Naar inhoud springen

Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat
Natuurreservaat
Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat (Karpaten)
Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat
Situering
Land Vlag van Oekraïne Oekraïne
Vlag van Slowakije Slowakije
Vlag van Polen Polen
Coördinaten 49° 5′ NB, 22° 34′ OL
Dichtstbijzijnde plaats Ustrzyki Górne
Snina
Peretsjyn
Informatie
IUCN-categorie Ia (Natuurreservaat)
Oppervlakte 2.132,11
Opgericht 1992
Website Officiële website
Foto's
De locaties van de deelgebieden binnen het Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat.
De locaties van de deelgebieden binnen het Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat.

Het Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat werd in 1992 opgenomen in de lijst met biosfeerreservaten van UNESCO's Mens- en Biosfeerprogramma (MAB). Het was tot aan 1998 een bilateraal reservaat met gebieden in het zuidoosten van Polen en het noordoosten van Slowakije. Sinds 1998 werden ook enkele gebieden in het noordwesten van Oekraïne bij het Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat gevoegd. Het was hiermee het eerste trilaterale biosfeerreservaat van UNESCO.[1] Sommige delen van het Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat zijn ook uitgeroepen tot natuurerfgoed en vallen onder de werelderfgoedinschrijving «Oude en voorhistorische beukenbossen van de Karpaten en andere regio's van Europa». Dit zijn het Oerbos van Stužica, Oerbos Rožok, Oerbos Havešová en Stoezjytsja-Oezjok.[2][3]

Het Oost-Karpatisch Biosfeerreservaat heeft een totale oppervlakte van 2.132,11 km², verdeeld over zes gebieden. Hiervan ligt 407,78 km² in Slowakije, 585,87 in Oekraïne en 1.138,46 km² in Polen.[1][4]

Slowakije

Oekraïne

Polen

De vier belangrijkste biotopen in het gebied zijn beukenbossen (Fagetum), beuken-zilversparrenbossen (Fageto-Abietum), struikgewas met vooral groene elzen (Alnus viridis) en alpenweiden.[1] In het gebied leven grote zoogdieren als bruine beer (Ursus arctos), wisent (Bison bonasus), Euraziatische lynx (Lynx lynx) en wolf (Canis lupus) en een verscheidenheid aan vogels, waaronder de zwarte ooievaar (Ciconia nigra) en schreeuwarend (Clanga pomarina).[1][5]