Gebruiker:Wikwap53/Geschiedenis van Oss

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Wapen[bewerken | brontekst bewerken]

I : 16 juli 1817
"Van lazuur, beladen met een os, staande onder een boom op een terras, alles van goud."

II : 23 november 1994
"In sinopel een os van zilver; in een schildhoofd van zilver een half naar rechts gewende mijter van keel, geboord van goud. Het schild gedekt met een kroon van negen parels."

Oorsprong/verklaring :
Het wapen is sprekend en identiek aan het vrijheidswapen, zij het in rijkskleuren.

Op een 14e eeuws zegel van Oss staat al een (magere) os voor een aantal takken. In de 15e eeuw werd de os wat groter en werden de takken bloemtakken. Pas in 1542 verscheen de huidige (vette) os.

De os als wapen kwam ook voor op wapens van het Maasland, waarin Oss de belangrijkste plaats was. Dit gebied voerde een zilveren os op een groen veld. Oss voerde de os pas later echt als wapen, en op een zegel uit 1792 staat het wapen groen gearceerd.

Bij het nieuwe wapen zouden behalve de os, ook symbolen van Megen en Berghem voor moeten komen. Gekozen is voor een schildindeling zoals die voorkwam bij Megen, en voor Berghem een mijter. Voorgesteld was eigenlijk een roos (het symbool van het Maasland) of een kruis. Tevens werd de historische gravenkroon van Megen overgenomen, Megen was namelijk een onafhankelijk graafschap.

Tijdens de procedure van het ontwerpen van een wapen, wilde de burgemeester van Oss graag schildhouders toevoegen, om de grootte en de belangrijkheid van de gemeente te benadrukken. Hij stelde daarop voor twee kromzwaarden (!) of twee vorsten met kromzwaarden te kiezen als schildhouders. Zijn keuze werd ingegeven door archeologische vondsten in het zg. vorsten-graf te Oss. Aangezien deze schildhouders of niet heraldisch waren en ook omdat er geen (rechts)historische voorgangers bestonden die schildhouders voerden, werd dit sterk ontraden. Uiteindelijk zijn de schildhouders ook niet aangevraagd.

In 1992 stelde de Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde voor het wapen alsvolgt te wijzigen: " In sinopel een os van zilver. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels."

Door de samenvoeging is het wapen dus uitgevoerd met een schildhoofd voor Megen.

Het gebied rond Oss werd al rond 2000 voor Christus bewoond, Dit werd bewezen door vondsten van waterputten op Ussen en Krinkelhoek die tevens de oudste zijn van Nederland. Ook zijn er vondsten gedaan van marne-aardewerk rond het jaar 500 v.C. In 1161 werd 'Os' voor het vermeld in een goederenlijst van het klooster Echternach. In 1184 is men begonnen met de opbouw van de stad, in 1309 kreeg Oss een eigen schepenen wat in 1340 gevolgd werd door Marktrechten. In 1359 begonnen de Osse schuttersgilden met de aanleg van een aarden verdedigingswal die in 1410 pas klaar was. 28 jaar later in 1387 werd Oss een vrijheit met als gevolg dat Gelderse troepen Oss in brand staken. in 1399 krijg Oss stadsrechten van Johanna van Brabant.

Hertogin Johanna van Brabant schenkt Oss in 1399 stadsrechten. De Middeleeuwen en de kort daarop volgende Tachtigjarige Oorlog brengen de stad en de streek veel schade toe. Ook stadsbranden teisteren Oss. Na de stadsbrand van 1751 wordt Oss herbouwd. Alleen het patroon en de namen van straten in het centrum herinneren aan de oude vesting met poorten, wallen en grachten. Bij de aanleg van het Burchtplein en de winkelwoontorens (1995) kwam de fundering van een middeleeuws kasteeltje te voorschijn. De contouren zijn in de bestrating gemarkeerd. Van 1859 dateert de neogotische Grote Kerk, in 1982 gerestaureerd, die een bezoek waard is om zijn gebrandschilderde ramen en beeldhouwwerken. Het is een rijksmonument, evenals de molens Zeldenrust en Nieuw Leven.

De stad Oss loopt niet over van historische schoonheid. Geen wallen, grachten en middeleeuwse panden meer. De stad krijgt van haar inwoners waardering als een fijne woon- en leefstad, met veel groen, parken en ruim opgezette wijken. De trots van de stad Oss is Villa Constance. In 1888 bouwt margarinefabrikant Arnold van den Bergh dit neo-classicistische huis en noemt het naar zijn dochter. Van 1921 tot 1974 doet het dienst als gemeentehuis en nu is het bekend als museum Jan Cunen, de naam van de eerste archivaris van Oss.

Industrieële Ontwikkelingen
Jurgens is in 1871 de grondlegger van de eerste margarinefabriek ter wereld. Van den Bergh volgt een jaar later. Na jaren van concurrentie vormen deze van oorsprong Osse bedrijven samen de basis van het Unileverconcern. De laatste Osse margarinefabrieken zijn in 1929 naar Rotterdam verplaatst. Ook andere internationaal bekende bedrijven komen eind vorige eeuw in Oss van de grond, zoals de vleeswarenfabrieken van Zwan en Unox, in 1923 gevolgd door het farmaceutische bedrijf Organon. Het maakt als eerste in Europa insuline in de strijd tegen suikerziekte.

Imago
Oss heeft een veel besproken historie. In de jaren dertig dragen grote werkloosheid en uitzichtloze armoede bij aan een golf van misdrijven in Oss en omgeving. Het proefschrift `De criminaliteit van Oss' uit 1949 van de Leidse hoogleraar Willem Nagel, die aantoont dat Oss niet crimineler was dan andere steden in Nederland, doet aan dit beeld weinig af. Tot ver in de jaren tachtig moet Oss moeite doen het negatieve imago ‘van zich af te schudden'.

Bevolkingsgroei:

1437 - 1300
1526 - 1760 (Dat is meer dan eindhoven toen der tijd)
1805 - 2800
1854 - 4200
1900 - 8429
1953 - 25.000
1960 - 30.000
1983 - 50.000
1997 - 55.00