Kimono
Een kimono (Japans: 着物, letterlijk: hetgeen iemand draagt) is een traditioneel Japans kledingstuk. Het is een losse mantel of japon met wijde mouwen die met een ceintuur wordt dichtgebonden. Die ceintuur heet een 'obi'. De obi wordt vastgemaakt met een knoop, een zogenaamde "musubi", waarvan veel verschillende varianten bestaan. De meest gedragen variant is de otaiko musubi. De meest ingewikkelde en bewerkelijke musubi worden gedragen door meisjes en jonge vrouwen bij speciale gelegenheden. Het knopen en vastzetten van de musubi vraagt om een aantal extra accessoires, zoals een kussentje, koord, en een sjaal.
Er zijn strikte gebruiken en aanwijzingen voor het dragen en het aantrekken van de kimono. Kimono's worden gedragen bij officiële gelegenheden, zoals bruiloften en de traditionele theeceremonie. De lengte van de mouwen kan variëren per gelegenheid. Zo moet de mouwen lang zijn als er een bruiloft is binnen je familie en kunnen de mouwen kort zijn als je naar een bruiloft gaat die buiten je familie is. Van december tot mei worden 2 lagen gedragen. Vanaf 1 juni wordt 1 laag gedragen en in hoogzomer is de stof luchtiger dan in de winter.
Om de traditie van het aankleden en dragen van de kimono levend te houden worden er speciale cursussen gegeven die gevolgd kunnen worden door jonge meisjes. Een traditionele kimono is van zijde gemaakt en kost nieuw zo'n 60.000 euro. De meeste kimono's worden van moeder op dochter doorgegeven. De gewoonte is dat een kimono drie generaties meegaat. Tegenwoordig zijn er ook confectie-kimono's en die zijn wel betaalbaar, o.a. door het gebruik van polyester draden. De kimono kan door zowel mannen als vrouwen worden gedragen.
Een minder formele variant op de kimono is de yukata.