Paramita

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dhamma wiel

Boeddhisme

Concepten
Geschiedenis
Stromingen
Geschriften
Tempels
Devotie
Per land
Termen
Van A tot Z
Dhamma wiel

Pāramitā (Sanskriet) of Parami (Pāli): "Perfectie" is een term die binnen het mahayana boeddhisme wordt gebruikt om de perfectie van oefeningen te beschrijven. Deze oefeningen worden door Bodhisattvas gedaan om van Samsara naar Nirvana (verlichting) te komen.

Binnen het Theravada (hinayana) worden de Tien Perfecties gebruikt: (termen in Pali)

  1. dana parami : gulheid, vrijgevigheid, zichzelf geven aan anderen
  2. sila parami : deugd, moraal, juist gedrag
  3. nekhamma parami : afstand nemen, loslaten
  4. pañña parami : transcendentale wijsheid, inzicht
  5. viriya parami : energie, ijver
  6. khanti parami : geduld, tolerantie
  7. sacca parami : eerlijkheid, streven naar waarheid
  8. aditthana parami : volharding, doorzettingsvermogen, determinatie
  9. metta parami : vriendelijkheid, liefde
  10. upekkha parami : kalmte, rust, gelijkmoedigheid

In het Mahayana worden Zes Perfecties gebruikt: (termen in Sanskriet)

  1. Dana paramita: gulheid, zichzelf geven aan anderen
  2. Sila paramita : deugd, moraal, juist gedrag
  3. Prajna paramita : transcendentale wijsheid, inzicht
  4. Ksanti paramita : geduld, tolerantie
  5. Virya paramita : energie, ijver
  6. Dhyana paramita : eenpuntige concentratie, overdenken

In de latere Dasabhumikasoetra zijn de volgende Perfecties toegevoegd:

7. Upaya paramita: bekwaamheid, methode
8. Pranidhana paramita: belofte, resolutie, doorzettingsvermogen
9. Bala paramita: spirituele kracht
10. Jnana paramita: niet-conceptuele wijsheid

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]