Naar inhoud springen

Hoornse taart

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 2003:df:7f38:f000:c5bf:2e30:b3f5:a10e (overleg) op 4 jul 2019 om 22:15. (→‎Hof: Spelfout gecorrigeerd)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Hoornse taart
Datum 19 juni 1911
Instantie Hoge Raad der Nederlanden
Rechters Jhr. S. Laman Trip, B.H.M. Hanlo, A.J.L. Nypels, Ch. Krabbe, J.A.A. Bosch
Adv.-gen. J.J.L van Hangest baron d'Yvoy
Soort zaak   strafkamer
Procedure cassatie
Wetgeving Art. (45 jo.) 289 Sr, (poging tot) moord
Onderwerp   voorwaardelijk opzet
Vindplaats   W 9203

Het arrest Hoornse taart (HR 19 juni 1911, W 9203) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op voorwaardelijk opzet bij moord.

Casus

Verdachte Johannes Jacobus Beek had op 28 september 1910 in Haarlem een taart gekocht en hieraan een dodelijke hoeveelheid arseen(III)oxide (een giftige arseenverbinding) toegevoegd. De vergiftigde taart werd vervolgens vanuit Amsterdam met de trein naar het adres van het beoogde slachtoffer Willem Markus in Hoorn verzonden. Diens vrouw Maria Musman at van de taart en is aan een arseenvergiftiging overleden, een dienstmeisje werd ernstig ziek.

Verdachte stelde dat het oogmerk ontbrak om de vrouw te doden. Derhalve was –in zijn redenering– geen sprake van moord (op de vrouw) maar "slechts" poging tot moord (op de man).

Procesgang

Verdachte werd in hoger beroep door het hof wegens moord en poging tot moord veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Het cassatieberoep werd verworpen.

Hof

Het hof overwoog:

dat hij bij het volvoeren van dat een en ander (te weten (...) afzending der vergiftigde taart), de overtuiging had, dat degene, die van die taart zou eten, sterven zou ten gevolge van vergiftiging door het zich daarin bevindende rattenkrui[d];

Hoge Raad

De Hoge Raad overwoog:

dat uit die opgave van den requirant het Hof aanwijzingen kon en dus ook mocht putten voor het bewijs, dat –al was des requirants beweegreden tot zijne daad alleen zijne begeerte om [W.]M. uit den weg te ruimen,– toch zijn (...) plan mede omvatte het dooden van die personen, die van de (...) taart mochten eten en wel in het bijzonder van (...) M.M.;

Relevantie

Dit arrest is een standaardarrest wat betreft voorwaardelijk opzet. Voor de meeste misdrijven is veroordeling wettelijk alleen mogelijk als opzet wordt bewezen, maar dat vereiste wordt sinds dit arrest ook vervuld geacht als voorwaardelijk opzet kan worden bewezen.