Naar inhoud springen

Conflict Iran-Israël (2024)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het conflict tussen Iran en Israël begon met een Israëlische luchtaanval op gebouwen van de Iraanse ambassade in Damascus, waarbij hoge Iraanse functionarissen omkwamen. Deze aanval bracht een diplomatieke, geopolitieke en militaire crisis op gang.

Zie Israëlische luchtaanval op de Iraanse ambassade in Damascus voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 1 april 2024 werd de ambassade van Iran in de Syrische hoofdstad Damascus doelwit van een Israëlisch bombardement.[1] Bij deze luchtaanval werd een bijgebouw van de ambassade verwoest. Ook werden er zeker 13 mensen gedood; onder hen waren Mohammad Reza Zahedi en Mohammad Hadi Haji Rahimi, twee leidinggevende figuren binnen de Iraanse Revolutionaire Garde (IRG). Zahedi was de generaal van de Quds-brigade binnen de IRG, verantwoordelijk voor militaire operaties in en vanuit Syrië en Libanon. Rahimi was de vicegeneraal van de Quds-brigade en werkte voor Zahedi.[2]

De aanval op de ambassade werd door Iran toegeschreven aan Israël, maar dat land onthield zich van commentaar op de gebeurtenis. In In de eerste dagen daarna liepen de spanningen tussen beide landen en in het Midden-Oosten hoog op. Iran zei wraak te zullen nemen voor de luchtaanval, onder andere bij monde van ayatollah Ali Khamenei, de hoogste religieuze figuur en feitelijke politieke machthebber in Iran. De dreiging werd concreter op vrijdag 12 april. Amerikaanse bronnen zeiden toen nog binnen 48 uur een aanval van Iran te verwachten, zo schreef de Amerikaanse krant The Wall Street Journal.[3] De Verenigde Staten namen de dreigingen serieus en stuurden versterkingen naar de regio.[4]

Verschillende landen trokken hun ambassadepersoneel terug uit Iran of Israël; vliegmaatschappijen besloten de regio te mijden. Op zaterdag 13 april enterde de Iraanse marine in de Straat van Hormuz een containerschip van het bedrijf Zodiac Maritime, dat deels in handen is van een Israëlische zakenman.[5], een actie die in verband werd gebracht met de Iraanse dreigementen.

Iraanse tegenaanval

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 13 april 2024 lanceerde de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC), in coördinatie met bondgenoten in Irak, Jemen en Libanon, een aanval op militaire doelen in Israël met behulp van drones en raketten. De vergeldingsaanvallen werden gelanceerd als reactie op de Israëlische luchtaanval op de Iraanse ambassade in Damascus op 1 april, waarbij zestien mensen om het leven kwamen. De vergeldingsaanvallen waren de eerste directe militaire confrontatie tussen de twee landen sinds het begin van de proxy-oorlog tussen Iran en Israël.[6]

Op de avond van 13 april voerde Iran luchtaanvallen uit op het noorden en zuiden van Israël, met zowel ballistische raketten als drones.[7] De Israëlische luchtafweer onderschepte een groot deel van de munitie, onder andere middels het systeem Iron Dome. De schade bleef hierdoor beperkt.[8] Het Israëlische oorlogskabinet onder leiding van premier Benjamin Netanyahu dreigde met vergelding.

Met de hulp van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Jordanië werden de meeste drones en raketten uitgeschakeld voordat ze het Israëlische grondgebied bereikten. Volgens de berichten was er slechts één van de Israëlische vliegbases in het zuiden (Nevatim) licht beschadigd geraakt. Verder zouden er twee burgers (allebei kinderen, onder wie een 7-jarig meisje) gewond zijn geraakt door de projectielen.[9][10] De aanval duurde in totaal ongeveer vijf uur.[11]

Mogelijke Israëlische tegenaanval

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 19 april kwamen er berichten naar buiten over explosies bij een luchtmachtbasis in de Iraanse stad Isfahan. Van Israëlische zijde gaf men geen commentaar op deze gebeurtenis. Van Iraanse zijde werd ontkend dat er sprake was van een luchtaanval.