Heren Van Beveren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De heren van Beveren[1] hebben onafgebroken de heerlijkheid het land van Beveren bestuurd van 1120 tot 1335, toen de heerlijkheid verkocht[2] werd aan Lodewijk I van Nevers de toenmalige graaf van Vlaanderen waarna de heerlijkheid direct ressorteerde onder de graven van Vlaanderen. In 1449 schonk Filips de Goede het leen aan zijn lievelingszoon Cornelis van Bourgondië tot Maximiliaan van Bourgondië noodgedwongen het goed met uitzondering van Kallo verkocht aan Filips de Croy, hertog van Aarschot in 1577.

Huis van de Diederiken[bewerken | brontekst bewerken]

naam van tot bijzonderheden
Diederik I van Beveren 1120 1148 Vermoedelijke eerste (gekende) heer van heerlijkheid Beveren
Jordaan 1148 1182 Zoon van voorgaande
Diederik II 1182 1217 Zoon (of kleinzoon) van voorgaande
Diederik III 1217 1240 Zoon van voorgaande
Diederik IV 1240 1272 Zoon van voorgaande
Diederik V 1272 1293 Zoon van voorgaande overleed kinderloos
Erart 1293 1303/4 Broer van voorgaande
Filipa van Beveren 1303/4 1306 Zuster van voorgaande, gehuwd met Hugues, heer van oa Rumigny
Isabella de Rumigny 1306 1310 Dochter van Filipa, gehuwd met Hugues heer van Rumigny (Lorreinen)
Hardhandig verdreven door Jan van Beveren, gesteund door de graaf van Vlaanderen (Robrecht van Bethune)
Jan van Beveren 1310 1312 Broer van Filipa

Huis van Lorreinen[bewerken | brontekst bewerken]

Mathias van Lotharingen 1312 Tussen 1328 en 1331 Mathias van Lotharingen, 2de zoon van Isabella de Rumigny gehuwd met Mathilde, dochter van de graaf van Vlaanderen (Mathilde van Beveren)
Hugo van Lotharingen Ca 1331 3 september 1335 broer van Mathias, die de heerlijkheid, die zwaar gehypothekeerd was, verkocht aan de toenmalige graaf van Vlaanderen

Graven van Vlaanderen (later Bourgondische hertogen)[bewerken | brontekst bewerken]

Lodewijk I van Nevers (of van Crécy+) 4 september 1335 26 augustus 1346 Heerlijkheid verkocht aan de graaf van Vlaanderen Lodewijk van Nevers…(4/9/35) door voorgaande
Lodewijk II van Male 26 augustus 1346 30 januari 138 zoon van voorgaande
Margaretha van Male 30 januari 1384 27 april 1404 dochter van voorgaande gehuwd met Filips de Stoute hertog van Boergondië
Jan zonder Vrees 27 april 1404 10 september 1419 zoon van voorgaande
Filips de Goede 10 september 1419 28 augustus 1449 Zoon van voorgaande Schonk in 1449 de heerlijkheid Beveren aan zijn oudste bastaardzoon Cornelis
Anton van Bourgondië
Portret van Anton van Bourgondië, Le Grand Bâtard, bastaardzoon van Filips de Goede. Geschilderd door Rogier van der Weyden 1460-1464.

Bourgondisch huis van Beveren[3][bewerken | brontekst bewerken]

Cornelis van Bourgondië 28 augustus 1449 16 juni 1452 Heerlijkheid werd geschonken door Filips de Goede aan zijn oudste bastaardzoon, na zijn dood ging de heerlijkheid even over naar Filips de Goede
Anton van Bourgondië

+ 5 mei 1504

23 juli 1452 1477 Halfbroer van voorgaande die de heerlijkheid kreeg van Filips de Goede. Ook gekend als le grand bâtard (2de bastaardzoon), groot zowel fysisch als intellektueel.
Filips van Bourgondië-Beveren 1477 4 juli 1498 was de facto reeds heer van Beveren voor 5 januari 1477 (slag van Nancy)
Adolf van Bourgondië 4 juli 1498 7 december 1540 tijdens de eerste jaren van zijn minderjarigheid was Anton de voogd.
Maximiliaan van Bourgondië 7 december 1540 4 juni 1558 Stierf kinderloos met nalating van veel schulden, was gehuwd met Louise van Croy. Zijn bezittingen, werden uiteindelijk geveild en dat waren niet alleen het Land van Beveren maar ook Veere en Vlissingen.

De heerlijkheid Beveren werd gesplitst in 4 delen: Beveren, Verrebroek, Kieldrecht en Kallo. De eerste drie werden door Filips van Croy, hertog van Aarschot gekocht waardoor de heerlijkheid kleiner werd en zo in handen kwam van de familie Arenberg via huwelijk….

Karel van Arenberg huwde met Anne van Croy, dochter van Filips (haar broer Karel van Croy[4] stierf kinderloos) en zo kwam de verkleinde Heerlijkheid van het Land van Beveren in handen van het Huis Arenberg.