Gebruiker:T. Tichelaar/test3

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mee bezig Mee bezig
Aan deze pagina of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.
Françoise-Louise de Warens.
Het landhuis Les Charmettes waar Françoise-Louise de Warens woonde met Jean-Jacques Rousseau. Het is nu een museum.

Françoise-Louise de Warens, geboren Louise Éléonore de la Tour du Pil, meestal Madame de Warens genoemd (Vevey, 31 maart 1699 [1] - Chambéry, 29 juli 1762 [2]) was de tutor en minnares van de filosoof en schrijver Jean-Jacques Rousseau. Zij leidde een voor haar tijd ongewoon libertijns leven.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Françoise-Louise was afkomstig uit een adellijke, protestantse immigrantenfamilie . Ze had evenals Rousseau bij de geboorte haar moeder verloren en te hooi en te gras onderricht gekregen.[3] Op haar veertiende trouwde ze de 25-jarige officier Sébastien-Isaac de Loys de Villardin, heer van Warens.[4] In 1726 liet de vrolijke jonkvrouw hem en in 1727 scheidden ze nadat het opzetten van een eigen zijden kousenmanufactuur was mislukt. Voor haar gezondheid verbleef zij in Évian en bekeerde zij zich tot het rooms-katholieke geloof.[5] Zij kreeg een jaargeld van Victor Amadeus II van Sardinië, de hertog van Savoye, en vestigde zich in Annecy met het verzoek om in de omgeving van het protestantse Genève jongeren op te vangen en te bekeren tot het rooms-katholicisme.[bron?]

Op palmzondag in 1728 klopte de toen 15-jarige Rousseau bij haar aan, nadat hij was weggelopen uit Genève en van een pastoor haar adres had gekregen. Zij stuurde hem door naar Turijn en binnen twee weken werd de protestantse Rousseau rooms-katholiek. Intussen was zijn vader langs geweest om met haar te praten. Vervolgens fungeerde zij als een soort moeder en lange tijd noemde hij haar ook Maman, overigens gebruikelijk in Savoye om de vrouw des huizes zo te noemen . Madame de Warens had een voorkeur voor kwakzalverij en alchemie. Rousseau moest recepten kopiëren, kruiden sorteren geneesmiddelen fijnstampen en distilleerkolven in de gaten houden en er kwam een menigte aan bezoekers langs.[6] Wekelijks werd bij haar muziek gemaakt onder leiding van de plaatselijke koordirigent.

Rond 1732 verhuisde zij naar Chambéry en bezorgde Rousseau een baantje bij het kadaster. Vanaf 1734 werd hij haar minnaar. Het bleek te gaan om een driehoeksverhouding, want ook met de knecht, tuinman en kruidenkenner Claude Anet bedreef zij de liefde.

In 1735 verhuisden Madame de Warens en Rousseau naar een landhuis buiten de stad, waar zij zich op tuinieren toelegden.

Toen Rousseau in de winter van 1737/1738 afwezig was, nam zij de Zwitser Jean-Samuel-Rodolphe Wintzenried als manager in dienst, want bij Madame de Warens mislukte bijna alles. Zij stond toe dat Rousseau later weer in haar pension [bron?] kwam logeren.

Voor het laatst ontmoetten ze elkaar in 1754, toen Rousseau op weg was naar Genève. Rousseau gaf haar geld dat hij had verdiend met zijn opera Le Devin du village.

Rousseau is haar nooit vergeten. Toen hij in 1767 terugkeerde uit Engeland, ging hij naar haar op zoek om te ontdekken, zes jaar eerder in armoede overleden was.