Naar inhoud springen

Gebruiker:Mtrebels/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hugo (Roepnaam John) Trebels[bewerken | brontekst bewerken]

Hugo (Roepnaam John) Trebels (Batavia, Nederlands - Indië 20 februari 1905 - Den Haag, 28 februari 1968) Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij officier in het Koninklijke Nederlands Indisch Leger (KNIL). Heeft zowel in Duits als in Japans krijgsgevangenschap gezeten.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

John Trebels werd geboren op 20 februari 1905, te Batavia in het toenmalige Nederlands-Indië, een nakomertje en zoon van een tot Nederlander genaturaliseerde Duitser, Matthias Joseph Trebels. In 1914 vertrekt een deel van het het gezin naar Nederland, waar John in Den Haag de H.B.S. doorloopt.

Na de H.B.S. gaat hij eerst naar de Cadettenschool waarna hij begint aan de 3 jarige opleiding tot officier aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Hierbij meld John zich aan voor het Koninklijke Nederlands Indische Leger, wat gezien zijn geschiedenis te verklaren is.

Eind 1926 studeert John af aan de K.M.A. en wordt als 2e Luitenant der Infanterie van het K.N.I.L overgeplaatst naar Nederlands- Indië. Samen met zijn kersverse bruid, op 30 augustus 1926 is hij getrouwd met Carolina (Lien) van Bellen.

gedurende de periode 1926- 1939 heeft John verschillende functies bekleed en worden er twee kinderen geboren, Fred (1927) en Astrid (1930).

Om in aanmerking te komen voor een hogere militaire rang gaat John, samen met zijn gezin terug naar Nederland, naar Den Haag om hier aan de Hogere Krijgsschool te studeren.

Echter, het studeren duurde niet lang, omdat de oorlogsdreiging steeds serieuzer werd. Het Nederlandse leger werd gemobiliseerd en John werd toegewezen aan de staf van de I Divisie en dient hier tijdens de Duitse inval op 10 mei1940.

Nederland heeft weinig kans en moet zich overgeven, op 15 mei 1940. Het Nederlandse leger wordt gedemobiliseerd. Hierbij worden door de Duitsers aan de Nederlandse beroepsofficieren gevraagd om een erewoordverklaring te tekenen, waarin ze beloven zich niet te verzetten tegen Duitsland. Wie weigert te tekenen zal afgevoerd worden in krijgsgevangenschap. Er ontstaat een discussie in de dagen tot aan de ondertekening, onder de Nederlandse officieren. Maar op 14 juli 1940, de dag dat de verklaring ondertekent dient te worden, tekenen 69 officieren en onderofficieren de verklaring niet. Waaronder John.

De 69 Nederlanders worden direct afgevoerd in krijgsgevangenschap naar Oflag VIa Soest in Westfalen. Na een mislukte ontsnappingspoging, worden de gevangenen verder gebracht naar Oflag VIIIc Juliusburg in Polen.

Ontsnapping uit Duits krijgsgevangenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Oflag VIIIc Juliusburg was een klooster van drie verdiepingen hoog en voor twee derde was het gebouw ingericht als krijgsgevangenkamp. Naast de Nederlander waren er ook Belgische officieren ondergebracht. De Nederlandse Officieren komen hier op 14 november 1940 aan. De Duitser behandelden de officieren redelijk goed, zij hielden zich hier in ieder geval aan de Conventie van Geneve, wat o.a. inhield dat officieren in gevangenschap geen werk mochten verrichten.

Er was veel tijd voor ontspanning sport maar ook om te onderzoeken hoe men kon ontsnappen. Samen met zijn vriend Frans van der Veen gaat John op zoek naar manieren om te ontsnappen. Beiden willen graag naar Nederlands Indië, op dat moment nog vrij om daar weer de wapenen op te pakken. Er worden voorbereidingen getroffen en informatie verzameld over de te nemen route. Ook Lien Trebels, de vrouw van John hielp mee in de voorbereiding, Zij stuurden verstopt in etenswaren Duits geld op dat gebruikt kon worden tijdens de ontsnapping.

De twee officieren ontsnappen op 6 april 1941 via het Klooster en reizen door Polen, Oost en Zuid Duitsland naar de Zwitserse grens. Een tocht waarbij meerdere hachelijke momenten ontstaan, bijvoorbeeld als zij Duitse soldaten uit het kamp tegenkomen of gevolgd worden door de Gestapo. Maar ze bereiken de Zwitserse grens en weten deze over te steken. Na een korte gevangenschap, want er moest eerst gecheckt worden of zij geen Duitse spionnen waren, worden zij aan de Nederlandse Ambassade overgedragen. Deze voorziet hen van valse paspoorten waarna zij de reis via Frankrijk, Spanje, Portugal en Zuid Afrika konden voortzetten naar Nederlands Indië. Hier komt John aan op 30 oktober 1941.

De strijd tegen de Japanners[bewerken | brontekst bewerken]

Als op 7 december 1941 de Japanners De Verenigde Staten verassen met een aanval op Pearl Harbour verklaart de Nederlandse regering in Londen de oorlog aan Japan. Overigens antwoord Japan eerst dat het niet met Nederland in oorlog is en probeert zij eerst vooral via onderhandelingen meer olie geleverd te krijgen vanuit Nederlands Indië. Destijds was Nederlands Indië de op drie na grootste exporteur van olie. Maar op 17 december 1941 vallen de Japanners aan.

John is op dat moment als Kapitein toegevoegd aan de Staf van het 6 Regiment der Infanterie te Malang. In een poging om de Japanners te verslaan werden alle Geallieerden land- en zeestrijdkrachten onder een gezamenlijk commando geplaatst, het American-British-Dutch-Australian Command (ABDA). Het kon de Japanse opmars in Nederlands Indie niet tegenhouden.

John werd op 8 februari 1942 overgeplaatst naar Sumatra, als Chef Territoriaal Commando van Midden-Sumatra onder Generaal Majoor Overakker. Hier bevind hij zich tijdens de capitulatie op 9 maart 1942 en komt hij wederom in krijgsgevangenschap. in Augustus wordt John, samen met andere Nederlandse soldaten naar Thailand vervoert. Hier zal hij o.a. in No.3 Branch Camp te werk worden gesteld aan de beruchte Birma spoorlijn. Na de capitulatie van Japan, keert hij op 20 november 1945 terug in Nederland.