Naar inhoud springen

Gebruiker:T. Tichelaar/Huydecoper

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Huydecoper van Maarsseveen is een oud patriciërsgeslacht, dat sinds 1814 tot de Nederlandse adel behoort.

In de begin van de 16e eeuw noemden leden van deze familie zich Bal, aan het einde van die eeuw Huydecoper. Op het hoogtepunt van de Gouden Eeuw was deze familie één van de invloedrijkste in Amsterdam. Joan Huydecoper werd in 1637 tot Zweeds ridder verheven, en in 1650 door Lodewijk XIV tot ridder van St Michiel benoemd. Vanaf die tijd noemde de familie zich Huydecoper van Maarsseveen. [bewerken] Diverse leden van het geslacht Huydecoper

   * Jan Jacobsz Huydecoper, leerlooier, sinds de Alteratie schepen in Amsterdam; kocht in 1591 en 1608 grond langs de Vecht.[1]
   * Joan Huydecoper van Maarsseveen (1599-1661), heer van Thamen en Blokland, Maarsseveen en Neerdijk, was een regent en burgemeester van Amsterdam en een groot kunstliefhebber; Huydecoper trad op als beschermheer van verschillende kunstenaars zoals Govert Flinck, Rembrandt, Bartholomeus van der Helst, Jan Vos en Joost van den Vondel. Hij trouwde in 1624 met Maria Coymans (1603-1647) (een dochter van Balthasar Coymans); hij woonde op het Singel en 's zomers op de hofstede Goudestein.[2]
   * Johan Huydecoper (II) van Maarsseveen (1625-1704), was burgemeester van Amsterdam, bewindhebber van de VOC; hij trouwde met zijn volle nicht Sophia Coymans (1636-1714) (een dochter van Johannes Coymans) en woonde op de Lauriergracht.
   * Balthazar Huydecoper (1695-1778) was een letterkundige, historicus en taalkundige.
   * Joan Huydecoper (III) (1698-1752), vroedschapslid van Amsterdam, liet Goudestein vergroten.
   * Willem Huydecoper (1744-1815), commissaris van de Wisselbank, legde in 1754 de eerste steen voor het vernieuwde Goudestein; hij woonde op de Kloveniersburgwal in hetzelfde huis als ooit Jan Six en Dirck Tulp.
   * Johan Huydecoper (IV) van Maarsseveen (1769-1836) was Adjunct-Maire van Amsterdam (1811), lid notabelenvergadering, buitengewoon lid Staten-Generaal, directeur van de Nederlandsche Bank, raad bij de Admiraliteit van Amsterdam; woonde op Keizersgracht 177.

Keizersgracht 177 gaf onderdak aan en was de werkplek van verschillende leden van het geslacht Achterzijde van Slot Zeist

   * Johan Huydecoper (V) van Maarsseveen (1821-1890) was burgemeester van Maarssen en lid van de Eerste Kamer; hij bewoonde Goudestein.[3]
   * Jan Elias Huydecoper (1735-1808), heer van Maarsseveen en Neerdijk, was burgemeester van Amsterdam en een van de laatste directeuren van de Sociëteit van Suriname (tussen 1793 en 1795); hij woonde op Keizersgracht 177.
   * Jan Elias Huydecoper (1798-1865) bewoonde Slot Zeist.[4]
   * Jan Elias Huydecoper (1853-1911), lid Gedeputeerde Staten van Utrecht, legde de eerste steen voor Wulperhorst?

Ook de buitenplaatsen Spruytenburg, Neerbeek, Sluysoort, Geesbeek, Doornburgh, Silverstein, Cromwijk, Vreedenhoff en Kasteel Groeneveld, waren ooit in het bezit van de familie. [bewerken] Leden van de Afrikaanse tak van het geslacht Huydecoper

   * Jan Pieter Theodoor Huydecoper (1728-1767), sedert 1764 directeur-generaal van de West-Indische Compagnie op de Goudkust.[5]
   * Willem Huydecoper (1788-1826) Nederlands gezant bij het hof van de koning van Ashanti in Kumasi
   * Jacob Huydecoper (1811-1845) Nederlands gezant bij het hof van de koning van Ashanti in Kumasi
   * Johannes Jacobus Cornelis Huydecoper, klerk bij het Nederlandse gouvernement en later koopman te Elmina, in dienst van de firma Ter Meulen.[6]

[bewerken] Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties:

   * Nederlands Adelsboek (1949)
   * Genealogical Database Huydecoper
  1. ↑ Buitenplaats Cromwijck
  2. ↑ Landkaart: Een Gedeelte van de Heerlyckheyt van Maersseveen
  3. ↑ jhr. Mr. Joan Huydecoper van Maarsseveen in DBNL
  4. ↑ Slot Zeist
  5. ↑ Kooymans, L. (1997) Vriendschap en de kunst van het overleven in de zeventiende en achttiende eeuw.
  6. ↑ De Nederlandse begraafplaats in Elmina