Gebruiker:HenriVdb/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het stadsarchief van Poperinge kreeg met het Gemeentearchief Vleteren het kwaliteitslabel 30 juni 2017: Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Stadsarchief Poperinge-Gemeentearchief Vleteren kreeg als eerste intergemeentelijk samenwerkingsverband een kwaliteitslabel.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Poperinge: een aparte geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het stadsarchief van Poperinge heeft een rijke verzameling omdat het in tegenstelling met de omgeving in de oorlogsomstandigheden toch nog heel wat documenten heeft kunnen bewaren. Vanuit het beleid is in de 20ste eeuw een tandje bij gestoken in de omkadering, huisvesting en personeel. Het aparte van de situatie is dat Poperinge door enkele noemenswaardige archief minded figuren in het verleden van het verdwijnen van hun archief is gevrijwaard. En in dezelfde lijn is het stadsarchief in het eerste kwart van de eenentwintigste eeuw een archief op een eigen manier bekend geworden en gegroeid door de ondersteunende vriendenkring: De Vrienden van het Poperings Archief(VPA). De randactiviteit die zich ondertussen heeft ontwikkeld in de aanleunende erfgoedcel CO7, de publicaties (in hoofdzaak ontsluiting en genealogische hulp van de VPA) en de drie decennia bestaande cursus oud schrift tekenen het aparte imago van het stadsarchief. De stad en daardoor ook Het stadsarchief is door de aparte status van de stad Poperinge als verbonden met de abdij van Sint-Bertinus in Sint Omaars ook in het verleden op een andere manier ontwikkeld dan vele andere steden.

Tot aan de 20ste eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Wel en wee[bewerken | brontekst bewerken]

Zoals reeds in de oude catalogus van het stadsarchief stond is door de drie branden en vooral de brand van 1563 is er van voor de 16de eeuw niet zoveel bewaard. In het werk van Priester Denuncq M.A.I., Mémoires historiques de Poperinghe, getypt, Poperinghe 1837, 298p. Onuitgegeven, lezen veel lovende worden over wat er toch bewaard is. Enkele mijlpalen werden door archivaris Oscar Fiers aangestipt aangestipt: de coffers met weezeboeken, die naar Ieper waren gevlucht keerden terug in 1591 (SAP 1591). Ook in 1654 werden ze in Ieper gestationeerd. Rond de Franse Revolutie 1793 kregen ze een bescherming buiten de stad. Ze keerden terug in 1795. Tenslotte was er een gering aantal dat last had van de waterschade in 1727. De stad doet beroep op stadsarchivaris van Ieper, Isidore Diegerick, om een catalogus te maken. In de gemeenteraadszittingen lezen we 10-02-1863 dat er 250 Fr. voor betaald wordt en aan het Gouvernement wordt gevraagd om dezelfde som te krijgen als subsidie. De genoemde catalogus schrijft, terecht wellicht, dat dit klassement niet zoveel inhield want de arrondissementscommissaris van Ieper vraagt in 8 november 1901 om dit te hernemen. Het duurt tot 1909 vooraleer beslist wordt dat Gustaaf Caullet (Kortrijk 09-02-1881 + Brussel 02-03-1921), adjunct-bibliothecaris-archivaris van Kortrijk voor 2000 Fr. de klus zal klaren (19-12-1909). Dit gaat niet door en uiteindelijk is het de stadsarchivaris van Ieper Emile De Sagher en zijn zoon Henri De Sagher, rijksarchivaris van Brugge, die op 1 mei 1913 het werk wil afleveren, maar uiteindelijk 500 Fr. bij krijgt omdat hij het werk had onderschat. De hoeveelheid en de wanorde hebben hem genoodzaakt blad per blad alles te bekijken. De indruk die er nu vanuit gaat is dat alles nogal wat uit mekaar is gehaald of door De Sagher of door Oscar Fiers. In het gehele parcours wordt de rijkdom van het bestand geloofd om zijn inhoud. Medio 19de eeuw wordt in de Annales de la Société d’Emulation pour l’étude de l’histoire des antiquités de la Flandre Tome 1-2e serie, 1843 p. 254 de erbarmelijke toestand aangeklaagd waarin zeer oude en interessante stukken worden bewaard. Het zou in deze samenvatting kunnen erop lijken dat instanties buiten Poperinge de archieven in handen namen. We vermelden toch enkele andere:

Namen[bewerken | brontekst bewerken]

Denuncq Albert Joseph (Geboren in Norrent-Fontes 14-05-1763), priester in de abdij van Clairveaux. Onder de Franse Revolutie dook hij onder in Poperinge (Boeschepstraat 88, Poperinge. 1793). Zijn handschrift stopt in 1837. Het is met de nodige kritische zin te lezen, maar opende voor zijn tijd zeker de waarde van het stadsarchief.

Altmeijer Jean Jacques (Geboren in Luxemburg 20-01-1804). Hij was leraar in het college van Ieper. Een merkwaardig man want hij interesseerde zich als Iepers inwoner over de documenten in het Poperings archief. Notices historique sur la ville de Poperinghe, Gent, 1840. Hij werd later professor in Brussel aan de Universiteit en overleed 15-09-1877. Hij heeft het eerste historistisch werk over Poperinge op zijn naam.

Opdedrinck Juliaan (Geboren Stene 27-06-1851 + Damme 02-04-1921). Hij was priester en deelde zijn interesse met de jonge Arthur Merghelynck. Als medepastoor in de Sint Jansparochie in Poperinge en proost in het Davidsfonds had hij de mogelijkheid het stadsarchief frequent te bezoeken. In zijn uitgave zien we een voetnoten apparaat dat duidelijk verwijst naar de rubricering van de op gang zijnde klassering. Hij is de auteur van verschillende interessante eigentijds gekleurde uitgaven over het Poperinge. In de latere periode na 1901 is hij meer bezig met Damme.

