Gebruiker:PieterJanR/Marx

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Erwin Otto Marx (Mauritz bij Riesa, 15 januari 1893Braunschweig, 11 januari 1980) was een Duits elektrotechnicus en uitvinder van de naar hem vernoemde Marx-generator, een toestel voor het opwekken van zeer hoge elektrische spanningen.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Marx studeerde elektrotechniek aan de Technische Hogeschool Dresden, waar hij in 1912 promoveerde. Na meerdere jaren werkzaam als ingenieur werd hij in 1925 benoemd tot hoogleraar hoogspanningstechniek aan de Technische Hogeschool Braunschweig. In 1933 werd Marx lid van de Sturmabteilung (SA) en in 1937 van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Van 1937 tot 1945 was hij leider van de vakgroep elektrotechniek in de Rijkonderzoekraad. In 1945 verloor Marx op grond van zijn politiek daden gedurende het Derde Rijk zijn hoogleraarschap, maar in 1950 werd hij weer gewoon hoogleraar in Braunschweig. Van 1958 tot 1960 was hij rector aan de TH Braunschweig. In 1962 ging hij met emeritaat, het jaar erop ontving hij een eredoctoraat van de TU Dresden.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1918 tot 1950 deed Marx onderzoek naar elektriciteitstransport over grote afstanden. Met de inbedrijfsname van de draaistroomverbindingen tussen de waterkrachtcentrale van Lauffen am Neckar naar Frankfurt in 1891 werd het bewijs geleverd dat hoogspanningsdraaistroom zeer geschikt was het transporteren van elektriciteit over grote afstanden. Echter, met de aanleg van nieuwe verbindingen tot aan de Eerste Wereldoorlog kwam met tot het inzicht dat verbindingen veel langer dan 100 kilometer met wisselstroom niet zonder meer mogelijk was. Daarom werd er na 1918 naar alternatieve gezocht.

Dankzij een nieuwe stroomgelijkrichtingstechniek, die Marx begin jaren dertig had ontwikkeld, leek hoogspanningsgelijkstroom (HVDC) die oplossing te zijn. Als Marx na vele pogingen er niet in slaagde de technische problemen op te lossen, trokken de grote industriële bedrijven zich uit dit concept terug. Niettemin kon hij zijn onderzoek, dankzij financiële rugdekking van het Rijksluchtvaartministerie, voortzetten tot aan het einde van oorlog. De luchtmacht wilde ondergrondse gelijkstroomkabels gebruiken om een stroomvoorziening te realiseren die beschermd was tegen bombardementen. Door middel van een lange transportleiding werd door een deel van de nazileiding gehoopt om de enorme Noorse waterkracht in te zetten om de stroomvoorziening voor de wapenproductie te waarborgen.