Pieter van Chanu

Pieter van Chanu (overleden circa 1570)^[1] was een Nederlands edelman en van 1532 tot 1542 kastelein van slot Loevestein. Hij werd ook wel Pierre de Chanu genaamd.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Pieter werd in 1532 door keizer Karel V^[2] aangesteld als kastelein van Loevestein, tegen een jaarlijkse wedde van 230 pond en voor het onderhouden van vier soldaten nog eens 220 pond. Frederik van Renesse die het slot in 1529 bezocht, om te oordelen of het nog krijgskundige waarde had, concludeerde dat het kasteel nergens toe diende en in de geschiedenis nog nergens toe had gediend en noemde het bouwwerk 't huis van vrede.

Als kastelein draagt hij op 11 september 1542 het slot Loevestein over aan Adam van der Duijn.^[3] In hetzelfde jaar verwerft hij de ambachtsheerlijkheid van Werkendam.^[4]

Pieter trouwde en verkreeg uit dat huwelijk^[5] 4 kinderen:

Anna van Chanu (overleden 1591), trouwde met Laurens van Bronckhorst
Hector van Chanu
Cornelia van Chanu
Helena van Chanu

Bronnen, noten en/of referenties

↑ 21-11-1570: Laurens van Bronckhorst voor Anna van Chanu, zijn vrouw, bij dode van Pieter, haar vader, LRK 289c. Altena no 71 fo. 16, LRK 340 fo. 156.
↑ Bij commissiebrief gegeven in het Beierse Regensburg, benoemd tot kastelein van Loevestein onder dezelfde voorwaarden als de graaf van Horne dit kasteleinschap bedient heeft. Daar vanaf gaat weer 50 pond voor het pachtrecht op veer, visserijen, weidegronden en andere bij Loevestein horende emolumenten. Rijksarchief Zuid-Holland: Archief Grafelijkheids Rekenkamer (GGRek 2274 f. 50-50vso).
↑ Altena fol. 158, Altena fol. 87v.
↑ Adam van der Duyn draagt het leen over aan Pieter van Chanu (Rijksarchief Zuid-Holland: Leenkamer Holland, Inv. nr. 98, fol. 158).
↑ De naam van zijn vrouw wordt niet genoemd.

[1] 21-11-1570: Laurens van Bronckhorst voor Anna van Chanu, zijn vrouw, bij dode van Pieter, haar vader, LRK 289c. Altena no 71 fo. 16, LRK 340 fo. 156.

[2] Bij commissiebrief gegeven in het Beierse Regensburg, benoemd tot kastelein van Loevestein onder dezelfde voorwaarden als de graaf van Horne dit kasteleinschap bedient heeft. Daar vanaf gaat weer 50 pond voor het pachtrecht op veer, visserijen, weidegronden en andere bij Loevestein horende emolumenten. Rijksarchief Zuid-Holland: Archief Grafelijkheids Rekenkamer (GGRek 2274 f. 50-50vso).

[3] Altena fol. 158, Altena fol. 87v.

[4] Adam van der Duyn draagt het leen over aan Pieter van Chanu (Rijksarchief Zuid-Holland: Leenkamer Holland, Inv. nr. 98, fol. 158).

[5] De naam van zijn vrouw wordt niet genoemd.

[1]

[2]

[3]

[4]

[5]