Gebruiker:Sjoerd1020318/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Anne-Françoise de Bruyns[bewerken | brontekst bewerken]

Anne-Françoise de Bruyns
Sjoerd1020318/Kladblok
Algemene informatie
Geboren 1604
Morialmé, België
Overleden 1656
Arras, Frankrijk
Nationaliteit Belgische
Religie Katholiek
Beroep Schilder
Familie
Partner(s) Isaac Bullart
Kinderen Jacques Ignace

Anne-Françoise de Bruyns (Morialmé, 1604 - Arras, 1656) was een Vlaamse schilder uit de barokperiode.[1]

Over Anne-Françoise de Bruyns is in vergelijking met veel andere historische vrouwelijke kunstenaars relatief veel bekend.[2] Dit komt mede door haar zoon, Jacques Ignace, die een niet gepubliceerde biografie naliet met veel details over haar leven en carrière. In dit werk schrijft hij in eerste instantie dat ze niet op hetzelfde niveau komt als meesters uit haar tijd, maar vervolgens wijdt hij wel vier pagina’s aan haar. Volgens historicus Katelijne van der Stighelen kan zijn eerdere omschrijving bedoeld zijn geweest om objectief over te komen (het was voor vrouwen ongewoon om te schilderen), om vervolgens de lezer te overtuigen van haar kwaliteiten.[2]

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

De Bruyns werd geboren in 1604 in Brioalimé in een familie die behoorde tot de hogere middenklasse.[2] Haar vader, Corneles de Bruyns was in dienst als baljuw en later eigenaar van een pandjeshuis Bergh van Bermherticheyt. Als kind had ze een grote voorliefde voor tekenen en al snel werd duidelijk dat ze hier een groot talent voor had. Op haar twaalfde tekende ze een kopie van het werk Drie Mammelukken te paard van Jan Swart van Groningen (ca. 1526). Het kopiëren van grote kunstenaars was vaak onderdeel van een vroege training en voor een gedegen opleiding kreeg ze training van haar neef in Rome, Jacques Francart (Rome, 1583 - Brussels, 1654). Francart stond in dienst als koninklijke architect-engineer aan het hof van koning Filips IV van Spanje. Door de welvaartsstand van haar familie en de training en connecties van haar neef was De Bruyns in staat om haar artistieke talenten te ontwikkelen.

Op haar zeventiende schilderde De Bruyns een portret van van Francart die hier zo van onder de indruk was dat hij het schilderij aan de koning liet zien. Volgens Jacques Ignace reageerde de koning na het zien van het schilderij als volgt: “een vrouw die eer en respect verdiend”. Hierna schilderde De Bruyns in opdracht van Isabella Clara Eugenia, landvoogd van de Nederlanden, vijftien  kleine schilderijen genaamd ‘Mysteries van de Rozenkrans’. Eugenia gaf deze schilderijen later als cadeau aan paus Paul V.[2]

Huwelijk[bewerken | brontekst bewerken]

Via Francart kwam De Bruyns in aanraking met Isaac Bullart, die volgens Ignace gecharmeerd was door haar kunst en haar schoonheid. De Bruyns was echter voornamelijk gefocust op haar werk en sociaal weg van de samenleving gekeerd. Onder druk van haar priester en ouders stemde ze uiteindelijk in om met Bullart te trouwen. De trouwdag vond plaats op 30 mei 1628 in Saint-Germain-et-Mons waarnaar ze samen gingen wonen in Arras. Hun eerste kind, Wenceslas Bullart overleed op vroege leeftijd. Na het overlijden van hun eerste kind zou het koppel nog twaalf kinderen krijgen.[2]

