Naar inhoud springen

Gebruiker:Lahusstege/Nieuw artikel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Josephus (Joost) Hubertus Maria Sicking, (Tilburg, 18 februari 1932 – Riel, 15 januari 1986), was een Brabantse beeldend kunstenaar uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Hij werkte voornamelijk figuratief en stond bekend om zijn onderzoekende en experimentele stijl.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

Joost Sicking werd op 18 februari 1932 te Tilburg geboren als vierde kind van Henriëtte Sicking-van Gils en kunstschilder en directeur van de R.K. Akademie voor Beeldende en Bouwende Kunsten Tilburg (1922-1954) Henri Sicking. Hij verloor zijn linkeroog tijdens een V1 bombardement op het pension Huize Mariëngaarde te Tilburg in 1945, waar hij als misdienaar diende. Dit heeft geleid tot experimenten met perspectief die later een belangrijke rol in zijn werk hebben gespeeld.

Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Hij begon zijn opleiding in 1950 aan de Kunstacademie van Tilburg, waar hij tot 1952 is blijven studeren. Vervolgens is Sicking doorgestroomd naar het Hoger Instituut voor Schone Kunsten St. Lucas te Gent waar hij in 1953 De Grote Onderscheiding voor naaktmodel schilderen ontving. Van 1954 tot 1959 was hij student aan het Koninklijk Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Hier heeft hij onder andere les gekregen van Professor A. Zarina. Ook maakte Sicking in 1954 een studiereis naar Italië, waarvoor hij een studiebeurs ontving.

Sicking studeerde met ondermeer Hans van Zummeren, waaruit een levenslange vriendschap ontstond. Ze schreven later pamfletten uit protest tegen gevestigde Brabantse kunstinstellingen en exposeerden een aantal keren samen.

Tijdens zijn leven[bewerken | brontekst bewerken]

Gedurende zijn studie in Antwerpen bleef Sicking actief in Nederland. Hij nam deel aan de Tilburgse Kunstmarkt, de Kunst Klottermarkt en de Artiestenkroeg in Tilburg en presenteerde onder andere werk in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ook ontving hij de prijs voor Schone Kunsten van de provincie Noord-Brabant in het Noord-Brabants Museum (1957) en schonk hij werk aan de Red een Kind-veiling georganiseerd door Tilburgse kunstenaars in 1959, waarvan de opbrengst naar de Algerijnse vluchtelingenkinderen ging.

In 1961 publiceerde hij met Hans van Zummeren de eerste van vele pamfletten. Hoe schraler de oogst, hoe lastiger de kraaien was een protest tegen het kunstbeleid tijdens biënnale in het Van Abbemuseum te Eindhoven. Publicaties zoals deze zijn kenmerkend voor de actieve politieke houding van Joost Sicking ten opzichte van kunstbeleid. Een hoogtepunt kan het Zwartboek Vinger in de Pap, over het Tilburgse beleid tégen de kunsten genoemd worden. Het Zwartboek is ondertekend door de Werkgroep Intern Fundamenteel. De leden: Cees Gubbels, Joachim Heydenrijk, Theo Mols, Joost Sicking, Jan Spit & Marc Taminiau. Ook wel genoemd: groep “het haasje”.

In 1962 trouwde Joost Sicking met Helma Hutten. Helma voerde door Sicking ontworpen objecten in emaille uit, waaronder de Vaas uit 1984.

Exposities en samenwerking[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn eerste solotentoonstelling vond plaats in 1965 in ’t Meyhuis te Helmond, een jaar later gevolgd door een solo in de Stadsschouwburg, Tilburg, waar ‘de Val’ was uitgeroepen tot schilderij van de maand. Tevens zond de KRO, Rubriek Galerij door Simon Adelberg een korte documentaire uit op 16 maart 1966. Het betrof het werk op krantenpapier dat Sicking in die periode maakte. In 1968 werd opnieuw een schilderij van Sicking gekozen als werk van de maand, Stadsschouwburg Tilburg.

In 1969 exposeerde Sicking zijn eerste beelden tijdens de Katholieke Studenten Dagen, Katholieke Hogeschool Tilburg. De houten beeldengroep was getiteld ‘Stad van de Mens’.

Hij gaf in de jaren 70 les aan de beeldenaar, Breda, waar Lex van Buitenen directeur was. In die periode deed Sicking tevens een aantal performances waaronder de ludieke Begrafenis van de Voet.

In 1972 was Sicking, als lid van commissie De Roos, betrokken bij de oprichting van het Kultureel Sentrum aan de Koningswei in Tilburg. Met o.a. Leo Pot, die later directeur van de Stadsschouwburg werd, en Myria Nulden. Zij bracht Sicking in contact met een van zijn latere biografen, kunstcriticus en schrijver Chris Bergman.

In de jaren ’60 –‘85 exposeerde Sicking in regelmatig in groepsverband bij het Van Abbemuseum, Eindhoven, Noord-Brabants Museum, Den Bosch, Stedelijk Museum, Amsterdam, Olaf, Brabant Biënnales en tentoonstellingen georganiseerd door Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Brabant o.l.v. Domien van Gent.

Sicking exposeerde ondermeer met: Lucebert, Karel Appel, Kees van Bohemen, Sjef Diederen, Co Westerik, Wessel Couzijn, Cees Gubbels, Joachim Heydenrijk, Ad Louweringer, Jan Spit, Hans van Zummeren, Jan Gregoor, Shinkichi Tajiri.

Een aantal Nederlandse en buitenlandse galeries maakte tentoonstellingen met het werk van Joost Sicking, zowel solo als in groepsverband, waaronder: Kunstkamer Binon, Antwerpen, Galerie den Ooievaar, Oisterwijk, Galerie Kokon, Tilburg, Galerie Segeren, Breda, Galerie De Heer, Tilburg, Galeria Billar-t, Lima, Peru, Galerie Poller, Frankfurt, Galerie Tegenbosch, Heusden & Eindhoven, Galerie Hüsstege, Den Bosch, Galerie Kathareze, Tilburg.

Joost Sicking overleed 15 januari 1986 op 53-jarige leeftijd te Riel. Na zijn dood heeft zijn vrouw Helma het grootste deel van het oeuvre gearchiveerd en gedocumenteerd. Ook restaureerde zij diverse schilderijen.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Stijl[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn stijl was een combinatie van figuratief en experimenteel. Sicking gebruikte eveneens ‘laagwaardig’ materiaal, zoals krantenpapier. De gedrukte letters dienden tevens als ritme. Later komen daar handgeschreven letters voor in de plaats. Ook beschilderde hij schedels van dieren en mensen om de werking van kleur te onderzoeken. Sicking was een goed tekenaar, zijn vader had hem al op jonge leeftijd perspectief leren tekenen. Daarna werd hij klassiek opgeleid aan de diverse academies. Toch streefde hij niet naar realisme of zelfs maar naturalisme. Aanvankelijk expressionistisch en donker werk werd eind jaren zestig licht en kreeg veel weg van een kindertekening. Het wit werd een belangrijk element in zijn werk.

Schilderijen (Selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • Baby in kinderstoel, 1963.
  • Wassende vrouw, 1965.
  • De Val, 1966.
  • Vrouw in rode fauteuil, 1967.
  • Circus, 1968.
  • Het Raadseltje, 1969.
  • Gele Harten, 1973.
  • Schijtende Olifant, 1976.
  • Ik heb een museum om me heen gebouwd, 1983.
  • 3 + 3 = 7, 1984.
  • Letters, 1984.
  • Schilderij met vazen, 1984.
  • De Wandeling, 1986.

Objecten (Selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • Beschilderde koeienschedel, 1964.
  • Tante Antje, 1969.
  • Vaas met licht- en schaduwzijde, 1984.
  • Vaas, 1984.

Tentoonstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

Solo[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1966, Schilderij van de maand ‘De Val’, Stadsschouwburg Tilburg, april.
  • 1968, Kunstwerk van de maand, Stadsschouwburg Tilburg, februari.
  • 1969, Stad van de Mens, Katholieke Studenten Dagen, Katholieke Hogeschool Tilburg. 23 – 31 jan.
  • 1971, Galeria Billar-t, Lima, Peru.
  • 1981/82, Kultureel Sentrum, Tilburg.
  • 1984/85, Galerie Segeren, Breda.

Groep[bewerken | brontekst bewerken]

  • Kies hier 5 (anders wordt het te veel).

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Eigen publicaties ([bewerken | brontekst bewerken]

Joost publiceerde zelf ook werk? in verband met performances of als kritiek op de maatschappij (inleidend stukje 1 a 2 regels)

  • 1961, Pamflet ‘Hoe schraler de oogst, hoe lastiger de kraaien’, met Hans van Zummeren
  • 1962, Pamflet Kip-Ei, met Hans van Zummeren
  • 1962, Pamflet Ine Mine Mutte, met Hans van Zummeren
  • 1969, Tekst bij de Stad van de Mens, Katholieke Studenten Dagen, Katholieke Hogeschool, Tilburg
  • 1970, Trouwe vriendschap tot en met deze tentoonstelling, met Cees Gubbels en De Roo (Rob de Rooy)
  • 1970, Zwartboek ‘Een vinger in de pap’, over het Tilburgse gemeentebeleid tegen de kunsten, werkgroep Internfundamenteel, met Joachim Heydenrijk, Cees Gubbels, Theo Mols, Marc Taminiau, Jan Spit
  • 1985, Tekst bij tekeningen over de kleurenleer en bij tekeningen over de verschillende vormen. N.a.v. expositie boerderij Denissen

Krantenartikelen (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

of we maken hier een opsomming van maximaal 7 of we schrijven een stukje over dat hij in vele artikelen en interviews stond en waarom.

Film en TV[bewerken | brontekst bewerken]

  • KRO Galerij, Simon Adelbergs, 1966.
  • Joost Sicking Dedooiekunstenaar, Nina Zeelenberg, 2017.