Gebruiker:Hoyanova/Berenboer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Beeld van een berenboer in Gemert-Bakel

Een berenboer is een in Nederland en België verdwenen beroep dat tot eind jaren zeventig van de 20e eeuw bestond. Hij was voor de komst van kunstmatige inseminatie verantwoordelijk voor het door zijn varkensberen laten dekken van de zeugen van varkensboeren.

Werkwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Een berenboer was een boer die naast een eigen vaak kleine keuterboerderij meerdere varkensberen hield voor de bevruchting van zeugen. Hij werkte in een areaal dat meerdere dorpen omvatte. De berenboer bezocht met zijn fokberen de boerderijen. Onderling maakten berenboeren afspraken over de verdeling van de werkgebieden en de gevraagde dekprijzen. Tot na de tweede wereldoorlog waren de arealen klein en bezocht de berenboer meestal te voet de klanten. De beer liep voor de boer uit en werd met de wandelstok in de juiste richting gedirigeerd. De boer plande zijn dekafspraken in een ochtend en middagdeel. De gemiddelde beer kon namelijk maximaal drie dekkingen doen zodat hij in de middag met een andere beer op pad ging. Sommige berenboeren hadden een kar met paard waarop de beren van boerderij naar boerderij gebracht werden. Na de oorlog werkten de meeste berenboeren met een kar met traktor of auto waarmee de beren vervoerd werden. Daarmee konden meerdere boerderijen per dag bezocht worden en werden de arealen van een berenboer groter.

Dekkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Afspraken werden gemaakt in het verleden via de melkrijder of postbode of bezorger die langs boerderijen gingen en dan als er een zeug dekrijp was dit doorgaven aan de berenboer op hun ronde. Na de oorlog werden de afspraken via de telefoon gemaakt. Een zeug werd gemiddeld binnen een week nadat haar biggen bij haar waren weggehaald weer dekrijp. Een boer plande dit zo dat meerdere zeugen tegelijk gedekt konden worden. Nadat de zeug gedekt was werd de pluim van de staart afgeknipt. Mocht de zeug niet zwanger worden dan was een herdekking na drie weken gratis. Het dekgeld werd per zeug na de eerste dekking afgerekend en met grotere varkensfokkers werd vaak een vast jaarcontract afgesloten. Dit ook om te voorkomen dat een boer zelf een beer aanschafte. Soms lukten dekkingen niet en dan was het vaak mogelijk om de zeug naar de berenboer te brengen waar ze dan verbleef totdat ze zwanger was.

Einde[bewerken | brontekst bewerken]

Het einde van het beroep werd veroorzaakt door de ten eerste de schaalvergroting - verkensfokkers hielden veel meer zeugen en dan werd het goedkoper om zelf een beer te nemen. Een tweede echte doodsklap voor het beroep was de kunstmatige inseminatie waardoor een beer niet meer nodig was.