Naar inhoud springen

Hr.Ms. De Zeven Provinciën (1953)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 213.46.8.6 (overleg) op 3 jan 2020 om 01:21. (Diensthistorie)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Vlag
Vlag
Hr.Ms. De Zeven Provinciën
Vlag
Vlag
De Zeven Provincien met twee Sea King helikopters op de voorgrond en USS Essex (CV-9) op de achtergrond
De Zeven Provincien met twee Sea King helikopters op de voorgrond en USS Essex (CV-9) op de achtergrond
Geschiedenis
Kiellegging 19 mei 1939
Tewaterlating 22 augustus 1950
In dienst gesteld 17 december 1953
Uit dienst gesteld oktober 1975
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing 9725 ton standaard
11.930 ton volgeladen
Afmetingen 187,3 x 17,25
Bemanning 973
Techniek en uitrusting
Machinevermogen 82500 pk
Snelheid 32 knopen
Bewapening 8 x 15 cm in dubbeltorens
8 x 57 mm in dubbeltorens
8 x 40 mm (enkel)
Portaal  Portaalicoon   Marine
Elektrotechniek van De Zeven Provinciën in Polygoonjournaal (januari 1961)

Hr. Ms. De Zeven Provinciën (C802) was een Nederlandse lichte kruiser van de De Zeven Provinciënklasse die samen met het zusterschip Hr. Ms. De Ruyter voor de Tweede Wereldoorlog op stapel waren gezet, ter vervanging van de Java en Sumatra als onderdeel van het vlootplan Dekkers. Het was de laatste kruiser die dienstdeed in de Nederlandse marine; in 1975 werd zij uit dienst genomen.

Specificaties

Zie De Zeven Provinciënklasse (kruiser) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de bevrijding van Nederland werden er door de marinestaf nieuwe eisen opgesteld waar het schip aan diende te voldoen. Het oorspronkelijke ontwerp was een opgeschaalde De Ruyter die tijdens de oorlog tot zinken was gebracht. Het nieuwe ontwerp hield rekening met lessen die tijdens de oorlog waren geleerd.[1]

Na de oorlog werd het schip afgebouwd met een bewapening die bestond uit acht 152 mm kanonnen, acht 57 mm kanonnen en acht 40 mm kanonnen. Het schip was 187,3 meter lang, 17,25 meter breed en had een diepgang van 5,64 meter. De waterverplaatsing bedroeg 9725 ton standaard en 11.930 ton volgeladen. De motoren van het schip leverden 82.500 pk waarmee een snelheid van 32 knopen gehaald kon worden. Het schip werd bemand door 973 man.[1]

Diensthistorie

Reeds op 19 mei 1939 werd de kiel van het schip gelegd onder de voorlopige naam Kijkduin op de werf van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog komt de bouw tot een halt. Na de oorlog in 1946 wordt de bouw van schip hervat onder de naam De Eendracht. Het schip werd volgens een nieuwe ontwerp afgebouwd dat rekening hield met lessen die tijdens de oorlog waren geleerd. In 1947 wordt het schip opnieuw hernoemd als De Ruyter. Bij de tewaterlating op 22 augustus 1950 krijgt het schip zijn definitieve naam De Zeven Provinciën. Dit gebeurt op verzoek van Wilton-Fijenoord. Het schip werd gedoopt door koningin Juliana.[2][3]

Pas op 17 december 1953 wordt De Zeven Provinciën in dienst genomen.[1]

Op 14 juli 1956 vertrekken De Zeven Provinciën en de onderzeebootjagers Friesland en Zeeland vanuit Den Helder voor vlagvertoon naar Leningrad en Stockholm. 20 juli komt men bij Leningrad aan, waar men begeleid wordt door vier patrouillevaartuigen en een Russische jager.[4]

Van 2 tot 7 juli in 1957 is het schip aanwezig bij de vlootdagen gehouden te Vlissingen. Andere aanwezige schepen waren onder andere de onderzeeboot O 21, de onderzeebootjager Noord-Brabant en het Britse fregat HMS Russell. De vlootdagen werden gehouden ter gelegenheid van Michiel de Ruyter zijn 350ste geboortedag.[5]

Op 28 oktober 1958 brengt het schip een officieel bezoek aan Kopenhagen. Men is hier vanwege de herdenking van de slag in de Sont driehonderd jaar geleden.[6]

Op 6 juli 1961 vindt voor de kust van Scheveningen een vlootschouw plaats ter gelegenheid van de terugkomst na de Vierdaagse Zeeslag. Aanwezig zijn 30 marineschepen waaronder de De Zeven Provinciën, het vliegdekschip Karel Doorman en 30 vliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst. Hierbij brengt de vloot een saluut koningin Juliana en Prins Bernhard.[7]

Als eerste Nederlandse schip wordt de De Zeven Provinciën in 1962 uitgerust met een Terrier geleidewapensysteem.[8]

Op 7 september 1964 begint het schip aan zijn eerste reis als geleidewapen kruiser naar Dakar nadat men in augustus al proefvaarten had gemaakt. Vanuit Dakar vaart men terug naar Den Helder.[9]


30 maart 1965 vertrekt de zeven provinciën voor proefvaart naar Norfolk USA vervolgens Florida en Rio de Janeiro om op 28 juni 1965 terug te zijn in Den Helder. Tijdens de manifestaties voor de viering van het 400-jarig bestaan van de stad Rio de Janeiro werden de aanwezige oorlogsbodems gepavoiseerd en met vele lampjes langs het schip verlicht en won ter plaatse de 2e prijs als tweede mooiste schip in de haven en rede van Rio. De Portugese driemaster werd nr.1


5 februari 1973 vertrekken De Zeven Provinciën en de onderzeebootjagers Amsterdam, Drenthe en Holland vanuit Den Helder voor een vlagvertoon naar Amerika. Later voegt het Britse fregat HMS Minerva zich bij het eskader. Het schip escorteerde prins Charles. 29 maart 1973 keert men terug in Den Helder.[10]

Verkoop aan Peru

In oktober 1975 werd het schip uit dienst genomen en op 17 augustus 1976 verkocht aan Peru. Daarmee was de laatste kruiser uit de Nederlandse marine verdwenen. In Peru werd het schip omgedoopt tot BAP Almirante Aguirre.[8] Het schip zou nog tot 1999 in de Peruaanse marine dienen.

Zie de categorie C802 Hr.Ms. De Zeven Provinciën (ship, 1953) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.