Naar inhoud springen

Gustaaf Willem van der Feltz (1863-1911)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Warddr (overleg | bijdragen) op 10 aug 2014 om 16:52. (→‎Leven en werk: Spelling, typos fixed: vice-president → vicepresident met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
'Gustaaf Willem van der Feltz
G. W. van der Feltz (1911)
Algemene informatie
Volledige naam 'Gustaaf Willem baron van der Feltz
Geboren 31 juli 1863
Dwingeloo
Overleden 25 januari 1911
Rotterdam
Nationaliteit Nederlands
Beroep rechter
Bekend van faillissementswet

Gustaaf Willem baron van der Feltz (Dwingeloo, 31 juli 1863 - Rotterdam, 25 januari 1911)[1] was een Nederlandse rechter.

Leven en werk

Van der Feltz werd in 1863 in Dwingeloo geboren als zoon van de advocaat Gustaaf Willem van der Feltz (1817-1863) en van Anna Barelds (1829-1903). Zijn vader was van 1852 tot 1855 burgemeester van Dwingeloo geweest. Hij overleed vier weken voor de geboorte van zijn zoon. Van der Feltz studeerde evenals zijn vader rechten aan de universiteit van Groningen en promoveerde aldaar in 1888 op een proefschrift over artikel 97 der grondwet. Van der Feltz was van 1892 tot 1897 substituut griffier bij de rechtbank te Heerenveen. Van 1897 tot 1909 was hij rechter en vanaf 1909 tot zijn overlijden in 1911 vicepresident van de rechtbank te Rotterdam. Zijn bewerking van de geschiedenis van de faillissementswet verscheen bijna honderd jaar na de eerste uitgave in 1994 in herdruk. Hij overleed in januari 1911 op 47-jarige leeftijd in zijn woonplaats Rotterdam.

Bibliografie

  • Opmerkingen over artikel 97 der Grondwet, uitg. J.B. Wolters, Groningen, 1988 (proefschrift)
  • Wet van 9 Mei 1890 (Staatsblad no. 81) houdende verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen (voorzien van aantekeningen door Van der Feltz), uitg. 's-Gravenhage, 1891
  • Geschiedenis van de Wet op het faillissement en de surséance van betaling (tweedelig werk bewerkt door Van der Feltz), uitg. Erven F. Bohn, Haarlem, 1896/1897, beide delen verschenen in 1994 in herdruk bij de uitgeverij W.E.J. Tjeenk Willink