Rijksstanden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RomaineBot (overleg | bijdragen) op 9 sep 2019 om 05:23. (|{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Symbolische uitbeelding van de Rijksstanden. Kopergravure uit 1606.

De rijksstanden (vroeger ook wel rijksstenden) waren in het Heilige Roomse Rijk de personen of gebieden die aan de Rijksdag deel mochten nemen. Hiervoor kwamen alleen zij in aanmerking die rijksvrijheid bezaten, oftewel rijksonmiddelbaar onder de keizer stonden.

Indelingen van de Rijksdag

Sinds 1489 waren de rijksstanden in de Rijksdag in drie colleges onderverdeeld:

  • Het Keurvorstencollege (of Keurvorstenraad)
  • De Rijksvorstenraad, inclusief vier Rijksgravenbanken met elk 1 stem en twee Rijksprelatenbanken met elk 1 stem.
  • Het Rijksstedencollege, bestaande uit twee Rijksstedenbanken.

Voor een rechtsgeldig besluit van de Rijksdag, een Reichabschied, was de instemming van alle drie de colleges vereist.

De rijksridders waren niet op de rijksdag vertegenwoordigd, hoewel zij wel rijksonmiddelbaar waren en meermalen gepoogd hebben een collectieve vertegenwoordiging te verkrijgen.

Persoonlijke en collectieve stemmen

De rijksstanden waren te verdelen in degenen die persoonlijk zitting hadden in de Rijksdag en zij die alleen collectief zitting hadden:

Geestelijke en wereldlijke standen

De rijksstanden waren ook te verdelen in de wereldlijke en de geestelijke standen: