Meterkast
De meterkast is de technische ruimte in een woning/pand waar diverse meters zijn opgesteld. Ook kunnen voor de verschillende leveringen, zoals van gas en elektriciteit, meerdere meterkasten aanwezig zijn. In sommige gebieden is het ook toegestaan om de meterkast voor gas aan de buitenkant van een woning te plaatsen. In veel woningen zit de watermeter onder de Kwh meter of onder de grond, bij oudere woningen.
Aansluitingen
In de meterkast kunnen de volgende leveringen binnenkomen:
- aardgas (gasverbruikmeter)
- drinkwater (watermeter)
- elektriciteit (kilowattuurmeter), zie ook Elektrisch verdeelbord
- elektrische aarding
- stadsverwarming
- CAI
- telefoon
De eerste vier hebben een meter. De laatste twee, antenne en telefoon, kwamen voorheen op een punt in de woonkamer binnen, maar aangezien tegenwoordig[(sinds) wanneer?] ook in andere kamers een telefoon- en antenneaansluiting gewenst is, is de meterkast praktischer als centraal punt. Zie #AOP en ISRA.
Ook een internetaansluiting bevindt zich tegenwoordig[(sinds) wanneer?] vaak in de meterkast. Deze is meestal gecombineerd met telefoon- (ADSL), coax- of glasvezelkabel.
Aangezien de meterkast de voor de hand liggende plaats is voor een huistelefooncentrale, een antenneversterker, fax en bovendien (voor het computernetwerk) voor een router, switch of draadloos toegangspunt, verder ook voor een printer, nas of zelfs een kleine server, is het tegenwoordig[(sinds) wanneer?] gewenst dat er in de meterkast enkele wandcontactdozen zijn. In oudere woningen ontbreken deze vaak, ofschoon er doorgaans al wel een enkele wandcontactdoos aanwezig was voor de transformator van de deurbel.
Voorschriften
De meterkast dient toegankelijk te zijn voor het regelmatig uitlezen van de meters en herstellen van stroomtoevoer bij kortsluiting of overbelasting. Het Bouwbesluit (per 1 april 2012) stelt geen (publieksrechtelijke) eisen meer aan de meterruimte. Wel zal de netbeheerder (private) eisen stellen aan de plaats en uitvoering van de meterruimte bij de aanvraag voor aansluitingen.
De meterkast heeft (minimale) standaardafmetingen en moet afsluitbaar zijn. De achterwand van de meterkast moet bestaan uit houtachtige plaatmateriaal met een dikte van ten minste 18 mm. Doordat de inrichting van een meterkast bepaald is, wordt bij nieuwbouw veelal gebruikgemaakt van een meterkastvloerplaat. Deze vloerplaat is bestemd voor het bevestigen van invoerbochten in meterkasten. De fixeerringen zijn geplaatst volgens een door de nutsbedrijven vastgelegd stramien. De zogenaamde standaard meterkast (voor woningbouw) is gemaakt volgens de NEN 2768[1] en heeft de afmetingen 2100 × 750 × 310 mm.
AOP en ISRA
In de meterkast bevindt zich de scheiding tussen de openbare leidingen en de particuliere leidingen. Het scheidingspunt is soms een verzegeld kastje.
Bij de elektriciteitskabel is de meter het scheidingspunt. De meter is altijd verzegeld.
Bij de coaxkabel spreekt men van abonnee-overname-punt (AOP). De leiding van de straat naar het AOP, en het AOP zelf, vallen onder verantwoordelijkheid van het nutsbedrijf. De leidingen vanaf het AOP vallen onder verantwoordelijkheid van de bewoner.
Bij een telefoonaansluiting spreekt men van ISRA. In de ISRA komen normaliter koperverbindingen binnen van de telecommaatschappij, maar tegenwoordig[(sinds) wanneer?] kan er ook glasvezel in worden afgewerkt.
Ander gebruik
Verder wordt de meterkast in veel huishoudens gebruikt voor het bewaren van paraplu's, bezems en de stofzuiger. In sommige huizen wordt de kast dan ook bezemkast genoemd. Omdat het gebruik als opbergruimte risico's met zich mee brengt heeft de overheid besloten de inwendige afmetingen te beperken. Zo kan men met de huidige regelgeving geen grote meterkasten meer maken die gebruikt kunnen worden als berging.