Naar inhoud springen

Gebruiker:Muijz/Kladblok10

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

{{Infobox dynastie |naam = Floris van Borselen |leven = -1368 |functie = Heer van Sint-Maartensdijk |periode = 1354-1368 |voorganger = geen |opvolger = [[Frank van Borselen (1320-1386)|Frank van Borselen]] |vader = Klaas I van Borselen |moeder = Jenne of Johanna van Zevenbergen |dynastie = Van Borselen }} '''Floris van Borselen''' (latijn: "Florens de Bersalia") (??? – [[1368]]) was heer van Sint-Maartensdijk, wat toen nog bekend stond als het land van [[Haestinge]], zegelbewaarder voor de graaf van Zeeland (1353) en kastelein van [[Heusden (vestingstad)|Heusden]] (1357-59). ==Levensloop== Hij was een zoon van Nicolaas of [[Klaas I van Borselen]], Heer van Brigdamme en een kleinzoon van [[Wolfert I van Borselen]]. Hij wordt voor het eerst genoemd in een charter op [[2 september]] [[1351]] in de Zeeuwse raad van de graaf van Zeeland; hij dankte deze positie aan zijn invloedrijke vader die hij spoedig zou opvolgen. Tussen 12 februari 1353 en 26 juli 1353 bekleedde hij de functie van "Groot zegelaar" van [[Willem V van Holland]]. Op 10 januari 1354 kocht hij circa 16 hectare grond van Willem V van Holland en beschikte zo over het land van Haestinghe met bijbehorende "stenen huis" ([[Kasteel van Sint-Maartensdijk]]) dat voorheen van [[Gheront van Overbodenen]] was<ref>Van Den Broecke, Middeleeuwse Kastelen van Zeeland, blz 153</ref>. In 1357 was hij een van de voornaamste raadsleden en adviseurs van Willem V en bemiddelde hij in de [[Brabantse Successieoorlog]] (1356-57). Voor zijn hulp werd hij beloond met [[tolvrijheid]] voor de bewoners van Haestinge, en op 28 oktober 1357 kreeg hij het levenslange bezit van kastelein over het [[Land van Heusden]]<ref>H.G. Obreen ''Het geslacht van Borselen'', in [[De Nederlandsche Leeuw]] (1927), pp. 331-332</ref> <ref>A.E. Dek, Genealogie heren van Borselen, blz 27-28</ref>. Nadat Willem V krankzinnig was verklaard, werd [[Albrecht van Beieren (1336-1404)|Albrecht van Beieren]] tot plaatsvervanger (Ruwaard) benoemd als graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. In 1358 ontstond een nieuwe "Kabeljauwse opstand" en Albrecht verdacht [[Machteld van Voorne]] en Floris van Borselen ervan de aanstichters te zijn, hoewel de Zeeuwse adel nooit officieel partij had gekozen in de [[Hoekse en Kabeljauwse twisten]]. Van Borselen zou onder andere achter een moordaanslag hebben gezeten op een abt in Middelburg in april 1358. Op bevel van Albrecht volgde er een [[Beleg van Heusden (1358-1359)|Beleg van Heusden]] om Van Borselen te laten capituleren en de zegelring van Willem van Holland terug te krijgen<ref>P. Avonds en H.M. Brokken ''Heusden tussen Brabant en Holland (1317-1357)'' (1975), pp. 88-90</ref>. Van Borselen gaf zich op 20 februari 1359 over en mocht zonder zware straffen terug keren naar Zeeland waar hij in 1368 overleed. Omdat hij geen kinderen had volgde zijn broer Frank van Borselen hem op in zijn bezittingen in Sint-Maartensdijk. {{Appendix}} [[Categorie:Huis Borssele]] [[Categorie:Adel in de Nederlanden in de 14e eeuw|Borselen, Floris van]]