Gebruiker:Thijsdew/Peter de Bourgraaf

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Peter de Bourgraaf (Tilburg, 20 februari 1969) is een Nederlands historicus die zich sinds 1991 specialiseert in vredesonderzoek (imperialisme) en het lange einde van de Eerste Wereldoorlog (1914-1919, Verdrag van Versailles). De Bourgraaf is auteur van ‘Hundert Jahre Urkatastrophe. Der Kolonialvertrag 1919’ (gepubliceerd door uitgeverij Cuvillier, Göttingen 2018). Hij koos voor het schrijven van het boek bewust voor een taal van een van de drie grote mogendheden in kwestie (waarbij die van de Franse en vooral Engelse auteurs van het verdrag afviel), hetgeen tevens als een bewuste keus voor trans-Europese geschiedschrijving is op te vatten. Voor de tijd na het Centenaire streeft de Nederlander naar internationaal overkoepelende voortzetting van het onderzoek: Task Force International “Aufarbeitung” 30Y War.

These van ‘Hundert Jahre Urkatastrophe’[bewerken | brontekst bewerken]

De onderzoeksbijdrage van De Bourgraaf wijkt op meerdere aspecten af van de bestaande standaardwerken over de geschiedschrijving van het omstreden Verdrag. Veel standaardwerken markeren het einde van de ‘Grote Oorlog’ met de militair-diplomatieke Wapenstilstand op 11 november 1918.[1] De hoofdgedachte van ‘Hundert Jahre Urkatastrophe. Der Kolonialvertrag 1919’ is dat de inzet van het Britse Empire gedurende de driemaal verlengde Wapenstilstand (11 november 1918) volledig draaide om het realiseren van haar eigen imperialistische (koloniale) ambities. Dat dit na zeven maanden geallieerde onderhandelingen op 28 juni 1919[2] (inwerkingtreding 10 januari 1920) resulteerde in zeer onvoordelige vredesvoorwaarden voor de Weimarrepubliek (de democratisch geconstitutioneerde opvolger van het Duitse keizerrijk), wisten de leiders van Groot-Brittannië en het Empire destijds al. Zo waren David Lloyd George en Jan C. Smuts (leider van de Britse Rijksdelegatie) zich bewust van de gevaren van de zelf georkestreerde onttakeling van Duitsland en van Duits revanchisme. Echter, geen van beide imperialisten greep in. De Bourgraaf betitelt het eindresultaat van Parijs als een 'koloniaal verdrag'. De Duitse delegatie kreeg het als fait accompli voorgelegd ter ondertekening. Het primair koloniale karakter blijkt ook uit de ordening: op 28 juni zaten er tegenover de delegatie van de Duitse republiek 32 “landen”: 27 geallieerde landen plus de vijf vertegenwoordigingen in de nationalistische Rijksdelegatie, die steevast uit de koloniën kwamen maar en passant als ‘natie’ op het protocol stonden, te weten: Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Canada en India (in het Engelse spraakgebruik bekend als de Dominions (4x) en India). De drie eerstgenoemden slaagden erin om het ontwerp van het verdrag naar hun hand te zetten.

De Britse gedelegeerden pleegden bij aanvang van de Parijse conferentie een coup door de opkomst van twee delegaties met feitelijk dezelfde status (waarbij deelnemers als het zwaar getroffen België het nakijken hadden) en een daardoor ogenschijnlijk logische omkeer van de agenda: plots stond de koloniale kwestie bovenaan. De Duitse koloniën werden, in weerwil van Punt Vijf van de Veertien Punten als basis van de wapenstilstandsovereenkomst, in de vorm van een mandaat (machtiging door de Volkenbond) verdeeld onder de geallieerden.

Geschiedschrijving van het Verdrag van Versailles[bewerken | brontekst bewerken]

Geschiedenisonderwijs heeft in de afgelopen decennia het principe van multiperspectiviteit omarmt, wat betekent dat meerdere perspectieven (veelal nationale narratives) naast elkaar worden gezet en kritisch met elkaar kunnen worden vergeleken. De bijdrage van De Bourgraaf past hierin. Het genoemde principe komt echter op dit omstreden onderwerp van nu honderd jaar oud duidelijk te kort, zoals de auteur overtuigend bewijst. Zo staan we nog maar aan het begin van een Europese herinneringscultuur.

Voor de herinneringcultuur in de landen die deelnamen aan de Eerste Wereldoorlog is de Britse overwinningspropaganda tot op heden dominant geweest. Na de onmenselijkheden van de Tweede Wereldoorlog van 1940-1945, waaronder de Holocaust, verdween discussie over wat er in Versailles was gebeurd naar de achtergrond. Dit gold ook voor geschiedschrijving in landen die ten tijde van de Grote Oorlog neutraal waren maar in de Tweede Wereldoorlog wel werden bezet door Duitsland. In het verenigde Duitsland wordt de Aufarbeitung (Vergangenheitsbewältigung) van Hitlers oorlog voortgezet, zoals deze door de DDR en BRD verschillend ter hand werd genomen. Tegelijkertijd wordt dit proces gehinderd door een taboe over de oorlog van 1914-1919.

Ander werk[bewerken | brontekst bewerken]

De Amsterdams-Berlijnse historicus werkte zijn Hamburgse master-scriptie met eigen middelen uit tot de debuutmonografie “The U.S.-Brussels Peace with the Russian Federation. Are the Federation and the Old West Falling Apart?“ (Haus Rissen Hamburg. Institut für Internationale Politik und Wirtschaft, Hamburg 2005). Zijn eerste lezing over de “koloniale kwestie” van 1999 te Breda (KMA, Netherlands Defence Academy) krijgt sinds 2016 een vervolg met optredens in verschillende landen. De Bourgraaf werd onder meer uitgenodigd door de Saksische Centrale voor Politieke Vorming, de universiteiten van Straatsburg, Leipzig en Berlijn alsmede Europa in Noord-Holland en het Stadtmuseum te Berlijn (Humboldt Forum).

Recensies[bewerken | brontekst bewerken]

In “Historisch Politisches Buch” 2/2019 verschijnt een recensie van “Hundert Jahre Urkatastrophe. Der Kolonialvertrag 1919”. In de tweede helft van 2019 verschijnt de vertaling van het vierde en laatste hoofdstuk in een Amerikaanse verzamelbundel.

  1. Bijvoorbeeld McKay, Hill, Buckler (Boston 2003), A history of western society, p. 911.
  2. 28 juni was tevens de verjaardag van de moord op aartshertog Franz Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije in 1914 in Sarajevo. Deze leidde binnen enkele weken tot het uitbreken van WO I.