Magnetohydrodynamica
De magnetohydrodynamica, afgekort MHD, beschrijft de beweging van een elektrisch geleidend gas, dus een plasma, of vloeistof, bijvoorbeeld kwik, in een magnetisch veld. Een belangrijke grondlegger van het vakgebied is de Zweedse fysicus Hannes Alfvén, die hiervoor in 1970 werd beloond met de Nobelprijs voor de Natuurkunde en die tevens naamgever is van de Alfvéngolf (zie Plasmagolven).
Een veel gebruikt stel MHD-vergelijkingen zijn de continuïteitsvergelijking voor de massadichtheid en de massasnelheid
de Navier-Stokes-vergelijkingen voor een goed geleidend ideaal gas of vloeistof (geen viscositeit ), met de lorentzkracht, de druk en de stroomdichtheid
en de wet van Ohm voor een bewegende geleider met geleidingsvermogen
Met de Maxwellvergelijkingen in quasistationaire benadering
en een bekend verband tussen druk en dichtheid, bijvoorbeeld of is constant, is dit een compleet stel vergelijkingen voor , , , en .
Door eliminatie van en krijgen de MHD-vergelijkingen de vorm
Voor een plasma waarin de deeltjeswisselwerking niet gedomineerd wordt door botsingen, gelden deze vergelijkingen niet zonder meer. Dan geldt de Vlasov-vergelijking waaruit wel dezelfde vergelijkingen afgeleid kunnen worden voor
waarin de ionverdelingsfunctie en de ionmassa is, maar met gecompliceerde uitdrukkingen voor druk en geleidingsvermogen. Deze zijn niet isotroop maar verschillen in langs- en dwarsrichting op het -veld. Er is ook geen eenvoudig verband met de dichtheid . Om toch een compleet stel vergelijkingen te krijgen wordt een verband verondersteld dat onder bepaalde voorwaarden te rechtvaardigen is. Bovenstaande MHD-vergelijkingen zijn bruikbaar als[1] de lengteschaal en de tijdschaal van de plasmabeweging zo groot zijn en het -veld zo sterk is dat
waarin de Larmorstraal en de cyclotronfrequentie is van de ionen. In de literatuur zijn vele varianten van MHD-vergelijkingen te vinden met bijbehorende voorwaarden.
Referenties
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ N.A. Krall, A.W. Trivelpiece, Principles of Plasma Physics ch.3