Naar inhoud springen

Gebruiker:Ton Stumpel/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Suzette Stumpel-Rienks[bewerken | brontekst bewerken]

Suzette (Susanna Elisabeth) Rienks (Gorinchem, 8 december 1946) is biologe. Zij is gespecialiseerd in botanie en in landschapsecologie. Zij publiceerde, gaf les en had bestuursfuncties bij uiteenlopende organisaties. Voor haar verdiensten voor de Nederlandse natuurbescherming werd zij in 2017 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zij trouwde in 1972 met Ton Stumpel.

Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Zij deed Gymnasium β op het Sancta Maria Lyceum in Haarlem van 1959 -1965, waarna zij biologie studeerde aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen (nu Radboud Universiteit) van 1965-1972 met hoofdvak Geobotanie en bijvakken Dierecologie en Geologie (in Delft). Als afstudeerproject werkte zij mee aan “De Kleuren van Zuidwest-Nederland”, een van de eerste milieukarteringen van Nederland. Zij haalde ook de onderwijsbevoegdheid. Zij volgde cursussen Zweeds en Spaans aan de Volksuniversiteit.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

In het schooljaar 1971-1972 was zij docent biologie aan de Schoolstraatschool (MAVO/HAVO) in Nijmegen. Direct na haar afstuderen in Nijmegen werd zij aangesteld bij de Rijksplanologische Dienst in Den Haag (1972) om in drie jaar een milieukaart van Nederland te maken, bestemd voor de ruimtelijke planning op nationaal niveau (het WERON-project: WErkgroep Ruimtelijke Ontwikkeling Nederland). Daartoe werd zij gedetacheerd bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) in Leersum. Na de afronding van dit project met het rapport “Landelijke Milieukartering” (1976) was zij zonder baan, maar deed van huis uit allerlei projecten. Zij karteerde natuurgebieden op de Veluwe in opdracht van de Verzamelde Veluwse Gemeenten. Vanaf 1977 was zij freelance vertaler, bewerker en auteur van natuurboeken voor o.a. uitgeverij Het Spectrum (Utrecht) en uitgeverij Gottmer (Haarlem). Haar eerste boek “Wilde bloemen” met gefotografeerde planten werd een bestseller. In de periode 1985-1989 gaf zij lezingen en verzorgde zij excursies over landschap, vegetatie en bodem van de Utrechtse Heuvelrug. In 1989 bracht zij met de Werkgroep Natuurontwikkeling van de Stichtse Milieufederatie de mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de provincie Utrecht in beeld. Van 1989 tot 1990 was zij opnieuw wetenschappelijk medewerker van het RIN in Leersum voor het CORINE project (Coordination of Information on the Environment) en maakte ze een inventarisatie en classificatie van het leefmilieu voor de Europese Commissie. CORINE is later opgegaan in het European Nature Information System (EUNIS), een classificatie van alle land- en zeesystemen in heel Europa. Van oktober 1995 tot december 2011 was zij docent ecologie aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp, waar zij colleges gaf, stagiairs en afstudeerders begeleidde, en excursies begeleidde naar The New Forest in Engeland (Hampshire).

Bestuursfuncties[bewerken | brontekst bewerken]

Zij had diverse onbezoldigde bestuursfuncties bij uiteenlopende organisaties. Van 1960-1965 was zij voorzitter van de Leerlingenraad op het Sancta Maria Lyceum in Haarlem. In de periode 1982-1988 zat zij in de Ouderraad van openbare basisschool De Schakel in Leersum. In de jaren ’80 was zij bestuurslid van de vereniging Dorp & Natuur Leersum-Amerongen. Zij was 24 jaar actief voor de Vereniging Natuurmonumenten: van 1981-1889 als lid van de Districtscommissie Utrecht, van 1990-1997 als vice-voorzitter van de Districtscommissie Gelderland, en van 1997-2005 als bestuurslid van het Hoofdbestuur (toen een vereniging met ruim 900.000 leden). Daarnaast was ze van 2008-2021 lid van de Permanente Contactgroep Zuidwest-Veluwe van de Districtscommissie Gelderland van Natuurmonumenten. Ook bij de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) was zij actief: van 1997-2010 als redacteur en lid van de Redactieraad in Utrecht en van 2006-2011 als bestuurslid van de vereniging. In 2006 was zij medeoprichtster van de vereniging Vrienden van de Veluwe en was zij bij deze vereniging tot 2009 bestuurslid en penningmeester. Zij deed veel voor het behoud van natuur en landschap in haar eigen gemeente Ede, waarin ze sinds 1990 woonde. Vanaf 1991 was zij lid van de Stichting Milieuwerkgroepen Ede (SME) en van 1993-2017 voorzitter daarvan. Vanaf 2010 is zij ook lid van de Begeleidingsgroep Bosbeheerplan Gemeente Ede (later Bosraad). Gedurende de periode 2011-2018 leidde zij vanuit de SME de Werkgroep Parklaan Anders (WPA) in Ede die zich in zette voor een andere, groenere en veiligere invulling van het ontwerp van de Parklaan in Ede. In 2018 hief de WPA zich zelf op toen zij na een lange beroepsprocedure bij de Raad van State en vervolgens een arrest door het Europese Hof van Justitie in Luxemburg met de gemeente een acceptabele overeenkomst konden bereiken. Sinds 2021 is zij lid van een lokale werkgroep die zich bezighoudt met het verwijderen van de woekerende exoot Japanse duizendknoop in het Bennekomse Bos en ook sinds 2021 is zij mede initiatiefneemster en lid van de stichting Land van Peelen, een Bennekomse werkgroep die zich inzet om een akkercomplex aan de Dikkenbergweg de bestemming natuur te geven. Vanaf 2022 is zij lid van de Werkgroep Documentatie van de Historische Vereniging Oud-Bennekom (HVOB).

