Gebruiker:Meergem/kladblok/Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag is een Nederlandse wet die opnieuw vastgesteld is in 1996. Doel was een regeling te treffen in verband met de totstandkoming van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden voor buitengewone bevoegdheden van burgerlijk gezag. De wet dateert oorspronkelijk uit 1952.

In de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden zijn in 1996 de Staat van Oorlog en de Staat van Beleg zijn afgeschaft en dat daarvoor in de plaats zijn gekomen de beperkte noodtoestand en de algemene noodtoestand.

Uitvoering door ministers, commmissarissen van de koningin en burgemeesters[bewerken | brontekst bewerken]

in werking treding

In geval van een noodtoestand laat de regering (via een Koninklijk besluit op voordracht van de Minister-president) de wet in werking treden.

bevoegdheidsverdeling

Daarna oefenen de Commissaris van de Koningin en de burgemeester hun bevoegdheden voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid uit op aanwijzing van de Minister van Binnenlandse Zaken. De burgemeester handelt daarbij ook op de aanwijzingen van de Commissaris. De Minister van Binnenlandse Zaken kan de openbare orde en veiligheidstaken van de Commissaris van de Koningin en de burgemeester naar zich toetrekken of aan een ander burgerlijk gezagsorgaan toekennen. De Staten Generaal kunnen de wet weer buitenwerking stellen.

bijzondere noodbevoegdheden
  • De Minister van Binnenlandse Zaken, de commissaris van de Koningin en de burgemeester kunnen van een ieder inlichtingen vragen en inzage krijgen in stukken/informatiedragers.
  • De Minister van Binnenlandse Zaken en bij spoed de commissaris van de Koningin kunnen iedereen interneren waar een gegrond vermoeden van bestaat dat hij/zij een gevaar is voor de openbare orde en veiligheid.
  • De Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie kunnen de artikelen 54 tot en met 57 van de Politiewet 1993 gezamenlijk of afzonderlijk voor het gehele land of een gedeelte daarvan buiten werking stellen
  • De Minister van Binnenlandse Zaken het vervaardigen, uitgeven, voorhanden hebben, verspreiden, aanbrengen of in de handel brengen van geschriften, opschriften, tekeningen of afbeeldingen beperken. Bepaalde geschriften, opschriften, tekeningen of afbeeldingen kunnen zelfs geheel verboden worden.
  • De burgemeester kan samenkomsten op openbare plaatsen en samenkomsten van meer dan tien personen op niet-openbare plaatsen verbieden. Voor een betogingen is een schriftelijke vergunning nodig.

Kosten en middelen[bewerken | brontekst bewerken]

De wet is nog nooit toegepast. Buiten de noodtoestand betreft dit slapende wetgeving waarvoor instanties geen kosten hoeven te maken.

schade onterechte internering

De Minister van Binnenlandse Zaken kan als achteraf blijkt dat een internering onterecht was op verzoek van een gewezen geïnterneerde of diens erfgenamen naar billijkheid een geldelijke tegemoetkoming toekennen voor de schade die door de internering is geleden.

Externe Link[bewerken | brontekst bewerken]