Halfwaardebreedte

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Halfwaardebreedte (FWHM,full width at half maximum)

De halfwaardebreedte is de breedte van een piek in een functie op zijn halve hoogte, d.w.z. het verschil tussen de punten waarin de functie de halve hoogte van de piek bereikt. In het Engels wordt hiervoor de afkorting FWHM (full width at half maximum) gebruikt.

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

De functie kent een maximum bij . Bij de waardes en , aan weerszijden van de piek, bereikt de functie de helft van het maximum:

De halfwaardebreedte is dan .

Voorbeeld[bewerken | brontekst bewerken]

De kansdichtheid van de -verdeling is:

Het maximum van is

De halve waarde hiervan wordt bereikt voor:

,

dus

,

waaruit volgt:

De halfwaardebreedte is dus: