Jan Reuvens
Jan Reuvens | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Volledige naam | Jan Everhard Reuvens | |||
Geboren | Haarlem, 2 november 1763 | |||
Overleden | Brussel, 22 juli 1816 | |||
Partij | moderaten | |||
Titulatuur | Mr. | |||
Functies | ||||
jan-feb 1795 | lid provisionele raad van Haarlem | |||
1795 - 1799 | raadsheer Hof van Holland en Zeeland | |||
1799 - 1801 | Agent van Justitie | |||
dec 1801 - mrt 1802 | Secretaris van Staat van Justitie | |||
1802 - 1808 | President Nationaal Gerechtshof | |||
juli 1806 - feb 1807, feb - juni 1808 |
lid Staatsraad in buitengewone dienst | |||
feb 1807 - jan 1808, juni 1808 - aug 1810 |
lid Staatsraad | |||
mrt - juni 1808 (a.i.), juni 1810 - jan 1811 |
viceminister-president Staatsraad | |||
jan - juni 1811 | kamerpresident Keizerlijk Gerechtshof 's-Gravenhage | |||
juni 1811 - dec 1813 | raadsheer Hof van Cassatie (Parijs) | |||
1814 | kamerpresident Hooggerechtshof 's-Gravenhage | |||
|
Jan Everhard Reuvens (Haarlem, 2 november 1763 - Brussel, 22 juli 1816) was een Nederlands jurist, agent (minister) en hoge rechter aan het einde van de 18e eeuw en begin 19e eeuw.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Na het afronden van de Latijnse school in Haarlem ging de zoon van Anthony en Catharina Reuvens, na een intermezzo van een jaar, in 1776 studeren in Leiden. Daar promoveerde hij in 1784 op dissertatie, en werd hij advocaat in zijn geboortestad Haarlem. In 1795 werd Reuvens lid van de provisionele raad van Haarlem, slechts voor de duur van een maand, want daarna werd hij benoemd als raadsheer bij het Hof van Holland en Zeeland, en verhuisde hij naar Den Haag. In 1799 werd hij benoemd tot agent van Justitie, een functie vergelijkbaar met die van minister, tot hij in 1802 werd benoemd tot president van het Nationaal Gerechtshof. Dit zou hij blijven tot 1808. In 1806 werd hij ook benoemd als lid van de Staatsraad, afwisselend in buitengewone en gewone dienst. In 1810 werd hij, eerst ad interim, later volledig, tot minister-vicepresident benoemd van deze Staatsraad. Hierna zou hij, van de Franse inlijving tot de terugkeer van de Oranjes in Nederland, diverse hoge ambtelijk-gerechtelijke functies bekleden, zowel binnen Nederland als later in Parijs. Na de installatie van de soeverein vorst Willem I werd hij ook in de nieuwe staatsstructuur tot hoge rechter benoemd - dit keer belast met de noordelijke helft van de Verenigde Nederlanden.
Reuvens heeft de hand gehad in diverse herschrijvingsprojecten van wetboeken, waarbij hij een (Noord-Nederlandse) strenge morele lijn voorstond, wat hem in aanvaring bracht met Zuidelijke Nederlanders. In het voorjaar van 1816 werd Reuvens door enkele Brusselse jongens beschuldigd van intimiteiten. Hij probeerde hierop zijn naam te zuiveren, waar hij niet in slaagde en pleegde vervolgens zelfmoord.[1]
In 1808 is Reuvens benoemd tot commandeur in de Orde van de Unie.
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.
- P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9. A.W. Sijthoff, Leiden (1933)
- ↑ Jeroen van Zanten, Koning Willem II: 1792-1849 (Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2013), 270-271.