Overleg:Diemet

Uit "Zeven eeuwen Amersfoort" van H. Halbertsma blijkt dat het gebruik van "diemetten" veel ouder is dan de 19e eeuw. " De Negenjarige Oorlog (1688-1697) bracht echter verstoring in de bombazijnhandel teweeg omdat de aanvoer der "Straatse diemetten" stokte. Dit waren gekeperde stoffen, uit de Levant betrokken. Van fijnere kwaliteit dan het Amersfoortse bombazijn werden er hogere prijzen voor betaald, welke bovendien sterk opliepen toen de vraag het aanbod ging overtreffen De uitkomstzoekende Amsterdamse kooplieden vroegen zich tenslotte af of men dergelijke "diemetten" niet in Amersfoort kon weven. In 1690 richtten Harmen Brant en Daniel van Halmaal zich daarom tot de magistraat van Amersfoort met het voorstel, 150 weefgetouwen te plaatsen tot het weven van"katoene wol, diergelijcke alhier te lande noghte binnen dese stad noyt te voren is gemaakt". Het stadsbestuur had er wel oren naar doch het werd door het bombazijnsweversgilde dusdanig onder druk gezet dat de Amsterdamse kooplieden teleur moesten worden gesteld. In 1691 diende zich Hendrick van Lochum aan, eveneens te Amsterdam woonachtig, met een nieuw verzoek 70 a 80 getouwen tin Amersfoortop te richten tot het vervaardigen van "catoenen op de maniere van Genees linnen", waartoe hij een uitvinding had gedaan. Etc. Intussen namen de plaatselijke wevers in zoverre de nieuwe kansen waar dat zij zich voor eigen rekening aan de fabricage van "diemetten zetten, nu zij de aanmaak daarvan in het groot hadden weten te verijdelen.etc