Perfusie-index

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Perfusieindex gemeten op een pulsoxymeter

De perfusie-index (PI) is een maat voor de doorbloeding (perfusie) en wordt onder andere gebruikt in een pulsoxymeter. Het is de verhouding tussen de pulserende (AC (alternating current))- en de constante (DC (direct current))-component van de bloedstroom, zoals die bijvoorbeeld aan een vingertop gemeten wordt.

Perfusie-index is een numerieke waarde die weergeeft wat de staat en kracht is van de doorbloeding. De waarden kunnen liggen tussen de 0,02 (nauwelijks meetbare puls) en 20% (uitzonderlijk krachtig). Des te hoger de gemeten waarde, des te krachtiger de doorbloeding.[1]

Voor een betrouwbare bepaling van zuurstofverzadiging van het bloed met een pulsoxymeter moet de perfusie-index groot genoeg zijn (>0,4%).[2]

Door het meten van de doorbloeding en de sPo2 kan er bepaald worden of de longen, in combinatie met de bloedsomloop, goed functioneren. Bij een lage PI-waarde is er een lage bloedstroom wat problemen kan veroorzaken voor mensen met long-gerelateerde aandoeningen.