Overleg:Chemische binding

wb theorieën stel voor eerst de beginnen met een historisch overzicht waarin de duale theorie ( plus en min) van Berzelius ( nu ionbinding, ionladingen en oxidatiegetallen). Dan valentie leer ( nu covalente binding) rol elektron, Lewis model met regels, kwantummechanica, Pauling's valence bond model als synthese Lewis met kwantummechanica en MO theorie als verrruiming. LH

'Er bestaan verschillende soorten chemische binding',.... Hmm is dat wel zo? Ze kunnen namelijk allemaal met dezelfde golfmechanica verklaard worden. stel verandering voor waarbij de globale indeling van stoffen in zouten, moleculaire stoffen en metalen ( en stoffen met atoomroosters) gebruikt wordt om de verschillende bindingstypen te duiden. Telkens ook een korte aanwijzing naar het model waarmee deze binding beschreven wordt. LH

Natuurlijk kun je best een aantal situaties onderscheiden maar dat zijn eigenlijk niet meer dan extremen waartussen allerlei overgangsvormen mogelijk zijn. Zelfs die extremen laten zich met diezelfde golfmechanica beschrijven.

Het vervelende van dit soort categorische uitspraken is dat zij maar al te vaak een eigen leven gaan leiden en educatief schadelijke gevolgen kunnen hebben. Het is helemaal niet leuk om mensen die vast in 'metaalbindingen' geloven uit te moeten leggen dat dat golfmechanisch helemaal niet zo anders is dan een gedelocaliseerde covalente binding. Ik ken het ongeloof uit eigen ervaring Jcwf

Tabel rechterzijde

Ook in deze tabel zijn inter- en intramoleculaire krachten omgedraaid, ik kan alleen niet vinden hoe ik de tabel kan bewerken. Voor de duidelijkheid: ionaire krachten zijn intramoleculair, waterstofbrugkrachten zijn intermoleculair. --edit-- Gevonden, het bleek het gebruikte sjabloon te zijn. 't Is bijgewerkt.

Intermoleculaire krachten

Metalische binding kan natuurlijk nooit een inter- of intramoleculaire kracht zijn, in een molecuul zitten helemaal geen metaal atomen/ionen. Metaal ionen/atomen komen enkel voor in metalen (metaal dat uit "enkel" een metaal soort bestaat zoals koper of ijzer), legering (2 metalen met elkaar zoals in soldeertin, wat bestaat uit tin en lood) en in zouten (tenminste 1 metaal met 1 niet-metaal, altijd een combinatie van deze 2).