Buitenlandse activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]

In de periode 1995-2011 begeleidde ze weekexcursies naar The New Forest in Engeland voor HBO-studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp. Van 2008-2011 was zij lid van het Nederlands Bureau van de International Union for Conservation of Nature (IUCN-NL) namens de KNNV. Daar hield zij zich vooral bezig met biodiversiteit, o.a. op de Nederlandse Antillen. Zij schreef op eigen initiatief het boek Nomina Herpetofaunae Europaeae, een woordenboek met dierennamen in 39 talen (1992; 271 blz.). In de periode 1997-2005 overlegde zij namens Natuurmonumenten met Engelse natuurorganisaties over de internationale aanpak van beheerproblemen, met name heidebeheer. In 1989 en 1990 nam zij deel aan internationaal overleg over de uitvoering van het Europese CORINE project (inventarisatie en classificatie van het leefmilieu) voor de Europese Commissie. In de periode 1985-2012 was zij actief in de Europese Herpetologenvereniging SEH (Societas Europaea Herpetologica) met deelname aan internationale congressen en buitenlandse excursies.

Geselecteerde publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Stumpel-Rienks, S .E. (1974): Overzicht Schraallanden en Blauwgraslanden in Nederland in 1974. Rapport Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum. 8 p.
  2. Stumpel-Rienks, S.E. (1974): De botanische waardering van ecotopen als bijdrage tot een globale waardering van het natuurlijk milieu. Gorteria 7(6): 91-98. Ook verschenen in Groen 31(7): 200-203.
  3. Kalkhoven, J.T.R., A.H.P. Stumpel & S.E. Stumpel-Rienks (1976): Landelijke Milieukartering; een landschapsecologische kartering van het natuurlijk milieu in Nederland ten behoeve van de ruimtelijke planning op nationaal niveau. Staatsuitgeverij, Den Haag. 141 p., 4 kaarten, 2 bijlagen. Ook verschenen als Verhandeling Nr.9 van het Rijksinstituut voor beheer en als Studierapport Nr.8 van de Rijksplanologische Dienst, Den Haag.
  4. Phillips, R. & S.E. Stumpel-Rienks (1978): Wilde bloemen. Spectrum, Utrecht. 191 p.
  5. Phillips, R. & S.E. Stumpel-Rienks (1980): Grassen, varens, mossen en korstmossen. Spectrum, Utrecht. 191 p.
  6. Phillips, R., M. Rix & S.E. Stumpel-Rienks (1982): Bol- en knolgewassen. Spectrum, Utrecht. 192 p.
  7. Stumpel-Rienks, S.E. (1992): Nomina Herpetofaunae Europaeae; The vernacular names of the herpetofauna of Europe, supplemented with Asiatic Turkey, Cyprus, Transcaucasia, the Canary and Selvagens Islands, and Madeira/Die Trivialnamen der Herpetofauna Europas, mit einem Anhang der Trivialnamen aus der Asiatischen Türkei, Zypern, Transkaukasien, den Kanarischen Inseln sowie dem Archipel von Madeira. Handbuch der Reptilien und Amphibien Europas, Ergänzungsband/Supplement. Aula Verlag, Wiesbaden. 271 p. ISBN 3-89104-521-2