Spanningsbehoefte

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Spanningsbehoefte (Engels: sensation seeking) is een term die ontleend is aan de persoonlijkheidstest die ontwikkeld is door Marvin Zuckerman van de Universiteit van Delaware, de Sensation Seeking Scale (SSS), die in het Nederlands is vertaald als de Spanningsbehoefteschaal (SBL) (Feij & Van Zuilen, 1984). De test is gebaseerd op het gegeven dat mensen verschillen in de mate waarin zij een voorkeur hebben voor zintuiglijke prikkels. Sommigen houden van sterke prikkels anderen juist weer niet. Een voorkeur voor sterke prikkels kan samengaan met een zucht naar avontuur en nieuwe ervaringen. Spanningsbehoefte wordt onderverdeeld in de volgende vier subschalen of kenmerken (Van den Berg & Feij, 1988):

  • Risicobereidheid (Engels: thrill and adventure seeking): "De neiging om activiteiten te ondernemen, die een fysiek gevaar met zich meebrengen."
  • Ervaringsgerichtheid (Engels: experience seeking): "De neiging tot een onconventionele manier van leven, waarbij men gericht is op het opdoen van ervaringen."
  • Behoefte aan verandering (Engels: boredom susceptibility):"De behoefte aan een voortdurende afwisseling zowel qua omgeving als in contacten met mensen."
  • Ontremming (Engels: disinhibition): "De behoefte om zich in sociale situaties uit te leven door onder meer het drinken van alcohol."

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Spanningsbehoefte is een persoonlijkheidseigenschap die gemeten wordt met een test. Voorbeelden van testvragen (eens of oneens):

  • Ik houd van nieuwe en opwindende ervaringen en belevingen ook al zijn ze een beetje eng
  • Ik houd ervan dingen te doen vanwege de spanning
  • Ik wil alles een keer proberen
  • Ik houd van situaties waarvan je van tevoren niet weet hoe ze zullen uitpakken

De eigenschap wordt omschreven als ‘het zoeken van nieuwe, gevarieerde, complexe en intense sensaties en ervaringen en de bereidheid om daarvoor risico te nemen'. Dat blijkt onder meer uit sociaal gedrag en bereidheid om risico's te nemen op persoonlijk, sociaal, fysiek of financieel vlak. De eigenschap spanningsbehoefte staat los van andere biologische persoonlijkheidstrekken zoals extraversie-introversie en neuroticisme. Dit impliceert dat een hoge score op de Spanningsbehoeftelijst kan samengaan met een hoge score voor eigenschappen als Introversie en Neuroticisme. Een spanningsbehoeftige kan dus ook een introvert of sociaal angstig persoon zijn. Spanningsbehoefte is in de populatie gemiddeld het hoogst gedurende de adolescentie en neemt af op hogere leeftijd (boven de 60 jaar). Mannen scoren gemiddeld hoger dan vrouwen, vooral op de subschalen ontremming en risicobereidheid. Een hoge score op de SBL verhoogt de kans op risicovolle activiteiten zoals te snel autorijden, onveilige seks, en gebruik van alcohol en drugs. Een hoge score op ervaringsgerichtheid gaat vaak samen met creativiteit.

Erfelijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

Uit onderzoek van eeneiige tweelingen is gebleken dat de eigenschap een sterk genetische component heeft. De heretabiliteit wordt geschat op 60%, ongeveer evenveel als die voor intelligentie. Dat wil zeggen dat zestig procent van de variantie van de eigenschap in de populatie aan erfelijke factoren kan worden toegeschreven. Door moleculairbiologisch onderzoek is bovendien gesuggereerd dat het dopamine-4-receptorgen (DRD4) predisponeert tot spanningsbehoefte of het hieraan gerelateerde prikkelzoekend gedrag (Eng: novelty seeking), de voorkeur voor nieuwe en onbekende prikkels. Mogelijk wijst dit op een relatie tussen deze persoonlijkheidseigenschappen en het beloningssysteem in de hersenen. Nieuwe prikkels of spannende ervaringen stimuleren in het brein van mensen die hoog scoren op tests voor deze eigenschappen dezelfde gebieden die normaal bij beloning worden geactiveerd.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Baron M. Mapping genes in personality: is the saga sagging? Mol Psychiatry 1998; 3: 106-108
  • Berg, P. T. van den, & Feij, J. A. (1988). De ontwikkeling van een selectieversie van de Spanningsbehoeftelijst, SBL-s. Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, 43, 328-343.
  • Ebstein RP. Saga of an adventure gene: novelty seeking, substance abuse and the dopamine D4 receptor exon III repeat polymorphism. Mol Psychiatry 1997; 2: 381-384
  • Feij, J. A., & Zuilen, R .W. van. (1984). Handleiding Spanningsbehoefte Lijst, SBL. Lisse: Swets & Zeitlinger.
  • Jonathan W. Roberti, Eric A. Storch & Erica Bravata. Further Psychometric Support for the Sensation Seeking Scale-Form V. Journal of Personality Assessment Volume 81, Issue 3, 2003,291-292
  • Joseph JE, Liu X, Jiang Y, Lynam D, Kelly TH. (2008). Neural correlates of emotional reactivity in sensation seeking. Psychological Science 20(2), 215-223.
  • Zuckerman, M., 1979. Sensation seeking: beyond the optimal level of arousal. L. Erlbaum Associates. ISBN 978-0-470-26851-3
  • Zuckerman, M., 1983. Biological Bases of Sensation Seeking, Impulsivity and Anxiety. Hillsdale, NJ: Erlbaum.
  • Zuckerman, M., 1991. Psychobiology of Personality. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Zuckerman, M., 2007. Sensation seeking and risky behavior. American Psychological Association. ISBN 978-1-59147-738-9

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]