Portaal:Luchtvaart/Uitgelicht/21

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een helikopter, wentelwiek of hefschroefvliegtuig is een vliegtuig met een (of twee) grote rotor(en) met een verticale as. Helikopters hebben ten opzichte van vliegtuigen het voordeel dat ze verticaal kunnen opstijgen en landen, in de lucht stil kunnen hangen en zelfs achteruit kunnen vliegen. Ze worden daarom bijvoorbeeld veel ingezet bij reddingsacties. Daarnaast zijn er ook militaire (vervoer van troepen en materieel) en civiele (passagiersvervoer over korte afstanden) toepassingen.

Werking[brontekst bewerken]

Door de hoofdrotorbladen te kantelen kan de hefkracht worden vergroot dan wel verkleind. Hierdoor gaat de helikopter naar boven of naar beneden.

Om voorover of achterover te hellen (zogenaamde pitch) of zijwaarts te hellen (zogenaamde roll) wordt de hoek van de hoofdrotorbladen tijdens het roteren cyclisch veranderd naargelang de positie. Om voorover te hellen bijvoorbeeld staan de bladen schuiner als ze zich aan de achterkant bevinden en minder schuin aan de voorkant. Hierdoor krijgt de rotor aan de achterkant meer opwaartse kracht, helt het toestel voorwaarts en vliegt het ook voorwaarts.

Om te voorkomen dat het vliegtuig gaat spinnen, hebben helikopters met 1 rotor een staartrotor. Deze staartrotor wordt ook gebruikt om de helikopter in de juiste richting te sturen. Helikopters met twee in tegengestelde richting draaiende rotoren, zoals de Chinook helikopter, hebben geen staartrotor nodig.

Voor meer informatie, zie Helikopter