Naar inhoud springen

Jan Baptist Verlooy

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door MrBlueBot (overleg | bijdragen) op 21 jan 2010 om 16:05. (hercat Categorie:Zuid-Nederlands rechtsgeleerde (vóór 1830) -> Categorie:Zuid-Nederlands rechtsgeleerde (voor 1830) (per WP:TVC))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Eerste pagina van de Verhandeling op d’onacht der moederlyke tael in de Nederlanden (1788) door Jan-Baptist Verlooy

Jan-Baptist Chrysostomus Verlooy (Houtvenne, 22 december 1746 - Brussel, 4 mei 1797) was een Zuid-Nederlands jurist en politicus.

Jeugd en afstamming

Hij behoorde tot een familie van plaatselijke notabelen, die over uitgestrekte eigendommen beschikte en waarvan sommigen vooraanstaande functies bekleedden. Over zijn grootvader, Jan Verlooy (ca. 1657-1723), kan men in een akte van 21 juni 1720 lezen dat hij "conincklyck ende erfelyck notaris" was. Grootvader Jan vervulde te Houtvenne de functie van secretaris. Dat dit ambt hem een zeker aanzien verschafte blijkt onder meer uit het feit dat een van zijn kleinzonen, Jan Frans Verlooy, er zich in 1775 nog op beriep wanneer hij bij de kanselarij van Brabant solliciteerde naar het ambt van notaris. In de beoordeling die aan zijn aanstelling voorafging kan men lezen: hij is "van treffelijke ouders voortsgecomen, synen grootvader was Secretaris van Oosterwijck ende de familie van sijne moeder is eene van de treffelyckste uyt de Kempen". Grootvader Verlooy werd in de kerk van Houtvenne begraven, iets wat gewoonlijk alleen aan vooraanstaanden werd voorbehouden.

De vader van Jan Baptist Chrysostomus, Jan Frans Verlooy (1697-1773), was eveneens secretaris te Houtvenne. Indien het waar is dat hij ook aan landbouw deed - en dit blijkt uit de gegevens van de volkstelling van 1755 - dan zal hij aan die bedrijvigheid zelf niet veel tijd hebben kunnen besteden. Dit is alleen reeds af te leiden uit de honderden bladzijden in-folio die hij, in dienst van zijn gemeente, heeft volgeschreven en die men kan terugvinden in de registers van het gemeentearchief van Houtvenne op het rijksarchief te Antwerpen. In het manuaal van de pastoors van Houtvenne wordt hij verscheidene malen vermeld, soms als "De Heer Secretaris Verloy". De hoeve die hij bewoonde, de zogenaamde "Kauberg Schrans" was een indrukwekkend gebouw. Gelegen aan de noordzijde van het dorp behoorde het rode bakstenen gebouw tot het gehucht "de Varkensmarkt" of "de Plein". Het was omringd door een diepe vestingsgracht waaraan langs de buitenzijde een bakstenen kapel, de St.-Annakapel paalde.

Jan Frans Verlooy had de verantwoordelijkheid over een groot gezin. Uit een eerste huwelijk met Anna Maria Meeus werden tien kinderen (Joanna Elisabeth, 1724, Jan Frans, 1726, Henricus, 1729, Anna Maria, 1730, Anna Catharina, 1732, Jan Frans, 1735, Petrus Antonius, 1737, Anna Barbara 1740, Ferdinandus Jozef, 1742, een naamloos kind, 1743). Uit een tweede huwelijk, op 14 januari 1744 aangegaan met Anna Wouters, kreeg hij nogmaals acht nakomelingen (Joannes Baptista, 1745, Joannes Baptista Chrysostomus, 1746, Adrianus Ferdinandus, 1748, Frans, 1750, Maria Theresia, 1752, Adrianus, 1754, Jan Frans, 1756, Guilelmus Norbertus, 1758). De tweede uit die laatste reeks was Jan Baptist Chrysostomus. Jan Frans Verlooy werd ter aarde besteld op 1 september 1773 en moeder Anna Wouters werd begraven op 17 oktober 1764

Van de onmiddellijke voorzaten van Verlooy kan dus gezegd worden dat zij tot de groep van vooraanstaanden van hun dorpsgemeenschap behoorden.

Beroep en politieke activiteiten

In 1766 trekt Verlooy naar Leuven om er rechten te studeren. In 1774 vestigt hij zich in Brussel en legt er een jaar later de eed af als advocaat bij de Raad van Brabant. Hij publiceert er in 1781 de Codex Brabanticus, een juridisch handboek over de in het Hertogdom Brabant geldende wetten. Uit dit werk blijkt zijn democratische en rationalistische ingesteldheid alsook zijn gehechtheid aan Brabant.

In 1785 schrijft hij een brief aan keizer Jozef II te Wenen om de achteruitstelling van het Nederlands aan te klagen. Twee jaar later verschijnt over dit onderwerp zijn meest invloedrijke werk, Verhandeling op d’onacht der moederlyke tael in de Nederlanden.

Hij kwam vanaf einde 1787-begin 1788 regelmatig in contact met zijn confrater Jan Frans Vonck (samen met de advocaten Pieter Emmanuel de Lausnay, Martinus J.F. De Brouwer en Willem Willems, meestal bij Vonck thuis). Er is weinig twijfel aan dat zij in het Nederlands vergaderden. In het voorjaar van 1789 richtte hij het geheim genootschap "Pro aris et focis" (vrij vertaald "voor outer en heerd") op, waarin een opstand tegen de keizer werd voorbereid. In het najaar van 1789 werd hij lid van het "Comité van Brussel" van de democraten (met Jean Joseph Torfs, Pieter Emmanual de Lausnay, J.Bpt.D. 't Kint, Alexandre Daubremé, Claude Joseph Fisco en De Noter). Torfs, Daubremé en Fisco waren lid van Les Vrais Amis de l'Union Bruxelles. Pro Aris et Focis verspreidde een vlugschrift van Verlooy, dat door Vonck ook in het Frans werd vertaald. De Brusselse balie heeft overigens over het algemeen een grote rol gespeeld in de Brabantse omwenteling van 1789.

Tijdens de Brabantse omwenteling sluit hij zich aan bij de Vonckisten, maar moet een tijdlang naar Frankrijk uitwijken. Na de Restauratie keerde hij terug naar Brussel. Bij de Franse bezetting stapt Verlooy in de collaboratie, wat gezien zijn belangstelling voor de verlichte ideeën uit Frankrijk niet zo verwonderlijk is. In 1795 wordt hij burgemeester van Brussel, maar blijft niet lang in functie. Hij doorziet de ware aard van het nieuwe regime en trekt zich terug uit het politieke leven, bovendien heeft hij gezondheidsproblemen.

Jan Baptist Verlooy was een pleitbezorger van de Nederlandse taal en wordt daarom als grondlegger van de Vlaamse Beweging gezien. Toch beschouwde hij niet Vlaanderen, maar Brabant en bij uitbreiding de hele Nederlanden als zijn Vaderland.

Gedrukte werken

Verlooy schreef onder meer de Codex Brabanticus en de Verhandeling op d’onacht der moederlyke tael in de Nederlanden.

Bronnen

Paul De Ridder, Nieuw licht op J.B.C. Verlooy (1746-1797) Vader van de Nederlandse beweging, Stichting Mens en Kultuur, Gent 2001

Jan Van den Broeck "J.B.C. Verlooy, vooruitstrevend jurist en politicus uit de 18e eeuw", Antwerpen, 1980