Door het huwelijk vond De Bruyns het steeds lastiger om tijd vrij te maken voor het schilderijen. Toch lukte het haar om, naast haar verantwoordelijkheden als moeder en echtgenoot, door te gaan met haar werk. Zo schilderde ze twaalf portretten van maagden, met de mooiste gezichten van Arras als model. Een van deze werken was een zelfportret, waarbij ze zichzelf heeft geschilderd als de heilige Susanna. Susanna was een christelijke martelaar die weigerde om te trouwen met keizer Maxentius, omdat ze een maagd wilde blijven. Volgens historicus Van der Stighelen kan dit mogelijk een verwijzing zijn naar haar eigen leven.[1] Geen van de twaalf portretten is er vandaag de dag nog en ook het zelfportret is er niet meer. Wel bestaat er een gravure van haar die ze zelf heeft gemaakt in 1629 op 24 jarige leeftijd. Ook is er een mogelijk zelfportret van haar, in de vorm een portret van een rijk geklede jonge vrouw. Op de achterkant van dit schilderij staat geschreven: “Anna Fransisca de Bruyns 1633”. Van dit schilderij is er echter alleen een foto en is de huidige locatie onbekend.[2]

Levenseinde[bewerken | brontekst bewerken]

Ignace schrijft dat De Bruyns richting het einde van haar leven last kreeg van zowel geestelijke en lichamelijk kwellingen. Vermoedelijk veroorzaakt door de financiële problemen waarin het gezin verkeerden. De Bruyns overleed op 52 jarige leeftijd.[2]

Belangrijke werken[bewerken | brontekst bewerken]

Portret van haar leermeester Jacques Francart (ca. 1622)[bewerken | brontekst bewerken]

Portret van haar leermeester Jacques Francart (ca. 1622)

Op haar zeventiende schilderde De Bruyns een zelfportret van haar leermeester Francart, waarmee ze lof en de interesse wekte van het hof.

Alterwerk in de kapel Notre Dame de Bon Vouloir (ca. 1631)[bewerken | brontekst bewerken]

In opdracht van de Isabella schildert De Bruyns de Tenhemelopneming van Maria, voor een kapel dichtbij Mons. Deze kapel is gebouwd tussen 1625 en 1631 en het alterstuk werd geïnstalleerd in 1631. Dit is een van de aanwijzingen dat De Bruyns naar haar huwelijk bleef schilderen.[2]

Het schetsboek[bewerken | brontekst bewerken]

In het Koninklijke Museum voor Schone Kunsten in België ligt het schetsboek dat eerder in bezit was van haar zoon Bullart. Het boek is 17 bij 26 cm en bevat naast biografische informatie, meer dan vijftig schetsen van De Bruyns. Veel van de schetsen zijn van religieuze aard.[2]

Overige nog bestaande werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een zelfportret waarvan W. Hollar in 1648 gravures heeft gemaakt maakte.[2] Zie hiervoor de afbeelding rechtsboven.

Niet meer bestaande werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Geboorte van Jezus, in een kapel van de kerk van Morialmé.[3]
  • Magdalena in de woestijn, in de Capucijnenkerk in Douai.
  • Twaalf afbeeldingen van maagden.
  • Sint Jan Baptist , in de augenstijnenkrerk in Arras.


Naar alle waarschijnlijkheid zijn er nog vele werken van De Bruyns, maar zoals het gebruikelijk was in die tijd signeerde bijna geen van haar werken. Ondanks haar training, weten we niet zeker of ze ook daadwerkelijk inkomsten verdienden aan haar schilderijen. Van der Stighelen betoogt dat waar haar daarom eerder moeten toekennen aan de dilettanii: schilders die schilderden voor hun plezier en niet als officieel beroep.


  1. a b Ontdek hofschilder, schilder, tekenaar Anna Francisca de Bruyns. rkd.nl. Geraadpleegd op 17 juni 2022.
  2. a b c d e f g h i j Moran, Sarah Joan HerausgeberIn. Pipkin, Amanda ca. 20./21. Jh. HerausgeberIn., Women and gender in the early modern Low countries, 1500-1750. ISBN 978-90-04-36972-6.
  3. Nationaal Biografisch Woordenboek. resources.huygens.knaw.nl. Geraadpleegd op 17 juni 2022.