Naar inhoud springen

Schoolrapport

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RomaineBot (overleg | bijdragen) op 9 sep 2019 om 04:44. (|{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Schoolrapport van een MULO uit 1963
'Tafel van het zedelijk gedrag der leerlingen', gebaseerd op het door de Duitse pedagoog en onderwijsvernieuwer Johann Bernhard Basedow (1724-1790) ontwikkelde model om het goede en slechte gedrag van leerlingen vast te leggen, feitelijk het begin van het schoolrapport[1] (oorspronkelijk afgedrukt in Verhandelingen uitgegeeven door de Nederlandsche Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen, 1798)

Een schoolrapport is een overzicht van de prestaties van een leerling op school. Meestal wordt de prestatie voor een bepaald vak uitgedrukt in een (rapport)cijfer, soms ook met een beoordeling in woorden. Een rapportcijfer is meestal het al dan niet gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers voor een vak.

Nederland

Veelal bepalen de cijfers op het rapport of de leerling overgaat, doorstroomt naar een ander niveau of blijft zitten. Het is de bedoeling dat de ouders het rapport inzien en als bewijs daarvan dat een van hen zijn of haar handtekening onderaan het rapport zet, of, als de leerling niet meer minderjarig is, dat de leerling zelf zijn handtekening eronder zet.

Rapportcijfers worden meestal bepaald door de gemiddelden te nemen van alle schriftelijke overhoringen en proefwerken, waarbij een proefwerk vaak dubbel meetelt. Ook kunnen spreekbeurten en practica worden meegewogen. Het is wettelijk vastgelegd dat deze beoordelingscijfers minimaal 1 en maximaal 10 moeten zijn,[2] een nul kan dan ook officieel niet als beoordeling worden gegeven.

Een schoolrapport wordt meestal gegeven aan het einde van een leerperiode. Op basisscholen meestal drie keer per jaar: tegen Kerst, met Pasen en aan het eind van het schooljaar. Soms wordt in een schoolrapport ook het gemiddelde van de cijfers van alle vakken gegeven, om inzicht te krijgen in de prestaties. Dit gemiddelde kan ook gewogen zijn in de zin dat bepaalde vakken zwaarder meetellen dan andere. Sommige scholen hanteren zelfs een rekenkundig model waarin vakken verschillende wegingen hebben en bovendien onvoldoendes 'strafpunten' opleveren.

De cijfers op het schoolrapport hebben de volgende betekenis:

Cijfer Omschrijving
10 Uitstekend
9 Zeer goed
8 Goed
7 Ruim voldoende
6 Voldoende
5 Matig
4 Onvoldoende
3 Ruim onvoldoende
2 Slecht
1 Zeer slecht

Het cijfer 5 en lager geldt als een onvoldoende. Op sommige scholen worden ook halve cijfers gegeven en + en - cijfers.

Op de lagere school werden vroeger ook cijfers gegeven voor gedrag en vlijt.

België

In België gebruikt men min of meer hetzelfde puntensysteem als in Nederland.

Cijfer Omschrijving
10 Uitmuntend
9 Zeer goed
8 Goed
7 Vrij goed
6 Matig/ bijna goed
5 Net (geen) voldoende
<5 Onvoldoende

Op sommige scholen is een 5 al een voldoende. Het laagste cijfer dat een leerkracht kan geven is een 0. Sommige leerkrachten geven geen 10 als gemiddelde omdat een prestatie nooit 'perfect' kan zijn. Bij sommige rapporten worden de resultaten in procenten gegeven. Hier is 100% de hoogste score die men kan halen, onder de 50% heeft men onvoldoende. Op schoolrapporten staan naast cijfers vaak ook commentaren van de leerkracht(en). Bij oudercontacten wordt het rapport aan de ouders van de leerling gegeven. Zo weet een leerling waar hij/zij goed in is en waar men eventueel problemen mee heeft. Lagere cijfers kunnen een gevolg zijn van problemen op school, waaronder onderpresteren, leerproblemen, faalangst, verkeerde studiekeuze, te weinig motivatie, pesterijen en spijbelen. Onderpresteren is vaak zelfbescherming van de leerling(e), om niet buiten de groep van hun 'peers' (= medeleerlingen / gelijken) te vallen. De eindresultaten bepalen of een leerling mag overgaan naar het volgende leerjaar of moet zittenblijven.

Duitsland

In Duitsland wordt een waardering van 1 tot en met 6 gegeven, waarbij 1 staat voor de beste prestatie, en 5 en 6 onvoldoendes zijn. Aan de cijfers worden de volgende betekenissen toegekend:

Cijfer Omschrijving Vertaling
1 sehr gut zeer goed
2 gut goed
3 befriedigend bevredigend
4 ausreichend voldoende
5 mangelhaft onvoldoende
6 ungenügend onbevredigend

Hoe cijfers er precies uitzien, verschilt per Bundesland. In sommige deelstaten kunnen cijfers bijvoorbeeld met + en - verhoogd of verlaagd worden.

Oostenrijk

In Oostenrijk wordt een waardering tussen 1 (zeer goed) en 5 (onvoldoende) gegeven.

1= zeer goed 2= goed 3= bevredigend 4= voldoende 5= onvoldoende

Verenigde Staten van Amerika

In de VS wordt een waardering tussen A+ (uitstekend) en F (zwaar onvoldoende) gegeven, hoewel men de individuele test vaak wel in een percentage van 0-100 uitdrukt. De letters worden op hun beurt weer omgezet in grade points op een schaal van 1-4. Er zijn variaties, maar vaak wordt het volgende systeem gehanteerd:

percentage letter betekenis grade points
97-100 A+ uitstekend 4.00
93-97 A goed
90-93 A- iets minder goed
87-90 B+
83-87 B redelijk 3.00
80-83 B-
77-80 C+
73-77 C voor sommige klassen niet voldoende 2.00
70-73 C-
67-70 D+
63-67 D meestal onvoldoende beschouwd 1.00
60-63 D-
<60 F zwaar onvoldoende 0.00

Frankrijk

Het Franse schoolsysteem kent cijfers van 1 tot en met 20. Hierbij geldt meestal dat lichte onvoldoendes nog kunnen worden gecompenseerd met goede cijfers voor andere vakken (ook op de universiteit), maar zware onvoldoendes niet meer.

Cijfer Omschrijving
18 - 20 Uitstekend
16 en 17 Zeer goed
14 en 15 Goed
12 en 13 Ruim voldoende
10 en 11 Net voldoende
8 en 9 Twijfelachtig, maar kan met goede cijfers voor andere vakken gecompenseerd worden.
1 - 7 Onvoldoende en niet compensabel

Zie ook