Prijsbinding

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 2a02:1812:151a:7400:5da9:c1d:eb63:3224 (overleg) op 21 dec 2019 om 18:24.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Onder prijsbinding wordt verstaan een aan verkopende marktpartijen opgelegde verplichting om een vaste verkoopprijs of een minimumverkoopprijs te hanteren. Prijsbinding kan worden onderscheiden in

  • verticale prijsbinding en horizontale prijsbinding
  • collectieve en individuele prijsbinding.

Bij verticale prijsbinding legt de fabrikant aan de detaillist een vaste verkoopprijs of een minimumverkoopprijs op. Er is sprake van individuele verticale prijsbinding, als een fabrikant eenzijdig een vaste of minimumconsumentenprijs aan zijn afnemers oplegt. Als meerdere fabrikanten van een artikel gezamenlijk een vaste verkoopprijs afspreken, spreekt men van collectieve verticale prijsbinding.

Van horizontale prijsbinding is sprake als door detaillisten onderling een vaste- of minimumverkoopprijs is afgesproken. Voorbeelden hiervan kunnen zijn de afspraak binnen een franchise-keten dat in elke vestiging dezelfde prijzen worden gehanteerd.

In de Europese Unie is prijsbinding verboden op grond van art. 101 van het Verdrag betreffende de werking van de EU. Voortvloeiend hieruit is de Nederlandse Mededingingswet sinds 1 januari 1998 van kracht. De Autoriteit Consument en Markt (ACM), voorheen de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), is belast met het toezicht op de uitvoering van de wet en kan bij overtreding een boete opleggen. Een Nederlandse uitzondering op het verbod op verticale prijsbinding is de Wet op de vaste boekenprijs. Daarin wordt verticale prijsbinding op Nederlandstalige boeken toegestaan.