naar Gaasbeek te trekken, maar de moordenaars waren al gevlucht. Uit wraak hebben ze het kasteel van Gaasbeek tot tegen de grond afgebroken. ’t Serclaes ligt begraven in de crypte van de kerk van Ternat, net zoals alle andere kasteelheren van Kruikenburg.

Familie de Fourneau (1562 - 1891)

Kruikenburg bleef in het bezit van de familie ’t Serclaes tot 1562, wanneer het door huwelijk in bezit kwam van de familie de Fourneau. Deze waren ook de Heren van Sint-Ulriks-Kapelle en waren een adellijke familie uit Frankrijk. In 1662 wordt Kruikenburg een graafschap en krijgt de kasteelheer de titel: ‘Graaf de Fourneau de Kruikenburg’.[2]

Om dit te gedenken werd de kasteelomgeving volledig heraangelegd. Veel van het moerasland rond het kasteel werd droog gelegd en een mooie kasteeldreef met eikenbomen werd aangelegd van het kasteel tot aan de kerk. De familie de Fourneau liet ook de Onze-Lieve-Vrouwkerk van toen ombouwen tot de huidige Sint-Gertrudiskerk. Bovenop de toren van de kerk staat een stenen kruik, als teken van macht van de graafschap Kruikenburg.

Rond 1750 werd het kasteel helemaal omgebouwd tot een woonkasteel. De vele vensters werden aangebracht en de houten ophaalbrug werd door een stenen brug. Door deze aanpassingen gingen vele kenmerken van de vroegere waterburcht verloren.

Familie de Lichtervelde (1891 - 1938)

In 1891 komt Kruikenburg opnieuw door huwelijk in andere handen terecht. Het kasteel komt in het bezit van de grafelijke familie de Lichtervelde. Het belangrijkste feit uit deze periode is dat de familie het kasteel diende te verkopen in 1938, door gebrek aan geld.

De Broeders van de Christelijke Scholen (1938 - …)

De Broeders van de Christelijk Scholen kochten Kruikenburg en bouwden het kasteel om tot het Sint-Jozefsinstituut, een school uitsluitend voor jongens. Later werd het een gemengde school. De Broeders bouwden de vele kamers om tot klaslokalen en mochten elk jaar meer en meer leerlingen in Kruikenburg verwelkomen. Het enige deel dat niet werd aangepast is datgene waar de broeders verblijven in het kasteel. Op dit moment wordt er nog altijd les gegeven in het kasteel.[2]

  1. A. Boussonnier (1932). Roemrijke leven en dramatische einde Everaard Serclas.
  2. a b Joris De Beul, Hans Van Lierde (2007). Pajottenland een land om lief te hebben.