Harmen de Vos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Harmen de Vos (Kortezwaag, 11 mei 1896 - Groningen, 5 augustus 1980) was een Nederlands (Fries) wijsgeer en protestants theoloog. De Vos doorliep de HBS en na het Staatsexamen studeerde hij 1917-1923 theologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. In 1927 promoveerde hij in de godgeleerdheid over de godsdienstfilosofie van Max Scheler. Promotor was prof. H.T. de Graaf. Daarna was hij gedurende verschillende jaren Hervormd predikant in Akersloot, Rottevalle en Sneek. Van 1939-1945 was hij privaatdocent in de nieuwere wijsbegeerte van de godsdienst aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van 1946 tot 1948 was hij aan de Universiteit van Amsterdam bijzonder hoogleraar vanwege de Nederlandse Hervormde Kerk en gewoon hoogleraar in Bijbelse theologie, christelijke ethiek, praktische theologie en Nederlands Hervormd kerkrecht (hij werd opgevolgd door prof. E.L. Smelik). In 1948 werd hij de opvolger van prof. Hendrik Oyen in Groningen met de leeropdrachten wijsgerige inleiding, ethiek en godsdienstfilosofie. Dit deed hij tot zijn emeritaat in 1966. De Vos werd dan in 1967 opgevolgd door zijn leerling Hubertus G. Hubbeling. De titel van zijn inaugurele rede, gehouden op 29 januari 1949, luidde Verdraagzaamheid.

Zijn boeken over filosofie vormden voor veel Nederlandse geïnteresseerden een populaire eerste, doch grondige, kennismaking met deze wetenschap. Zij waren in een toegankelijke schrijfstijl geschreven en kenden vaak verschillende oplagen. Hetzelfde geldt voor zijn veelgelezen Geschiedenis van het Nederlandse socialisme.

Uitspraak[bewerken | brontekst bewerken]

Als de melkboer het niet volgen kan, vergeet het dan maar.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Een selectie; de talrijke artikelen werden niet verdisconteerd.

  • Het godsdienstig kennen volgens Max Scheler: Max Schelers toepassing van de phaenomenologische methode in de godsdienstwijsbegeerte (Diss., Leiden, 1927)
  • Het vraagstuk van de werkelijkheid Gods en haar kenbaarheid (1932)
  • De open kerk (1935)
  • Inleiding tot de wijsbegeerte van de godsdienst (1937)
  • Kerk en socialisme (1937)
  • De hoofdzaken van ons geloof (1939)
  • De theologische inhoud van de belijdenisgeschriften der Hervormde Kerk (critisch beschouwd) (1941)
  • Het christelijk geloof (1948)
  • Fundamenten en perspectieven van belijden: proeve van beschrijving (1949)
  • De wijsbegeerte van de godsdienst (1950)
  • Nieuwe Testament en mythe: het vraagstuk der ontmythologisering (1953)
  • Het Christendom en de andere godsdiensten (1962)
  • Inleiding tot de wijsbegeerte van Grieken en Romeinen (1963)
  • Kant als theoloog (1968)
  • Inleiding tot de wijsbegeerte (5e druk, 1968)
  • Inleiding tot de ethiek (5e druk, 1969)
  • Beknopte geschiedenis van het begrip natuur (1970)
  • De bewijzen voor Gods bestaan: een systematisch-historische studie (1971)
  • Geschiedenis van het socialisme in Nederland in het kader van zijn tijd (2 dln., 1976)

Als medewerker:

  • Eerste Nederlandse systematisch ingerichte encyclopaedie (1946)
  • Godsdienst en crematie (met prof. G. van der Leeuw, 1950)
  • Handboek voor de praktische theologie (1956)
  • Het rationalisme: zes belichtingen (1960)

Correspondentie:

  • Brieven van Harmen de Vos (1896-1980), geschreven aan Fokke Sierksma (1917-1977) (1973-74)

Redes:

  • Christelijk humanisme in het licht der nieuwere wijsbegeerte (openbare les, 13 oktober 1939)
  • De christelijke idee der humaniteit (inaugurele rede, 20 januari 1947)
  • De filosofische eros (afscheidsrede, 27 mei 1966)

Over De Vos:

  • Vrijheid, horizon der geschiedenis (1966), bundel aangeboden aan De Vos bij diens academische afscheid, samengesteld door Lolle Nauta en Jan Sperna Weiland.