Gebruiker:Marten Bouma/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Gerrit Nanninga (1858 - 1933) Groningen geboren 5-12-1858 Gerrit, zoon van Gerrit Gerrits Nanninga

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

Gerrit Nanninga (1858-1933) is in Groningen geboren op 5-12-1858. Gerrit is zoon van Gerrit Gerrits Nanninga1832 - 1879) timmersknecht en Jantje Knijpenga (1834 - 1905). Hij was de eerstgeborene van een groot gezin;

  1. Gerrit Nanninga (1858-1930), gehuwd in 1881 met Jantien Leenders Nauta (1853-1888) en later gehuwd in 1892 met Grietje Kloppenburg (1867-1935)
  2. Stephanus Nanninga (1861-1938), gehuwd met Adriana Geraldina Jaquet (1870-1937)
  3. Harmannus Nanninga (1864-1948), in 1890 gehuwd met Neeltje Boon (1867-1947)
  4. Martha Nanninga (1866-1945), in 1891 gehuwd met Adam Doesburg (1864-1929)
  5. Jacobus Nanninga (1869-1952), in 1899 gehuwd met Foukina Dood (de Brouwers, 1872-1959)
  6. Helena Nanninga (1871-1941), in 1904 gehuwd met Johannes Fellinga (1871-1934)
  7. Jantje Nanninga (1874-1876)

Nanninga ging van zijn 6e tot zijn 10e op een christelijke school die dichtbij was, het gezin woonde toen een eind buiten de stad Groningen. Omstreeks 1868 verhuisden ze naar de stad. Zijn vader was van timmermansknecht meesterknecht geworden.Van zijn 12e tot zijn 14e volgde hij de lagere burgerschool. Daarna volbracht hij 1 jaar praktische ambachtsschool en ging verder met opleiding in het timmervak. Het milieu wordt door L.H. Wilde gekarakteriseerd als "positief christelijk" (Hoofdvakscriptie Ria van Dijk maar 1973; Gerrit Nanninga en de Coöp. Productie- en Verbruikersvereniging "De Toekomst" (link naar wikipagina De Toekomst).

Nanninga's vader was een van de eerste voorbevechters van de Algemene Groninger Werklieden Vereniging en stierf als "overtuigd vrijdenker" (Ria van Dijk). Nanning werd in 1878 lid en de Algemene Groninger Werklieden Vereniging.

Volwassen[bewerken | brontekst bewerken]

Gerrit Nanninga, timmerman, is op 12-05-1881 in Groningen getrouwd met Jantien Leenderts Nauta (1853), dochter van Leendert Nauta en wijlen Elsina van Hemmen. Een van de getuigen was Hendrik van Hemmen, landbouwer en wonende te Haren

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Jantje Elsina (1881-1891)

2. Gerrit Leendert (1883-1898)

3. Leendert (1885-1956)

4. Stephanus Hermannus (1888-1913)

Op 26-11-1888 is Nanninga's vrouw Jantien overleden en begraven op de Zuiderbegraafplaats in Groningen.

Zijn tweede huwelijk was op 10-11-1892, toen met beroep winkelhouder, met Grietje Kloppenburg (1867), dochter van Klaas Harmannus Kloppenburg, goudsmit, en wijlen Johanna Servontein.

Kinderen uit Nanninga's tweede huwelijk:

5. Klaas Harmannus (1894-1895)

6. Jan Hendrik (1896?-1962)

7. Johanna Klazina (1899-1943)

Op 5-5-1933 is Gerrit Nanninga overleden, 74 jaar oud. Het adres was Taco Mesdagplein 7a, te Groningen. Zijn vrouw Grietje is op 67-jarige leeftijd overleden op 15-04-1935 en beiden zijn begraven op begraafplaats Esserveld in Groningen.


Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Werd geboren in de stad Groningen. De vader was timmerman en nam aktief deel aan het verenigingsleven in het oude werkliedenverbond. De zoon, die ook in het timmervak ging, sloot zich evenals zijn vader aan bij het liberaal getinte werkliedenverbond, waar hij zich echter al spoedig weinig thuis gevoelde. Hij deed herhaaldelijk pogingen om de vereniging te halen uit het slop van het liberalisme, maar vond daarvoor onvoldoende steun bij zijn kameraden. Toen Domela Nieuwenhuis in 1880 zijn propaganda-tocht maakte naar Groningerland en ook in de stad Groningen als woordvoerder in een openbare bijeenkomst optrad, was de jonge Nanninga onder zijn gehoor. Hij werd door het woord van Nieuwenhuis onmiddellijk gegrepen en was al spoedig een aktief strijder voor het algemeen kiesrecht. Toen in 1885 de afdeling Groningen van de Sociaal-Demokratische Bond tot stand kwam, sloot Nanninga zich er onmiddellijk bij aan. Hij trad al spoedig naar buiten op de voorgrond. Dit was niet naar de zin van zijn patroon en hij werd ontslagen. Nanninga echter ontmoedigde dat niet, al maakte hij toen wel een moeilijke tijd door.

Toen echter in 1888 de coöperatie "De Toekomst" tot stand kwam, werd Nanninga kastelein van het volksgebouw en administrateur, tevens adminstateur van de volksbakkerlijk. In laatsgenoemde taak zou hij zijn levenswerk vinden. Ca. 40 jaren heeft hij de coöperatie gediend, waarbij hij deze tot een gezonde bloei bracht. Ook op politiek terrein bleef hij niet werkloos.

Toen Domela Nieuwenhuis de anarchistische weg insloeg, brak Nanninga met hem en behoorde in 1894 tot de eersten, die zich bij de opgerichte S.S.A.P. aansloten. Gedurende 21 jaren heeft hij in de Groninger Gemeenteraad de S.D.A.P. vertegenwoordigd. Van 1900-1921 had hij er zitting in.

De laatste jaren van zijn leven geraakte hij in het politieke leven op de achtergrond en maakte er de schijn van meer en meer strijdensmoe te zijn. Omstandigheden van huiselijke aard (het overlijden van een volwassen zoon en het zenuwlijden van zijn echtgenote) zullen daartoe stellig hebben bijgedragen.Hij overleed op 75-jarige leeftijd in 1933.


Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]