Gebruiker:Sustructu/Werkpagina menu/Werkpagina 2

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag om Caen
Onderdeel van de Tweede Wereldoorlog
Slag om de Caen
Datum 6 juni 19448 augustus 1944
Locatie Caen (Normandië, Frankrijk
Resultaat Geallieerde overwinning
Strijdende partijen
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Vlag van Canada Canada
Vlag van Polen Polen
Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Duitsland
Leiders en commandanten
Bernard Montgomery
Miles Dempsey
Richard O'Connor
Guy Simonds
Edgar Feuchtinger
Erwin Rommel
Gerd von Rundstedt
Günther von Klüge

De Slag om Caen was een gevecht tussen de Geallieerden en de Duitsers tijdens de Slag om Normandië in de Tweede Wereldoorlog.

De Geallieerden wilden Caen al op D-Day veroveren, aangezien het een essentiele plaats was om meerdere redenen. Ten eerste was Caen omgeven door de Orne en het Kanaal van Caen. Dit kon ervoor zorgen dat, indien men de stad niet in handen zou krijgen, de Duitsers zich achter deze wateren flink konden versterken. Ten tweede lagen er in en rondom Caen verschillende vliegvelden, welke erg goed van pas konden komen bij verschillende operaties. Uiteindelijk is Caen tijdens de Slag om Normandië bevrijdt door de Britse 3e divisie.

Landing in Normandië[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Landing in Normandië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 6 juni 1944 lanceerden de geallieerden de invasie van Frankrijk (Operatie Neptune), enkele duizenden schepen vielen de stranden in Normandië aan en zetten hier ongeveer 300.000 man aan land, bijgestaan door 3000 vliegtuigen. Aanvankelijk gingen de landingen goed, het lukte echter nog niet om Caen in te nemen (destijds één van de grootste steden in Normandië). De luchtlandingstroepen die in de nacht van D-Day in Normandië waren geland, wisten wel een bruggenhoofd te vormen ten noorden van Caen, vlakbij de rivier de Orne. Dit bruggenhoofd zou later goed bruikbaar zijn voor de infanterie troepen.

De weg naar Caen[bewerken | brontekst bewerken]

Tilly-sur-Seulles[bewerken | brontekst bewerken]

Tanks op weg naar Tilly-sur-Seulles

Tussen 8 juni en 19 juni woedden er hevige gevechten tussen het Britse 30e legerkorps en de Duitse Panzerlehrdivision (Panzer Lehr) in het dorpje Tilly-sur-Seulles. De Britten wisten op de avond van 18 juni door de Duitse linies te breken en nadat de tegenaanvallen van de Duitsers werden afgeslagen door de Britten, gaf de Duitse bevelhebber (Generaal-Majoor Fritz Bayerlein) het bevel om terug te trekken. Op 19 juni wist de Engelse 50e infanterie divisie het gebied in te nemen. Tijdens de Slag om Tilly-sur-Seulles vonden 76 inwoners de dood (één tiende van de totale populatie).

De operaties Perch, Epsom, Windsor, Charnwood, Jupiter en Goodwood[bewerken | brontekst bewerken]

Een week na de invasie was de Duitse 352e infanterie divisie zover teruggetrokken dat de Duitse positie ernstig verzwakt was. De Panzer Lehr wist nog enige tijd stand te houden. Veldmaarschalk Bernard Montgomery greep deze kans aan om de Duitsers verder terug te dringen en startte Operatie Perch, wat resulteerde in de Slag om Villers-Bocage. De Duitsers wisten tijdens dit gevecht echter stand te houden, waardoor de inneming van Caen vertraging opliep. Door het slechte weer werden de aanvallen vervolgens gestaakt, om op 26 juni verder te gaan. Operatie Epsom had als doel om Caen en het omliggende gebied in geallieerde handen te krijgen, het Britse 8e korps voerde 3 aanvallen uit. De operatie flopte, voornamelijk doordat de bommenwerpers niet in actie konden komen i.v.m. het aanhoudende slechte weer. De Waffen-SS en de Wehrmacht wisten de aanval af te slaan en hier en daar zelf terrein te winnen. Het enige beoogde doel dat behaald werd was Heuvel 112. Het volgende doel dat werd gesteld was het veroveren van het vliegveld bij Carpiquet, dit vliegveld zou eigenlijk meteen na de landingen ingenomen moeten worden, maar dat plan was mislukt. Operatie Windsor werd toevertrouwd aan de 7e en 8e brigade van de 3e Canadese infanterie divisie. Op 5 juli wisten de Canadezen het zwaar verdedigde vliegveld te veroveren, 3 dagen later werden de omringende Duitse troepen teruggetrokken. Om het Duitse moraal nog verder te verlagen planden de Geallieerden een bombardement op de Duitse stellingen, tevens werd hiermee het Geallieerd moraal opgekrikt. Ook deze operatie (Operatie Charnwood) mislukte, de meeste bommem vielen precies tussen de 2 kampementen in waardoor alleen Franse burgers het leven lieten. De aanval werd de volgende ochtend op 4:30 uur ingezet, de vooruitgang van tanks was door het bombardement echter vermoeilijkt, hierdoor kon er slechts 1 km geboekt worden.

At the end of 8 July the Allied had only advanced one kilometer towards the city of Caen. After the German troops withdrew on 9 July from the city center to the north and west of the city, the Allied troops engaged in the north but were kept from further advancement by German snipers. At 18:00 on 9 July, the first units reached the river Orne in Caen. On the evening of 9 July and on 10 July, the Allied reached the city center. Engineers were tasked with repairing bridges over the Orne and moving the rubble out of the city. Arthur Wilkes described the situation after the action: "Mountains of rubble, [approximately] 20 or 30 feet [≈ 6 or 9 meter] high [...] the dead lay everywhere." [3]. In the daily war journal of the 1st Battalion King's Own Scottish Borderers there is an entry on 9 July: "In the house that were still standing there slowly came life, as the French civilians realized that we had taken the city. They came running out of their houses with glasses and bottles of wine." [3].

Operation Charnwood was a minor tactical success for the Allies, because the city was still not entirely in Allied hands. The northwest portion of Caen had been taken, but the eastern as well as the eastern suburbs, where the steel factory at Collombelles (with high observation posts) were still under German control. Strategically the operation contributed towards the German belief that the Allied breakout would be in the British sector, where it in fact was not.