Naar inhoud springen

Gebruiker:PedanticBear/KladblokLogeHVG

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Loge Het Vrij Geweeten[bewerken | brontekst bewerken]

Historie en erfgoed[bewerken | brontekst bewerken]

Oprichting van Loge Het Vrij Geweeten[bewerken | brontekst bewerken]

In 1790 werden verschillende bijeenkomsten gehouden met als doel het oprichten van een nieuwe loge in Breda. Op 27 december 1790 vroegen zeven vrijmetselaren een constitutiebrief aan, die op 10 januari 1791 werd goedgekeurd. De eerste comparitie vond plaats op 25 januari 1791 in het huis van Louis Idsert baron Sirtema van Grovestins. Tijdens deze bijeenkomst werden de naam "Het Vrij Geweeten," het devies "Hic murus aheneus esto; nil conscire sibi nulla pallescere culpa" (Dit zij ons een schutsmuur: een vrij geweten te hebben en niet te verbleken door bewustzijn van schuld), en de kleuren helder hoog rozenrood met wit of zilver vastgesteld.

De loge arbeid vond van 1791 tot 1795 plaats in de zogenaamde Kaatszaal van het Kasteel van Breda. Op 26 januari 1791 verleende de Nationale Grootloge der zeven verenigde Nederlanden een constitutiebrief. De installatie van de loge vond plaats op 4 mei 1791.

Franse bezetting en hervatting[bewerken | brontekst bewerken]

In 1793 werd Breda belegerd en ingenomen door Franse troepen. Majoor P.H.T. Moraquin, lid van Loge Het Vrij Geweeten, kreeg 224 gulden om te verdelen onder het detachement dragonders dat de stad met succes verdedigde. Van 1795 tot juni 1797 waren de loge werkzaamheden geschorst. Na hervatting werkten de broeders in een kloostergebouw tot 1802. Dit kloostergebouw, oorspronkelijk een nonnenklooster, werd later een kazerne.

Napoleontische tijd en verdere verhuizingen[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Napoleontische tijd waren in het Kasteel van Breda de troepen van Napoleon gelegerd. De loge kwam bijeen in de Kaatszaal tot 1811 en daarna in de stadsschouwburg Comedia tot 1814, toen deze volledig afbrandde. Alle bezittingen van de loge gingen daarbij verloren, wat leidde tot een schorsing van de werkzaamheden tot 1830.

In 1830 werd de loge arbeid hervat in het huis van Broeder Marchand. Ondanks een nieuwe brand in 1831 waarbij het archief opnieuw verloren ging, bleef de loge actief en verhuisde de bijeenkomsten naar verschillende locaties in Breda.

Ontwikkelingen in de 19e en 20e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In 1860 kreeg de loge een eigen Werkplaats aan de Nieuwstraat 5, waarmee een einde kwam aan de vele verhuizingen. De loge vierde haar 75-jarig bestaan in 1866 en kende sindsdien een periode van stabiliteit. In 1927 verhuisden de bijeenkomsten naar de Ginnekenweg 141, waar op 28 maart 1931 een nieuwe Werkplaats werd ingewijd.

Tweede Wereldoorlog en naoorlogse periode[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog werd de loge Het Vrij Geweeten opnieuw actief onder leiding van Jan Jacob Harts. De loge kwam bijeen in het gebouw "Ons Huis" in de Waterstraat te Breda en moest haar oude gebouw aan de Ginnekenweg terugvorderen, wat in 1947 lukte na een juridische strijd.

Het loge-archief is grotendeels verloren gegaan bij een brand en wat nog restte, werd door de Duitsers verbrand in de ovens van Vught. Wonder boven wonder is het eerste notulenboek bespaard gebleven en door een Amerikaanse soldaat teruggevonden op een vuilnisbelt in Charleroi. Dit notulenboek, dat de jaren 1791-1802 beslaat, is ondergebracht in het stadsarchief. Een afschrift ervan is in het bezit van het loge-archief en is na de oorlog uitgetypt door Voorzittend Meester Jan Jacob Harts.

Jubilea en hedendaagse ontwikkelingen[bewerken | brontekst bewerken]

In 1991 vierde de loge haar 200-jarig bestaan en in 2016 werd het 225-jarig bestaan gevierd onder leiding van Broeder Marc de Beer. Loge Het Vrij Geweeten blijft tot op de dag van vandaag een belangrijke vrijmetselaarsloge in Breda met een rijke geschiedenis en erfgoed.