Gebruiker:Wickey/klad

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

cellpadding="0" cellspacing="0" style="background:none; border:none; padding:0; margin:0;"

Uit: De Kaderrichtlijn Water en de Visserij Hoe we voorkomen dat we achter het net vissen

De Kaderrichtlijn Water en de Visserij

Definities

titel

Benthivore vis bodemvoedseletende vis, die in de bodem woelen op zoek naar voedsel, zoals muggenlarven. Het benthivoor zijn van een vis is niet strikt soortafhankelijk, eerder is het afhankelijk van het levensstadium: Karper en Brasem zijn de bekendste soorten Black fish verzamelnaam voor vissoorten die kenmerkend zijn voor verlanding, de naam ‘black fish’ is afgeleid van de (relatief) donkere kleur van de vissen. Samenhangend met verlanding zijn systeemkenmerken als ondiep water en fluctuaties in zuurstofgehalte: Zeelt, Grote modderkruiper, Kroeskarper Deposit-feeders bij de deposit-feeders wordt onderscheid gemaakt tussen: Surface deposit feeders: bodemdieren die zijn gespecialiseerd in het detritus (dood organisch materiaal) dat op de bodem ligt; en Subsurface deposit feeders: bodemdieren die leven van detritus dat in de bodem begraven is. Meestal passeert bij deze dieren een grote hoeveelheid sediment de darm. 72 Expertisecentrum LNV Diadrome vis vis die migreert tussen zee en rivier, kenmerkend voor overgangswateren: Bot, Dik- en Dunlipharder, Elft, Fint, Paling, Rivierprik, Spiering, Steur, Zalm, Zeeforel, Zeeprik en houtingachtigen Eurytope vis vis die “geen specifieke eisen stelt aan het water”, komt voornamelijk in “kale” wateren (weinig structuur in de vorm van water- en oevervegetatie) voor. Alle levensstadia komen zowel voor in stromende als stilstaande wateren: Baars, Blankvoorn, Brasem, Karper, Kolblei, Meerval, Paling, Pos, Snoekbaars Exoot vissoort die van oorsprong niet inheems in Nederland is, maar door menselijk handelen (bewust of onbewust) in de Nederlandse wateren terecht is gekomen: Beekforel, Graskarper, Regenboogforel, Roofblei, etc. Filter-feeder organisme dat zijn voedsel uit het water filtert Limnofiele vis vis die gedurende verschillende levensstadia gebonden is aan ondergedoken- en emergente vegetatie, met name in stilstaande wateren: Bittervoorn, Giebel, Grote modderkruiper, Kleine Modderkruiper, Kroeskarper, Ruisvoorn, Snoek, Tiendoornige stekelbaars, Vetje en Zeelt Mariene vis vis die alle levensstadia in de zee leeft. Hiertoe behoren Bot, Zeebaars, Dikkopje, Haring, Kleine koornaarvis, etc. Metriek Een metriek is een parameter die een of meerdere aspecten van de biologische samenstelling, functie of een gemeenschapscomponent meet, een soort indicator. Piscivore vis visetende vis. Het piscivoor zijn van een vis is niet strikt soortafhankelijk, het is eerder afhankelijk van het levensstadium: Snoek (m.u.v. 0+), Baars en Snoekbaars (> 14cm) Planktivore vis plankton etende vis, naast soortafhankelijk ook leeftijdafhankelijk binnen soorten. Reofiele vis vis die voor alle of tenminste één levensstadium afhankelijk is van stromend water: Reofiel a (obligaat reofiel): vissoort die voor alle levensstadia afhankelijk is van stromend water inclusief de oeverzone: Barbeel, Beekprik, Gestippelde alver, Kopvoorn, Serpeling, Sneep Reofiel b (partieel reofiel): vissoort die voor tenminste één levensstadium gebonden is aan stromend water, sommige levensstadia zijn gebonden aan zijwateren die permanent in open verbinding met de rivier staan: Kwabaal, Riviergrondel, Winde Reofiel c (zoet-zout reofiel): vissoort die tenminste één levensstadium is gebonden (bv. groei of acclimatisatie) aan langzaam stromend brak water dat permanent in open verbinding staat met estuarium en zee. Tot deze groep behoren de tussen rivier, estuarium en zee migrerende vissen: Elft, Fint, Houting, Rivierprik, Steur, Zalm, Zeeforel, Zeeprik Residente brakwatervis vis die zijn hele levenscyclus in matig-sterk brak water kan volbrengen: Driedoornige stekelbaars, Brakwater-, Zwarte-, Glas- en Lozano’s grondel, Paling Expertisecentrum LNV 73 Suspension-feeders bodemdieren die zich voeden met gesuspendeerd materiaal, dus in het water zwevend. Dit gebeurt met filtersystemen of met tentakels, waaiers, armen of een slijmnet. Zoetwatervissen met hoge chloridetolerantie Pos, Blankvoorn, Baars, Brasem, Snoekbaars, Kwabaal, Winde Zoetwatervissen met lage chloridetolerantie Kroeskarper, Riviergrondel, Roofblei, Meerval, Tiendoornige stekelbaars, Rivierdonderpad Zoetwatervissen met matige chloridetolerantie Karper, Zeelt, Ruisvoorn, Alver, Kolblei, Snoek, Graskarper