Slag bij Soissons (718)
Slag bij Soissons | ||||
---|---|---|---|---|
Onderdeel van de Frankische Burgeroorlog | ||||
Datum | 718 | |||
Locatie | Soissons, Frankrijk | |||
Resultaat | Karel Martel krijgt de feitelijke macht in het Frankische Rijk | |||
Casus belli | Opvolging van Pepijn van Herstal | |||
Strijdende partijen | ||||
|
Frankische Burgeroorlog | ||
---|---|---|
De Slag bij Soissons (718) was de laatste grote veldslag van de Frankische Burgeroorlog die uitbrak tussen de opvolgers van Pepijn van Herstal.
Na Pepijns dood in december 714 begon de oorlog over de opvolging tussen zijn kleinzoon en opvolger Theudoald, zijn weduwe Plectrudis, zijn bastaardzoon Karel Martel, zijn opvolger als hofmeier in Neustrië Raganfrid en de nieuwe koning Chilperik II. Raganfrid en Chilperik kenden aanvankelijk veel succes, terwijl Plectrudis en Theudoald al snel van het strijdtoneel verdwenen. Karel Martel wist echter de oorlog in zijn voordeel te keren en dwong zijn tegenstanders zich over te geven.
Na hun nederlaag in de Slag bij Vincy gingen Chilperik en Raganfrid een verbond aan met Odo van Aquitanië, de hertog van Aquitanië, en trokken richting Soissons. Karel had dit echter verwacht en wachtte hen op met een ervaren leger, waarvan velen hem nog lang zouden dienen. Karels leger versloeg zijn tegenstanders makkelijk, waarna ze zich overgaven en Karel Martel de feitelijke machthebber van heel het Frankische Rijk werd.
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- Liber historiae Francorum 53 (= B. Krusch (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, II, Hannover, 1888, pp. 327[dode link]-328).
- Continuator Fredegarii Scholastici, Continuationes Chronicarum Fredegarii IV 10 (= B. Krusch (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, II, Hannover, 1888, p. 174).
- Annales Mettenses priores ad annum 718 (= B. von Simson (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Germanicarum in usum scholarum X, Hannover - e.a., 1905, p. 25).
- Chronicon Moissiacense ad annum 717 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores in folio, I, Hannover, 1826, p. 291).
Referentie
[bewerken | brontekst bewerken]- C. Oman, The Dark Ages 476-918, Rivingtons: Londen, 1914, p. 267.