Gebruiker:Peter b/Bisdommen/Bisdom Tréguier
Het bisdom Tréguier was een van de negen historische bisdommen van Bretagne, waarvan het grondgebied grotendeels samenviel met het Land van Trégor. De zetel was gevestigd in Tréguier.
De H. Tudgual, een neef van de H Brioc (Brieuc), werd door Brioc op het einde van de 5e eeuw aangesteld tot overste van het klooster van Tréguier, dat hij gesticht had. Volgens de legende werd Tudgual door koning Childebert gewijd tot bisschop van Tréguier. Volgens latere bronnen was het echter koning Nominoë die in het midden van de 9e eeuw het klooster van Tréguier verhief tot bisschopszetel. In Tréguier werden in de 14e eeuw en de 15e eeuw verschillende synodes gehouden.
Met de Franse Revolutie verdween het bisdom Tréguier in 1790 en de laatste bisschop, Le Mintier, vluchtte in 1791 naar Jersey. In 1801 werd Tréguier bij het bisdom Saint-Brieuc gevoegd.
Bisschoppen[bewerken | brontekst bewerken]
- c. 1032: Willem I
- c. 1045: Martinus
- c. 1086: Hugo I de Saint-Pabutral
- c. 1110–c. 1128: Raoul I
- c. 1150–c. 1175: Willem II
- 1175–1179: Ives I Hougnon
- 1179–c. 1220: Godfried I Loiz
- c. 1224–c. 1237: Steven
- c. 1238: Peter I
- 1255–c. 1265: Hamon
- c. 1266–c. 1271: Alain I de Lezardrieu
- c. 1284: Alain II. de Bruc
- 1286–c. 1310: Godfried II de Tournemine
- c. 1317: Jan I Rigaud
- c. 1324: Pierre II de l'Isle
- 1327–1330: Ives II Le Prévôt de Bois Boëssel
- 1330–1338: Alain III de Haïloury
- 1339–c. 1345: Richard du Poirier
- c. 1354: Robert I de Peynel
- 1355–1358: Hugo II de Monstrelet
- 1358–1362: Alain IV
- 1362–1371: Even Bégaignon
- 1372–1378: Jan II Brun
- 1378–1383: Thibaud de Malestroit
- 1383–1384: Hugues III. de Keroulay
- 1385–1401: Pierre III Morel
- 1401–1403: Ives III Hirgouët
- 1404–1408: Bernard de Peyron
- 1408–1416: Christophe I d'Hauterive
- 1417–1422: Matthieu du Kosker
- 1422–1430: Jan III de Bruc
- 1430–1435: Pierre IV Piédru (of Predou) (ook bisschop van Saint-Malo)
- 1435–1441: Raoul II Rolland
- 1442–1453: Jan IV de Plouec
- 1454–1464: Jan V de Coetquis
- 1466–1479: Christophe II. du Châtel
- 1480–1483: kardinaal Raphaël de Saint-Georges
- 1483–1502: Robert II Guibé
- 1502–1505: Jan VI de Talhouët
- 1505–1537: Antoine du Grignaux
- 1538–1540 of 1541: Louis van Bourbon-Vendôme
- 1541–1544: kardinaal Hippolyte d'Este
- 1544–1545: Jean VII. de Rieux
- 1545–1547: François I de Manaz
- 1548–1566: Jan VIII Juvénal des Ursins
- 1566–1572: Claude de Kernovenoy
- 1572–1583: Jean-Baptiste Le Gras
- 1583–1593: François II de La Tour
- 1593–1602: Guillace III du Halgoët
- 1604 1616: Georges-Louet-Adrien d'Amboise
- 1616–1620: Pierre V. Cornullier
- 1620–1635: Gui Champion
- 1636– 1645: Noël des Landes'
- 1646–1679: Balthasar Grangier de Liverdis
- 1679–1686: François-Ignace de Baglion
- 1686–1694: Eustache Le Sénéchal de Carcado (of Kercado)
- 1694–1731: Olivier Jégou de Kervilio
- 1731–1745: François-Hyacinthe de La Fruglaye de Kervers
- 1746–30. August 1761: Charles-Gui Le Borgne de Kermorvan
- 1761–1766: Joseph-Dominique de Chaylus
- 1767–1773: Jean-Marc de Royère
- 1773–1775: Jean-Augustin de Frétat de Sarra
- 1775–1780: Jean-Baptiste-Joseph de Lubersac
- 1780–1790 (1801): Augustin-René-Louis Le Mintier