Naar inhoud springen

Gebruiker:JeffreyJojoi/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een marketspace is een op informatie en communicatie gebaseerde digitale uitwisselingsomgeving.[niet geverifieerd in instantie] Het is een marketingconcept dat midden jaren negentig opkwam. In marketspaces hebben fysieke grenzen geen invloed op koop-/verkoopbeslissingen. Er bestaan verschillende sectorspecifieke marketspaces. De term werd geïntroduceerd door Jeffrey Rayport en John Sviokla in hun artikel "Managing in the Marketspace" uit 1994 dat verscheen in Harvard Business Review.[1][2]

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Een marketspace is een op informatie en communicatie gebaseerde digitale uitwisselingsomgeving.[1][2] In een marketspace worden informatie en/of fysieke goederen uitgewisseld, en vinden transacties plaats via computers, met gebruikmaking van netwerkelementen zoals blogs, forums en speciale toepassingen. Bedrijven en klanten creëren conversaties over producten en diensten, conversaties buiten de controle van een bepaald bedrijf (zoals een fysieke winkel) wanneer een marketingcampagne of een probleem met de klantenservice de aandacht van de consumenten trekt. Later ging de term internet dezelfde concepten omvatten.

Marktplaats[bewerken | brontekst bewerken]

Een marktplaats biedt soortgelijke diensten voor kopers en verkopers. Verkopers kunnen hun goederen aanbieden en kopers hun behoeften. De marktplaats koppelt geschikte kopers en verkopers op basis van prijs, locatie en timing. Online marktplaatsen zoals Etsy of eBay bieden verkopers de mogelijkheid om producten weer te geven en te verkopen en daarbij te profiteren van het verkeer naar de site. De eigenaar van de marktplaats ontvangt doorgaans een commissie op de verkoop.

In 1999 werd in The Cluetrain Manifesto besproken hoe de traditionele marktplaats (of bazaar) zich aanpaste aan het webtijdperk - waar "markten gesprekken waren". Tegen 2010 hadden online marktplaatsen zoals Amazon, eBay en Facebook een dominante positie verworven.

Impact[bewerken | brontekst bewerken]

Het artikel in Harvard Business Review leidde tot verschillende academische onderzoeken,[3][4][5] vooral in het internationale bedrijfsleven.[6][7] Jim Hamill, destijds docent aan de marketingafdeling van de Universiteit van Strathclyde in Schotland, VK, was een van de eersten die dit verband opmerkte in een paper uit 1997.[8]