Terug in Poperinge[bewerken | brontekst bewerken]

Door de Rijksarchivaris Carlos Wyffels kwamen 84 stukken van 1312 tot 1779 terug naar Poperinge. Het oudste handelt over de leprozerie met de kapel, in 1366 aanvankelijke toelating tot het graven van de vaart, 1223 de toelating markt te houden, e.a. Uit deze akten zijn de geschillen met Veurne en Ieper en de brand 24-05-1565 af te leiden. Het garnizoen van Ieper steekt Poperinge in brand (godsdienstberoerten 1584), enz. Via de receuils van Felix-Henri D'Hoop: Cartularium: recueil des chartes du prieuré de Saint-Bertin, à Poperinghe, et de ses dépendances à Bas-Warenton et à Couckelaere, déposées aux archives de l'état, à Gand zijn er heel wat oude stukken toegankelijk gemaakt die in de archieven van de St.-Bertinusabdij lagen. Enkele stukken die uit het Rijksarchief terugkeerden zijn eveneens in D’Hoop omgezet. Felix Henri. H. D’Hoop, Cartelarium – Receuil des Chartres de St.-Bertin

Oscar Fiers[bewerken | brontekst bewerken]

Oscar Fiers (Poperinge 09-11-1869 + Poperinge 14-06-1950) is een sleutelfiguur in het verhaal. Zijn bedrijvigheid is al heel vroeg te merken. Hij was secretaris van de Katholieke Kring en de Katholieke Harmonie van de Sapeurs Pompiers. In 1905 volgt hij Edmond van Wtenberghe op als secretaris van de Burgerlijke Godshuizen. Hij blijft met de sociale diensten verbonden tot in 1942. De gemeenteraad geeft hem de opdracht – nog maar eens – om de archieven te klasseren in 1928. Zijn gedrevenheid en het resultaat heeft lang vruchten gedragen. De meeste publicaties van einde twintigste eeuw gebruikten zijn fiches om historische feiten te situeren.

Eerste Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Van de kelder naar de Letterbeek[bewerken | brontekst bewerken]

Archieven[bewerken | brontekst bewerken]

De archieven bewaard in het stadsarchief zijn in de loop der jaren op een eigen indeling georganiseerd en worden geleidelijk anders geordend. Ook academici verwonderen zich over de rijkdom van de inhoud en de relatieve volledigheid van bepaalde collecties. De processen vanaf 1580 tot het Ancien regime, waaronder dossiers en onderscheiden delen cleenberecht, boeten, delicten, de rolle, ….. Zelfs de naamgeving wijst op de geheel eigen weg die het erfgoed is gegaan. Verkopingen worden halmen genoemd, er zijn deelloten en eden van voogden. Maar de aparte archivarisbezetting bracht een opdeling mee met minder geijkte klassering je vindt er de subalterne wetten, de resoluties en de speciale processen en de geschillen met de proosdij afzonderlijk. Dit wordt in het probat systeem, waar Poperinge een voorbeeldige rol in speelt, gaandeweg opgewaardeerd.

  • Stad- en gemeenten van Poperinge en Vleteren
  • OCMW Poperinge
  • Burgerlijke Godshuizen
  • Gasthuis
  • Sint Michielsgesticht
  • Families
  • Bedrijven- en verenigingen
  • Politici
  • Kerkfabrieken van Onze Lieve Vrouw, Sint Jan en Sint Bertinus.
  • Het Zwijnland werd in de 17de eeuw door de abt van Sint Bertinusabdij te Omaars|Sint Omaars aangekocht waardoor de stad meerdere documenten in zijn bezit heeft: halmen (verkopingen), processen en deelloten (erfenissen).

Collecties[bewerken | brontekst bewerken]

De collecties omvatten

  • Kranten van Het Wekelijks Nieuws
  • Kaarten en plannen
  • Affiches
  • Bidprentjes

De bidprentjes van de VPA (Virenden van het Poperings Archief) zijn te consulteren online arch-poperinge.be

  • Rouwbrieven
  • Kiezerslijsten

Digitale toegangen[bewerken | brontekst bewerken]

Van alle plaatselijke gebeurtenissen is er naast wat op het grote wereldtoneel gebeurde wel iets te vinden in De Poperinghenaar of Het Wekelijks Nieuws. In deze digitale krantenkiosk kan je de kranten uit de regio Ieper-Poperinge doorbladeren op zoek naar 'oud' nieuws, je kan ze op woordniveau doorzoeken, delen en downloaden. De digitale kranten tot en met 1944 zijn volledig openbaar en toegankelijk vanop elke computer met internettoegang. Omwille van het auteursrecht zijn zijn kranten jonger dan 70 jaar slechts beperkt openbaar toegankelijk. Inzage in alle digitaal beschikbare jaargangen is mogelijk in alle bibliotheken, archieven en documentatiecentra van Diksmuide, Heuvelland, Ieper, Kortemark, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Poperinge, Veurne, Vleteren en Zonnebeke. Kranten die nog niet zijn gedigitaliseerd kan je, met enige beperkingen, inkijken in de stadsarchieven van Ieper en Poperinge.

  • Collecties

Onzen Heertje erfgoedvereniging vzw heeft zijn digitale collectie op hun eigen website. De collectie zelf is in het stadsarchief van Poperinge ondergebracht. 25000 prentjes uit het religieus erfgoed zijn alfabetisch toegankelijk in het stadsarchief. Probatnr. BE SAP PA/OH/P.B./1.

  • Genealogie

In bewaring via de VPA zijn er in het stadsarchief meer dan 600 classeurs met rouwbrieven alfabetisch toegankelijk.

  • Beeldbank